Griekenland 2015 – Kassandra, Pella en Paulus

kassandraIk heb met twee voeten in het water van de Kassandra Golf gestaan en ben er toen snel weer uitgerend. Koud! De zon op mijn huid voelde weldadig, het water aan mijn voeten was nog ijs. Ik zie mezelf deze reis nog niet in badpak in het water spartelen, hoe graag ik dat ook zou willen! April is lente, zelfs in Griekenland. Mooie lente, dat wel. Warmer en zonniger dan in het Noordelijk halfrond. Sinds vorige week geen jas nodig gehad, geen paraplu. ’s Avonds nog wel heerlijk een vest en in bed een dekbed. Mijn ideale klimaat.

kassandra

Buiten bloeit alles hevig (Vasalis). In onze stadstraat zijn de bomen intens groen, de bloesembomen in andere straten zijn knalroze en de wilde bloemen langs de weg zijn door de felle zon neonroze, -rood, -blauw, en -geel.

Het schiereiland Kassandra was één uitstapje, een ander was dat naar Pella. Geboortestad van Alexander de Grote (356-323 voor Chr.). Vanuit Pella is hij zijn grote veroveringstocht begonnen richting het Oosten. Hij is zo ver als het Noorden van India gekomen. Omdat zijn soldaten het getrek beu waren is hij omgekeerd, maar niet linea recta terug gegaan naar Griekenland. Hij maakte een behoorlijke omweg en is onderweg in Babylon gestorven aan koorts. 33 jaar is hij maar geworden.

Pella, ten N-W van Thessaloniki
Pella, ten N-W van Thessaloniki

In Pella is het begonnen, daar heerste zijn vader Philip als koning en werd Alexander opgeleid o.a. door Aristoteles . Nu is daar, naast een archeologische site, een indrukwekkend archeologisch museum. Meestal ga ik gapen bij het woord archeologie. Na 3 scherven en 4 vuurstenen heb ik het wel gezien. Het vraagt teveel van mijn fantasie om me daar iets bij voor te stellen. Ik ben meer van de wat latere geschiedenis, met echte plaatjes en zo.

Dit museum echter overtrof al mijn verwachtingen. De overweldigende rijkdom aan vondsten in de regio van Pella is tentoongesteld op zo’n fraaie manier dat je het leven van de Macedoniërs mee ingezogen wordt. De vondsten dateren vanaf de 5e eeuw voor Chr. en zijn van hoge kwaliteit. Prachtig gereconstrueerde voorwerpen. Van het dagelijkse leven, van het religieuze leven, van het koninklijke leven. Van een sierlijkheid en schoonheid dat je je afvraagt of het wel echt is. Zo blasé ben ik dan. Het is te mooi voor mensen uit die tijd…pffff.

crowngoldpella'15
Eikenbladeren gouden kroon met eikeltjes
Gouden dodenmasker met sieraden voor een koningin
Gouden dodenmasker met sieraden voor een koningin

En het goud! Het meeste is gevonden in graven rondom Pella, als grafgiften voor het leven na de dood. Ringen, kettingen, armbanden, gebruiksvoorwerpen. Wat waren deze mensen voor kunstenaars dat ze dit konden fabriceren? Volgens de gids, die ons vrijwillig begeleidde in het uitgestorven, marmeren gebouw, zijn tot op heden nog geen overblijfselen gevonden van iets dat maar op een goudsmederij lijkt. Maar het goud is bewerkt op een manier die de hand van de meester verraadt. Flinterdunne repen goud, gegraveerd met bloempatronen of andere fijne decors. Kettingen met bedeltjes zo fijn dat, volgens de gids, men wel iets van een lens-achtig iets gehad moet hebben, zo delicaat is de bewerking. We zijn diep onder de indruk, van zowel de schoonheid als van de hoeveelheid goud. Als Dijsselbloem hier maar geen beslag op gaat leggen.

We rijden het (nieuwe) stadje in om wat te drinken. We parkeren onze auto en lopen richting een terrasje. Een paar mannen zijn een looppad aan het aanleggen in een moestuin. Een van hen roept ons toe: ‘Where are you from?’ Men ziet blijkbaar direct aan ons dat we toeristen zijn. ‘Holland!’, roepen we. The Netherlands kennen ze hier niet. ‘Aah!’, roept de man, ‘Jeroen!’

no greek beer
no greek beer

Echtgenoot pijnigt zijn geheugen om een voetballer te bedenken die Jeroen heet, vertelt hij later, maar ik heb ‘m door! ‘Yes, Jeroen Dijsselbloem!’ roep ik neutraal, want ik weet niet hoe de pet staat hier. We riskeren niets en roepen: ‘Not so good, right? Too strict?’ De man kijkt ons aan en denkt even na en verklaart dan heel ernstig:  ‘I think Jeroen is a good man, good for our economy. He means very well.’ We worden er warm van. Jeroen is tenslotte ook een beetje van ons. We wensen hem sterkte en zoeken een terrasje op. Om de Griekse economie weer een kleine impuls te geven bestellen we Grieks bier. ‘Sorry’, zegt de kelner, ‘we only have Heineken and Amstel’.

Ja, zo schieten we niet op natuurlijk!

Onze tien dagen Thessaloniki zitten erop. Het was een zeer boeiend bezoek aan deze stad. Er is veel te zien aan (zeer oude) kerken, ruïnes uit de Romeinse tijd en de heerlijke zee altijd in de buurt. Het is er levendig, heel veel jonge mensen, alle terrassen zitten altijd vol. We hebben lang niet alles gezien nog.

agora
Agora Thessaloniki

Indrukwekkend was ook om over de Agora, marktplaats, van het oude Thessaloniki te lopen waar vrijwel zeker de apostel Paulus ook zijn werkplaats gehad moet hebben als tentenmaker en waar hij problemen kreeg met de Joden omdat ze niet wilden dat hij er het evangelie over Jezus als Messias verkondigde. Ze beklaagden zich bij de Romeinen en lieten hem wegjagen. Onder de Griekse bekeerlingen tot het jodendom waren er namelijk die de woorden van Paulus geloofden. Hier speelde zich het af. We hebben als eervolle nagedachtenis een kleine magneet-icoon van de apostel Paulus gekocht. Iconen te kust en te keur maar deze was toch moeilijk te vinden.

Morgen vertrekken we naar de bergen. Naar Metsovo. Wordt vervolgd!

Griekenland 2015 – Dieven, Duits en Doe-oeg!

Dieven

Vrijdag lopen we naar het Museum van Volkenkunde, niet ver van waar we een AirBnB hebben in Thessaloniki. We bivakkeren in de nieuwe stad, één en al hoogbouw, maar op een plezierige manier gebouwd. Om problemen met parkeren te vermijden lopen we de meeste afstanden. Dat is ook een leuke manier om de stad ‘op te snuiven’ en dingen te ontdekken die je niet persé zoekt, zoals die dag een grote, open markt in de Chalkidikistraat. We lopen er min of meer tegenaan.

Kim's impressie van de vismarkt
Kim’s impressie van de vismarkt

We besluiten er een tijdje rond te lopen. Hadden we dat maar nooit gedaan. We zien veel kleding, veel tassen, zoals op elke markt in de wereld. Maar allengs begint het voedselgedeelte. En dan vind ik het interessant worden. Prachtige fruit en groente, gedroogde vruchten, kazen, enorme kramen met alléén maar olijven. En dan de kramen met oogverblindende, zilver-verse vis: makreel, sardines en soorten waarvan ik de naam niet ken, maar die zo mogelijk nog meer versheid spetteren dan de sardientjes en de makreel tezamen. Oh, wat een schoonheid bij elkaar. Verse inktvis, gamba’s, glinsterend zwarte mosselen, het houdt niet op.

Ik besluit van al dat moois een foto te maken. En dat is het moment waarop onze dag in één seconde verandert van puur plezier in frustratie van het zuiverste soort. Ik zeg het netjes. Ik grijp namelijk in een leegte. Na drie keer mijn tas ondersteboven gekeerd te hebben is het 100% zeker: mijn mobiel is er niet meer. Verschwunden, gepikt, weg! Alle behulpzame Grieken weten onmiddellijk wie het gedaan hebben: de Bulgaren. Dat weet ik niet. Wel dat een of andere gluiperd zijn tengels in mijn tas gestoken heeft en mijn digitale smartbaby gestolen heeft. Ik ben geamputeerd.

Naar de politie. Niet makkelijk te vinden. Als we in Nederland meer blauw op straat wensen, dan weet ik niet wat er op het politieke verlanglijstje van de Grieken staat: we moeten de eerste patrouillerende agent nog tegenkomen hier. Het kost ons nogal wat moeite het politiebureau te vinden dat nergens aan de buitenkant is gemarkeerd met zelfs maar het woord politie. De blauwe hekjes buiten zijn eigenlijk het enige wat ons doet vermoeden dat hier (wellicht) het bureau is. Zijn de Grieken misschien anti-politie door hun militaire verleden?

Binnen spreken we een aardige politieagent in burger. Zijn kantoor ziet er meer dan armetierig uit. Stoeltjes met het schuimrubber eruit puilend, gordijnen met af en toe een haakje en aan de muur vergeelde iconen, uitgeknipt uit een tijdschrift en scheef ingelijst. De man spreekt gelukkig Engels en begint met de aangifte. Tot mijn grote verbazing is de eerste vraag hoe mijn vader en moeder heten. Ik schiet in de lach en zeg dat die allang dood zijn. Ik vind het ontroerend eigenlijk dat ik op mijn zestigste nog beginnen moet met de namen van mijn pappa en mamma. Father: Henk en mother: Coba, schrijf ik op een wit vel papier voor de agent. Ze moesten eens weten. Het zal een reden hebben en ik ben tenslotte nog steeds hun dochter…Na lang wachten is het formulier klaar. In het Grieks. No English? No English. No Deutsch? No Deutsch.

Een rotdag dus.

Duits

Vandaag waren we in de Grieks Evangelische Kerk. Hartje Thessaloniki. Op goed geluk erheen gereden met het voornemen de dienst te ondergaan al zouden we er niets van begrijpen. Maar onze achterbuurvrouw regelt bijna onmiddellijk een tolk voor ons. Een Griekse zuster die in Duitsland opgroeide als kind en simultaan de preek voor ons vertaalt in het Duits. Een Zweedse zuster luistert mee. Na de dienst worden we hartelijk begroet door verschillende mensen, ofwel in het Duits (oudere broers en zussen) ofwel in het Engels (jongeren). Men is heel gastvrij en vriendelijk. De voorganger van vandaag, Alexandros Pipilios  komt uit Athene en heeft in Amerika gestudeerd. Hij kent zelfs Nederlandse theologen. Zoals Stefan Paas en Rikko Voorberg. Kleine wereld. Alexandros leidt een gemeente in een achterstandswijk in Athene. Leuke kennismaking!

Doeoeg

Na de dienst zoeken we een terrasje (when in Rome…) voor een kop koffie. Ik neem een dubbele espresso. Verrukkelijk. De Grieken weten hoe je een kop koffie moet zetten. In de zon, met een zacht windje vanaf zee, ah..het leed van de telefoon lijkt lang geleden. Wat doen bezittingen ertoe wanneer je na een mooie kerkdienst-met-avondmaal je zo mag koesteren in de zon en het Licht van Gods liefde?

Als we de auto gaan ophalen uit de garage stoppen we nog even bij een eettentje waar we een quiche-achtige snack kopen voor middageten. De Griekse verkoper wil weten waar we vandaan grieksemankomen en als ik ‘Nederland’ zeg begint hij te stralen en roept heel hard: Goe Gaat Get?? Hij heeft op de Griekse eilanden gewerkt vroeger en een mondje Nederlands geleerd. Hij spreekt ook goed Engels en we leggen hem een aantal van onze meest prangende vragen over de Griekse taal voor. Hij blijkt een goeie leraar en we leren weer een paar woordjes erbij! Hij zou uren door kunnen gaan, maar er komen nieuwe klanten binnen. We kopen onze broodjes en wensen hem veel succes en zeggen dat we deze week nog weleens terug zullen komen.

Als we de winkel uitlopen en hem in ons beste Grieks groeten horen we opeens, terwijl we al buiten staan: Doe-oe-oeg! Met precies de juiste intonatie. Hoe Nederlands!

Griekenland 2015 – Waar ben ik en hoe heet het?

Vandaag weer veel gelopen. We hebben weliswaar een auto gehuurd, maar die is er voor de lange afstanden. Niets leuker om een stad te verkennen dan er dwars doorheen te lopen. De geuren opsnuiven, de winkels en bedrijfjes bekijken, de mensen, de kinderen en hier in Thessaloniki vooral de studenten. Het lijkt wel of de stad uitsluitend bewoond wordt door jonge, vlotte, druk gesticulerende en pratende, groepjes studenten. Gemiddelde lengte, gekleed in de universele mode van jeans, tops en sneakers. De meisjes met grote zonnebrillen, lange haren; de jongens met veelal kort haar, een enkele baardige uitzondering daargelaten. De hipster-look die je in Nederland veel ziet is hier nog niet algemeen doorgedrongen.

greekgirl

Alsof er geen grote economische problemen in het land zijn, zitten ze vrolijk converserend op de honderden terrasjes, hun ijskoffie of biertjes te drinken. Goed voor de horeca in elk geval. Ze spreken redelijk tot goed Engels en zijn het van harte bereid te doen, zonder veel schaamte. Onze stamelende Griekse probeersels worden meestal vriendelijk ontvangen, maar steevast in het Engels beantwoord.

20150423_140508

Vanmiddag hebben we de oude stad van Thessaloniki bezocht. De Romeinse en Byzantijnse ruïnes bekeken. Keizer Galerius, 4e eeuw AD, bouwde hier een paleis, een basiliek en een poort. De funderingen van het paleis liggen in de oude stad en je kunt ze achter een hek zien, maar je kunt er niet (meer) dichterbij komen, helaas. Waarschijnlijk door de crisis is er geen geld meer om het te onderhouden en toegankelijk te maken. Nu hebben de vele straatkatten er bezit van genomen. Ze kunnen er ongestoord slapen in de warme lentezon.

Op een hoog punt van de oude stad staat een prachtige toren. De plek biedt een schitterend uitzicht over de  stad beneden en de zee. In dit gedeelte van Thessaloniki zien we eindelijk huizen in plaats van hoogbouw. Veel oude huizen zijn er niet meer. Blijkbaar heeft in 1917 een enorme brand vrijwel alles verwoest. 70.000 mensen raakten dakloos. Zou dat de reden zijn dat men toen alleen maar flats is gaan bouwen? Het is frappant en we hebben nog nooit een stad bezocht, tot nu toe, met alleen maar hoogbouw. Het zijn geen galerijflats, zoals wij ze kennen in veel wijken in Nederland. Ze ogen vriendelijker en minder gesloten. De balkons zijn ruim, zijn vaak halve tuinen en de mensen leven duidelijk meer buiten op de balkons. Maar toch, apart is het wel.

Leuke ervaring vandaag. Echtgenoot is een kaartenman. Gelukkig, want we rijden in alle vreemde steden meestal zonder enig probleem, door het drukke verkeer naar onze bestemming. Omdat hij zich oriënteert door het ‘lezen’ van kaarten. Die zitten dan in zijn hoofd zodat hij een idee heeft van Noord , Oost, Zuid en West, terwijl ik als een zombie naast hem zit, met de kaart ondersteboven voor me en meestal minstens vier straten ‘achter’. Dan weet hij aan te wijzen, al rijdend: daar zijn we nu. Magie noem ik het. Hersenen noemt hij het en ruimtelijk inzicht.

20150423_140728 20150423_141255

Op die mooie plek met het prachtige uitzicht waar we vanmiddag waren, zag ik echtgenoot naar de kaart turen. Het was dan wel een mooie plek, maar was dit ook de plek waar hij heen wilde gaan? Hierin verschillen wij al vele jaren. Eigenlijk kan het mij totaal niet schelen waar een plek is, hoe die heet en hoe ik er moet komen. Ik onderga de schoonheid, geniet van het uitzicht en kijk naar de bloemen, de mensen en maak foto’s. Dan ben ik klaar. Echtgenoot daarentegen moet zich eerst kunnen oriënteren. Waar ben ik en hoe heet het hier? Op de onduidelijke kaart kwam hij er niet uit. Een Griekse meneer die naast hem stond sprak wel wat Engels. Is dit de zo en zo toren, vroeg echtgenoot hem vriendelijk. De meneer nam echter de gelegenheid te baat een weidse beschouwing over álles wat we zagen te geven. Echtgenoot veinsde interesse, maar ik vermoedde dat hij slechts wachtte op de bevestiging op zijn vraag. En inderdaad, na wat bewonderende woorden voor de informatie kwam dezelfde vraag terug: Maar is dit de zo en zo toren? En wat was dit voor bouwwerk? De Griekse meneer was nog lang niet uitverteld en vervolgde, zonder in te gaan op de vraag, onverstoorbaar zijn relaas.

Ik was al onderweg naar wat anders, maar echtgenoot bleef geduldig luisteren. En zonder op te geven vroeg hij opnieuw, wijzend op de kaart, als om zijn woorden kracht bij te zetten: maar zijn we dan híer? De meneer wierp een achteloze blik op de kaart en vervolgde, in zijn (voor mij) onverstaanbare Engels, zijn college over de vele eeuwen geschiedenis van de stad. Eindelijk besloot echtgenoot dat deze man hem niet verder ging helpen en scheurde hij zich los, nog steeds in onwetendheid over de naam van de plek waar hij stond. Waar ben ik en hoe heet het hier, hij was geen steek verder gekomen. En ik wist alles al wat hij vertelde, mopperde hij me toe. Dan toch maar gaan genieten van het uitzicht-zonder-naam.

20150423_140715

De plek is overigens het prachtige uitkijkplateau richting de oude stad, een van de torens van de oude byzantijnse stadsmuren  gebouwd rond de oorspronkelijk stad in de 4e eeuw, maar in de loop van de eeuwen vaak uitgebreid en gerestaureerd. Nu werelderfgoed.

Griekenland 2015 – Thessaloniki

Eindelijk, eindelijk. Al 15 jaar zeggen echtgenoot en ik dat we naar Griekenland willen. De vader van één van onze schoonzonen is Grieks en kwam uit het noorden van Griekenland. De verhalen over het land maakten dat we er steeds meer zin in kregen het met eigen ogen te zien. (Naast natuurlijk de verhalen van de bekende apostel Paulus in het Nieuwe Testament! Kim vroeg aan de dame in de supermarkt of ze ook wijn hadden in zijn beste poging om Grieks te gebruiken, maar het nieuwtestamentisch Griekse woord voor ‘wijn’ leverde als enige resultaat een glazige blik op en geen 20 vaten met de beste soort.)

De deplorabele situatie van het land de laatste tijd, maakte geen verschil in ons voornemen. Het zette ons juist aan er wél heen te gaan. Alle beetjes helpen, zelfs onze magere euro’s besteed aan Airbnb, cappucino’s en de supermarkt.

view from balcony Thessaloniki
view from balcony Thessaloniki

Gisteren vlogen we: bestemming Thessaloniki. Tien dagen airbnb in een woonwijk, flatje-met-balkon op de vijfde verdieping. Oud studentenflat van Anastasia die nu in Geneve werkt als architect. Dat is jammer voor de Griekse economie, wel fijn voor haar. We worden ontvangen door Fotini, ook oud-student, die nu, na vijf jaar Londen, in Istanbul woont. Ook weer niet een injectie voor de Griekse economie, maar opnieuw, fijn dat ze werk heeft. De derde die we ontmoeten is Cleopatra, een prachtige Griekse vrouw, goeie vriendin van Anastasia. Zij woont en werkt in Thessaloniki. Halverwege de avond komt ze ons elektriciteitsprobleem oplossen.

Onze eerste indruk: we zijn hier helemaal thuis! Net als in Turkije, jaren geleden, zeggen we alphabetsteeds: het is net Korea! Een bepaalde manier van leven, op straat, buiten, de tentjes met eindeloze prullaria, de winkeltjes met de deuren open, de kinderen, een ietwat verslonsde, mooie doorleefdheid, zoals een mens op leeftijd er uit kan zien.  Het geeft ons een gevoel van thuiskomen. Het is moeilijk te omschrijven. Misschien is het wel de cultuur van een land waar het meestal mooi weer is, zodat alles meer op straat plaatsvindt. Het is ook maar een eerste indruk. Wie weet moet ik hem nog bijstellen.
Wat ook bijdraagt aan de Korea-indruk is het schrift. Ook daar liep ik de eerste tijd alleen maar te spellen: wat staat daar? Vandaag eerst maar eens het alfabet bestuderen en uit mijn hoofd leren. Dat zal aanzienlijk meer tijd kosten nú, dan toen. Maar goed voor de grijze cellen.

Na ons eerste potje  gekookt te hebben (bonensoep met kip+ brood en kaas+olijven; boodschappen in de super op de hoek) lopen we naar de zee. Onze eerste aanblik van de Egeïsche Zee. Thessaloniki ligt aan een baai en heeft langs de waterkant een kilometerslange boulevard aangelegd. Zeer populair onder wandelaars, fietsers en flanerende families.

BOARDWALKTHESS1'15
Boardwalk Egeïsche Zee, Thessaloniki

We lopen wat en drinken een ice-cappuccino, Thessaloniki blijkt beroemd vanwege de koffiecultuur. De grote hoeveelheid coffeebars was ons al opgevallen! Van de kelner leer ik mijn tweede Griekse woord: Efharistó, dank je wel!

BOULEVARDTHESS1.'15

 

De eerlijkheid gebiedt te vertellen dat er ook veel leegstand is, met name bij restaurants. Het lijkt erop dat mensen wel koffie of een biertje gaan drinken, maar uit eten gaan is net te duur. Ook dat is een eerste indruk! Maar dit soort plekken zagen we langs dezelfde boulevard.Dank zij mijn alfabet-spiekbriefje kan ik het woord onder NATO nu lezen: Phasista…

BOULEVARDTHESS.'15

%d bloggers liken dit: