De Chelsea chop – weer een levensles uit de tuin

Wat verlang ik naar de groei van mijn zaailingen. Het hele proces van zaaien, opkomen van het zaad en het verspenen van de jonge prille, fragiele plantjes is spannend en kan frustratie geven. Zaad dat niet opkomt. Zaad dat wel opkomt maar na een paar dagen al op een veel te lang, wiebelend stengeltje staat. Of na een succesvolle ontkieming alsnog aan schimmel of rot bezwijkt. Ieder succes maakt mijn hart licht en blij. Iedere mislukking is drie keer slikken en opnieuw beginnen.

Maar dan. Het zaad is opgekomen. Het is met succes verspeend. Het is afgehard voor planting naar buiten. Met voorzichtige vingers vouw ik de plantjes met hun worteltjes in hun zwarte bedjes. Ik wacht een week, kijk natuurlijk iedere dag, en dan, jawel, ze slaan aan, ik zie de nieuwe blaadjes komen! Ik moet nog weer langer wachten tot de eerste knoppen verschijnen. Wat een gevoel van voldoening! Het is gelukt! Alle barrières zijn genomen, alle obstakels overwonnen. Het wonder gaat geschieden, de eerste bloemen gaan ontluiken!

Maar dan. Dan komt het meest pijnlijke moment. De handeling die het meest in mijn eigen vlees snijdt als het ware. Zal ik het maar overslaan? Gaan ze het overleven?

Dat gruwelijke ‘het’ is de Chelsea Chop!
Ooit van gehoord? Ik leerde erover in het befaamde Britse tuinprogramma Gardeners World van de BBC. Het was een uitzending over de, onder tuiniers, beroemde Chelsea Flower Show, die ieder jaar gehouden wordt in Engeland. Tuinontwerpers strijden om prijzen en stellen de meest prachtige en artistieke tuinontwerpen ten toon aan jury en publiek.

Photography by Gavin Kingcome

Een van de adviezen van de kenners om net zulke mooie, vol bloeiende planten te krijgen als op die flower show (haha…mocht je willen), was de zogenaamde Chelsea Chop. Hop, de snoeischaar in de groeiende stelen. Laat je ze gaan dan hou je armetierige, miezerige bloemstengels die maar met één bloem bloeien. Met een rigoureuze knipbeurt (wég, met alle net verschenen knoppen) van een derde van de plant kun je er zeker van zijn dat er een breed groeiende, bossige plant ontstaat. Het voelt als iets van mezelf afhakken. Eindelijk het punt bereikt waar ik zoveel moeite voor heb gedaan en dan, knip, weg…(voel je de levensles al aankomen?). Juiat datgene wegsnijden wat zo veelbelovend lijkt. Dat wat nou net lijkt te bevestigen dat al je moeite ertoe heeft gedaan. Er staat hier toch maar een bijna volwassen plant die uit een miniem zaadje is opgekweekt met al jouw aandacht en liefde en zorg. En het dan nu zomaar bijna halveren? Poeh!

Ik kon het niet helpen maar dacht toch verder na over de Chelsea Chop die we soms ook in ons leven moeten toepassen. Je kunt je (levens)tuin vol laten groeien met lange, dunne bloemstengels die bij de eerste storm plat liggen. Of met de schaar erin, terug snoeien en geduldig met vertrouwen wachten op de nieuwe, vollere bloei.

Je mag je eigen toepassing maken!

Tuinbacteriën en de Black Dog.

Vies, bah, modder, vuil, kattenpoep, gauw handen wassen. Zo leer je als kind meestal naar de grond te kijken. Met je blote handen in de aarde wroeten? Daar kun je enge ziektes van krijgen. Darminfecties en huiduitslag en nog meer.

Er is goed nieuws voor aardewroeters zoals ik. Mycobacterium vaccae particolare! Dit is geen Italiaanse blijde uitroep, maar de als een operatitel klinkende naam van een bacterie. Een van de beste die God in de aarde stopte bij de schepping: wie de bacterie inademt wordt blij en vrolijk. Misschien als troost en bemoediging voor alle zware arbeid dat de mens voortaan zwetend moest gaan verrichten na de val in de zonde?

Ik lees erover in het Nederlands Dagblad van zaterdag 21 april. Een artikel over hoe viezigheid ook zijn goede kanten heeft. Het ‘een-beetje- vies- is heel-gezond verhaal’ dus. Gezond wist ik. Ook dat ik en velen met mij opknappen van het werken in de tuin of gewoon, buiten zijn. Maar dat het te maken heeft met het inademen van een bacterie met zo’n vrolijke naam en dat die daadwerkelijk serotonine en dopamine opwekt in de hersenen is nieuw voor me.

Er zijn wetenschappelijke onderzoeken verricht met opmerkelijke resultaten. (Long)Kankerpatiënten die duidelijk vitaler en minder emotioneel belast raakten door injecties met het bacterie. Ook wordt er geëxperimenteerd met P(ost)T(raumatische)S(tress)S(yndroom) patienten in de VS.

Met je neus boven de aarde dus! En even met je handen wat rond woelen. En dan diep ademhalen. Laat die beestjes maar komen! Zo klein en onzichtbaar als ze zijn, ze verdrijven Black Dogs!

 

Ik lijk wel weer zwanger

Ik zal jullie uit de droom helpen. Ik ben niet zwanger én mijn uitroep is positief bedoeld. Er zijn blogs en columns van vrouwen die hun overgangskwalen (tot die categorie behoor ik nog ongeveer) vergelijken met die van de zwangerschappen. Ik ga  dat niet doen. Mijn rusteloze benen tijdens zwangerschappen waren een ware bezoeking (ik heb nog nooit zoveel gebreid en getutterd als in die periodes, aangezien ik niet stil kon zitten). Maar mijn zwangerschappen heb ik altijd zeer welkom geheten en waren vervuld van een plezierige, spanningsvolle verwachting. Zo makkelijk raakte ik niet zwanger, dus de kwaaltjes nam ik op de koop toe.

En die blije spanningsvolle verwachting in het nog echoloze tijdperk, daarover wil ik het hebben. Ik heb namelijk weer plantjes gezaaid. Ja, van de AH moestuintjes, maar ook van ‘me eiguh’. En vooral dat laatste is spannend! Gaan ze het doen?! Ik heb geen keurige administratie van wanneer ik welk zaadje gekocht heb…de zakjes zijn meestal ettelijke malen open en dicht geweest, liggen in een bakje in een doos in de schuur en soms is de naam van het zaad verdwenen. Ik besloot in het kader van de anti-verspilling gewoon een zooitje te zaaien. Komen ze op, dan komen ze op en zal ik met liefde voor ze zorgen. Ook heb ik zaadjes uit Griekenland meegenomen een paar jaar geleden. Dit is mijn tweede poging ze op te kweken. Jullie snappen hoe mijn hart klopt. Ga ik Griekse bloemen krijgen, ja of nee? Ook een eerste keer: tomaten zaaien van verse tomaatjes. Beetje goed soort gekocht, lekkere zoete trostomaatjes en van die snoepjes het zaad in mijn mini-kasje gedeponeerd. Ik verheug me op de oogst. Je moet optimistisch blijven.

Als de zon schijnt en de temperatuur is lenteachtig dan maakt er zich iets koortsachtig van me meester. Een drang om werkelijk van alles te doen, in en om het huis. Het is waarschijnlijk dat oude oergevoel van De Grote Schoonmaak van vroeger. Die werd bij ons thuis wel gehouden, van kamer tot kamer werd het huis binnenstebuiten gekeerd. Het verschijnsel verdween met de kolenkachels, maar iets ervan zit in ons DNA. Echtgenoot kan ervan getuigen, veel van mijn lentekriebels moet hij ten uitvoer brengen.

Na de naar binnen gekeerde wintermaanden is de lente steeds weer  een nieuw begin, om het niet geheel origineel te zeggen. Maar ik kan het niet beter. Ik begraaf de grauwe, grijze maanden met de kale, bruin gekleurde tuin. En verwelkom feestelijk het verse groen, de jonge blaadjes, de eerste bloemen, de lentezon.  Kan er trouwens een juister seizoen voor Pasen zijn? Na de winter van Goede Vrijdag, de verrassing van het eerste bloeiende, gezaaide Zaad!

Ferdinand Bol – Jezus die als tuinier aan Maria verschijnt

De Heer is opgestaan! Vrolijk Pasen!

 

Hot Pink

19183__pink-hydrangea-bed_p.jpg (969×606)

Hot Pink. Knalroze. Is dat een mooie kleur? Ik aarzel. Ja, bij mijn donkere dochters, die staat het best mooi. Of bij zo’n klein, schattig meisje tegenwoordig. In een prinsessenjurkje…Of, laat me nog even goed nadenken. Mijn schoonmoeder ja, die kon alle kleuren hebben, zeker ook knalroze.

Maar!

Cliffhanger…(spannende muziek)

Wat vind ik van knalroze in mijn tuin? Nou ja, hier en daar een roze accent, prima.

Cliffhanger.

Maar wat te doen als AL je hortensia’s, wélke kleur ze oorspronkelijk ook hadden, KNALroze kleuren? Wanneer de stokroos, met veel zorg van zaad tot plant opgekweekt, zich niet met donkerrode bloemen tooit (daar had je toch het zaad van gezaaid?) maar met jawel: KNALroze bloemen! Dan wordt het me teveel. Dan buig ik mijn hoofd en slik de tranen der teleurstelling in en vraag me slechts af welke #$%@ vorige bewoner hier zuurstokken in de grond vermalen heeft…

Ik troost me met de rozen die gelukkig kleurvast zijn en zich niet laten meeslepen in de roze rage. En de rode fuchsia die sierlijk zijn klokjes laat wiegen in de wind. Met de gele wederik, de blauwe monnikskap en de rode geraniums die ik vorige zomer stekte. En natuurlijk bloeit overal de vrouwenmantel, betrouwbaar als een degelijke werknemer, die plant.

Het blijft afwachten met een tuin. Veel gezaaid dit jaar, maar zoals ik al eerder schreef was het resultaat, de zaailingen, slechts bestemd om de buiken van naaktslakken te vullen. Volgend jaar anders aanpakken dus.

Ik vergeet de Annabel! Die blijft wit!

Ik heb nog wel wat kunnen oogsten van mijn AH plantjes. Bij terugkeer van mijn vakantie hingen er welgeteld drie boontjes in de bonenplant, zaten er onderaan de bijna geheel weggesabbelde stelen, twee worteltjes en waren er zeker wel tien (mini)bietjes klaar om gegeten te worden. Eerder had ik al van de sla geplukt en van de krulandijvie. En de kersentomatenplantjes blijken gigantsiche groene bomen te worden. Met hier en daar een tomaat-in-wording.

Dit is niet, wat je zegt, een rijke oogst. En zeker niet wat me was voorespiegeld door AH. Maar ik heb de smaak te pakken. Ik ga de zuurstokken uit de grond zeven en er een container oud roest in verwerken om de kleur te beïnvloeden. Ik koop alvast een paar kratten bier om de slakken te bestrijden plus een grote voorraad korrels. En een mandje, waarin ik dan vanaf mei 2017 2x per dag naaktslakken in hun gretige gang ga hinderen. Ik pluk ze net zolang uit alles tot ze volkomen ontmoedigd, met hun staart onder dat slijmsliertgat, een andere tuin gaan zoeken.

En verder mag de natuur z’n gang gaan.

 

Eet meer onkruid! – met dank aan hetkanWel.nl

Overgepikt van een hele leuke site over duurzaamheid.

“Wist je dat heel veel ‘onkruid’ heel goed eetbaar is? Dus de volgende keer dat je gek wordt van het zevenblad in je tuin gooi je het gewoon door de soep. Of pluk je onderweg naar huis wat vlierbessen of walnoten. Er is meer in het wild te vinden dan je denkt, zelfs in de stad, zie http://www.plukdestad.nl. Een paar onkruiden om op te eten:

Paardebloem: jonge blaadjes in de sla, oogsten hele jaar door. Ideaal voor een zuiverende voorjaarskuur: bloedzuiverend, laxerend en veel vitamine C.
Brandnetel: jonge blaadjes en toppen in de soep, oogsten in het voorjaar. Bevat veel mineralen, kalk en ijzer en zuivert het bloed.
Zevenblad: in salades, soepen of roergebakken, oogsten vroeg in het voorjaar. Smaakt een beetje naar selderij.
Komkommerkruid: bloemetjes zijn eetbaar en staan leuk in de sla of ingevroren in ijsblokjes. Trekt ook veel bijen aan.
Zuring: blad geeft frisse smaak aan salades of soepen, oogsten hele jaar door. Bladeren zitten vol met vitamine C.”

Zo da’s nog eens een positieve benadering van dat soms zó irritante onkruid in mijn tuin…

Het weer is niet alles, maar ook niet niks

Klagen mag niet. Er zijn veel ergere dingen in de wereld dan een beetje regen. Er zijn hele gebieden op aarde waar ze smachten naar water. En kom op, van een beetje regen is nog nooit iemand overleden. Kijk maar naar de mooie wolkenluchten en geniet van alle weersoorten. Hitte is toch ook niet alles? Nu doe je tenminste nog wat.

Heb ik ze allemaal gehad? De opmerkingen van de optimisten die in alles wel een zonnestraaltje ontdekken? Die bij iedere grijze wolk en na iedere regenbui zeggen: dat hebben we gehad, wat nu valt kan straks niet meer vallen en weer opgewekt aan een nieuwe kruiswoordpuzzel beginnen onder het druppelende afdak van hun voortent.

Mijn zon-doorbakken lijf en ziel kon heel wat grijs weer en regen aan bij terugkomst van een fantastische reis door de VS. En ik ben ook niet van de tropische temperaturen. Maar wat is buiten eten heerlijk, een koud glas witte wijn in de tuin op een warme avond plezierig en de vrolijke sferen van een zomerdag verheffend voor je ziel en lichaam.

Verschillende van mijn vriendinnen lijden eronder dat ze niet in de tuin kunnen werken, waardoor ze een goedkope en gezonde vorm van therapie mislopen. Hun piekerende hoofden vinden rust bij het loswoelen van de aarde en zorgvuldig verwijderen van onkruid. Alles in het leven moet je loslaten, alles loopt anders dan je hoopte of verwachtte, maar op dit kleine plekje grond heb jij (even) overzicht en rust. En met het werken in de zwarte grond is het of je woelende gedachten via je handen daar achterblijven. Even vrede in je hoofd.

Calvijn noemde bidden een vorm van tuinieren. Spitten, graven, woelen. Naar iets dat onder de grond bewaard ligt en dat je vinden kunt, schatten die God daar heeft voor ons. Zelf tuinierster én bidder heeft dat beeld me altijd aangesproken. Tuinieren en bidden kan helend zijn, maar ook zwaar of niet mogelijk. Hoe kan je tuinieren als je je arm breekt, hoe kan je bidden als je hart zwaar is en je hoofd vol?

Misschien is dit wel het antwoord van God: die rust in het wieden van onkruid wanneer het rechtstreekse gebed niet wil. De schat die Hij voor ons heeft, verstopt in de natte, naar zoete schimmel ruikende, rijke aarde. Het is bidden met je handen en ontvangen in je ziel tegelijk.

Dat het toch maar even zomer worden mag.

%d bloggers liken dit: