Back to the US of A – Casper Wyoming

Ooit van Casper, Wyoming gehoord? Ik niet in elk geval, tot vandaag. Het is een overnachting op onze reis naar Rocky Mountain National Park in Colorado waar we een paar dagen in de bergen willen wandelen. We boeken een hotelkamer voor één nacht, ongeveer op de helft van de reis die in totaal 10 uur zal zijn.

Dwars door de prairies rijden we van Rapid City, SD, richting het Westen en dan zuidwaarts naar de staat Wyoming. Er wonen 500.000 mensen in heel Wyoming. Een gebied dat waarschijnlijk vijf keer de oppervlakte van Nederland heeft. En dan spreken we over één van de vijftig staten in de VS. Dit land is immens. Ik voel me een dwerg in deze ruimte. Zover mijn oog kan zien reiken de vlaktes, heuvels, velden, graslanden, en nog eens vlaktes. En daarboven de hoogste luchten met de meest grillige wolkenformaties, die als de zon schijnt hun even grillige schaduwen op het landschap projecteren. Ik moet aan een strofe uit een gedicht van Vasalis denken waarin ze dat zo mooi verwoordt:
Het licht vlaagt over ’t land in stooten
wekkend het kort en straf geflonker
der blauwe wind-gefronste sloten;
het gras gloeit op, dooft uit, is donker.

.

In Caspar aangekomen vinden we ons hotel en gaan op zoek naar een restaurantje om wat te eten. Caspar is uitgestorven. Er is geen kip op straat. Het is Memorial Day en iedereen is blijkbaar elders. Middenop de straat maak ik een foto. Er zijn zelfs geen auto’s en dat in dit land. Met 500.000 inwoners heeft Wyoming waarschijnlijk wel 1,5 miljoen auto’s op z’n minst! En niet van die kleintjes ook.

Maar nee, de straten en stegen zijn verlaten. Mijn echtgenoot en ik lopen een rondje door het centrum of wat daarvoor moet doorgaan. En we besluiten terug te gaan naar de auto en ergens anders ons geluk te beproeven.

In een fractie van een seconde veranderen de plannen. We lopen een lichte helling af, Ik struikel over een ongelijke stoeptegel, en ga keihard tegen de grond, met mijn snufferd als stootkussen. En dan zit ik op de grond en voel het bloed door mijn vingers sijpelen. Echtgenoot rent naar het dichtstbijzijnde huis, maar ook dat is verlaten, net als de rest van de spookstad. Wat te doen? Ik denk dat ik doodbloed en wil niet alleen blijven. Eindelijk stuurt God twee engelen in een auto. Ze stoppen, hebben keukenpapier om het bloed te stelpen en ik word in de auto gehesen richting Emergency. Are you from the Netherlands? Awesome! What in the world are you doing out here in Caspar? Well….just staying overnight…

Alles valt natuurlijk mee. Een snee in je hoofd bloedt als een rund maar achteraf hoef ik alleen geplakt met een soort sekonde lijm. Ik krijg een tetanusprik en een icepack voor mijn schouder die meer dan mijn gezicht de eerste klap op heeft gevangen. Eind goed al goed.

Ooit van Casper, Wyoming gehoord? Ik zal het in elk geval niet meer vergeten. 

Back to the US of A – Rapid City en de Indianen

Vandaag was een Native American dag. Het weer is beneden alle peil hier in Rapid City SD. Ik heb sinds woensdag nog geen hogere temepratuur afgelezen van de gigantische electronische thermometer voor het hotel dan 47 gr. F, dat is zoiets als 10 gr. C! Daarbij regent het. Hele natte regen.

Vanmorgen was het enige tijd droog en togen wij naar downtown Rapid City om wat vertier te zoeken. Naast het Journey museum, een museum over de geschiedenis van de Black Hills is er ook het Dhal Arts Center. Een combi van galerie, museum en educatie. Uiteraard volledig in handen van vrijwilligers. Mooie kunst gezien van South Dakota kunstenaars professioneel en amateurs van een middelbare school. Derde plaatje van links is van een scholier.

Er bleek daar tevens een Indiaanse kunstmarkt gaande. Met dansoptredens en muziek.. Rapid City kent een grote populatie Indianen, die hier politiek correct, Native Americans worden genoemd. Je herkent ze direct aan hun uiterlijk, donker, Aziatisch met veelal lang haar in een staart of vlecht en helaas aan het feit dat de meerderheid aan obesitas leidt. Ze behoren veelal bij de armste laag van de bevolking. De oudere generaties leven op de reservaten, grote stukken land hen ooit toegewezen, in armoedige huisjes/krotten. De jongere generaties woont ook wel in de stad zelf. Er zijn hier Indiaanse scholen, die echter vaak van bedenkelijk niveau zijn. De situatie van de Amerikaanse Indianen is triest. Ze leven van een uitkering, als een goedmaker voor de slechte behandeling in het verleden. Het heeft tot armoede geleid omdat men geen enkele stimulans had en heeft om te werken. Op de site van de Lakota Stichting vond ik een link naar een journaal item van de NOS over het Pine Ridge reservaat dat bij Rapid City ligt.

Ook Kelly Looking Horse, een Lakota indiaan met wie we in gesprek raakten op de markt deelde de pessimistische visie op zijn volk. Een oudere man die zich inzet voor het behoud van de Lakota taal en cultuur. Hij gaf aan dat de uitkering een van de redenen is dat er onder Indianen zo weinig initiatief is. We zijn een ‘waiting nation’, zei hij. We wachten op ons geld en we wachten op onze voedselbonnen. En dat is het dan.

Het is een vicieuze cirkel. Met tragische gevolgen. Alcoholisme, drugsgebruik, werkeloosheid, armoede en een steeds toenemend gebrek aan gezondheid.

Kelly Looking Horse gaf ons echter een ander gevoel. Hij is een trotse man. Bezig met de schoonheid van zijn eeuwenoude cultuur. Hij vertelde ons contact te hebben met (of all places!) een organisatie in Nederland, de Lakota Stichting. De stichting organiseert reizen naar de prairies van Noord Amerika en Indianen dienen als gidsen en reisleiders. Frappant toch wel. De stichting heeft een heel informatieve site.

De cultuur van Indianen fascineert me. De oude foto’s van Indianen in hun traditionele kleding, trots en fier, staan in zo’n schrijnende tegenstelling tot wat er van dit volk geworden is. Waar ligt dat aan? Waarom is het ene volk initiatiefrijk en actief in staat zich aan nieuwe omstandigheden aan te passen? En blijft het andere volk bij de pakken neerzitten en verzandt in armoede en ellende? Het is mij een raadsel.

Prachtig was het te zien hoe trots opa Kelly was op zijn drie kleinkinderen die traditionele dansen opvoerden onder begeleiding van hun grootvader!

het derde kleinkind was 18 maanden en verdween af en toe uit beeld, maar deed zeker ook haar best mee te draaien in de dans. Links een jongen, rechts een meisje.

%d bloggers liken dit: