Wat is jouw verwerkingsmechanisme?

Stilte aan het Parelpad
Het is stil geweest op Parelpad.com. Ik had weinig inspiratie; twijfelde wat aan het nut van de blogs ( ‘wat maakt het nu eigenlijk uit of ik wat schrijf of niet?’); de gewone drukte van het leven; een zekere luiheid; teveel boeken om te lezen; de postzegel tuin die toch altijd nog bergen snoeiwerk en onderhoud vraagt, kortom een combi van factoren. Nu er steeds vaker mensen vragen of het wel goed gaat ‘want ik zie geen blogs’ toch maar weer de digitale pen gepakt. Wie mij langer volgt is bekend met de Black Dog die me af en toe bezoekt. Of die er weer was, vroegen sommigen. Wel een mooi idee dat mensen op die manier naar me vragen. Het maakt dus wel uit of ik schrijf of niet in elk geval.

Black Dog?
Of de Black Dog er was/is kan ik niet goed zeggen. Helemaal jofel gaat het niet, merk ik en dat heeft verschillende oorzaken, denk ik. Reina Wiskerke van het Nederlands Dagblad schreef onlangs een column waarin ze het had over haar verwerkingsmechanisme. (column achter een betaalmuur) Hoe gaat ze om met bijvoorbeeld de snelle veranderingen in de kerkelijke gemeenten waartoe zij (en ik) behoren? Even kort door de bocht: eerst kon niet wat nu opeens moet. Wat onbijbels was is nu bijbels en een opdracht. Hoe ook iemands mening is, de radicale ommekeer is opvallend en doet wat met je, schreef zij.

Verwerkingsmechanisme
Het woord verwerkingsmechanisme bleef bij me haken en maakte me bewust van dat fenomeen. Wat is eigenlijk mijn verwerkingsmechanisme? Bij prangende gebeurtenissen, zeg maar. En dan heb ik het niet alleen over kerkelijke situaties. Er gebeurt meer dat moeilijk is in een mensenleven. Na wat zelfonderzoek moest ik tot de conclusie komen dat mijn verwerkingssysteem bestaat uit een soort aftocht is. Een naar- binnentocht. Ik creëer onbewust een rubberen laagje om me heen waarachter ik schuil en ondertussen de gebeurtenissen zich zie ontwikkelen. Reina Wiskerke heeft het over een helikopterblik. Erboven hangen dus en je op die manier ook min of meer terugtrekken uit de onmiddellijke situatie.

Dat heeft voordelen. Je verlaat de gevarenzone en neemt de gelegenheid de dingen van alle kanten te bekijken. In mijn geval heeft dat tot gevolg dat mijn hoofd ongeveer een driedubbele afmeting krijgt door al het denken. Dat hoofd tors ik steeds mee dus dat is een nadeel. Van denken word je moe. Ook een nadeel. Nog een nadeel: je staat overal een beetje buiten.

Nature-nurture
Interessanter is natuurlijk de vraag waarom iemand een bepaald verwerkingsmechanisme heeft ontwikkeld. Waarom trek ik me innerlijk terug en echtgenoot niet bijvoorbeeld? Die is van de actie en de oplossingen. Ik ben van de flight en hij van de fight. Dat heeft veel met nature-nurture te maken denk ik. Als jongste van een gezin van vijf met grote broers en zussen heb ik me (gevoelig mamma-kindje dat ik was) vaak onveilig gevoeld. Ruzies en conflicten (die er tot op zekere hoogte bij horen in een groot gezin) heb ik als heel bedreigend ervaren. Zoiets heeft invloed op je ontwikkeling: Ik ben een volbloed conflictvermijder geworden. Waar ik van baal, want het is gebaseerd op die kinderangst: Ieder verschil van mening kan immers ontaarden in hoogoplopende ruzie. En ruzie is verlies van verbinding. Iets wat ik in mijn jeugd dan moest terug verdienen door ‘lief te zijn’.

India
De stilte op Parelpad is dus enigszins het gevolg van mijn verwerkingsmechanisme. Ook de terugkeer in Nederland na twee-en -halve maand India heeft me meer moeite gekost dan verwacht. Vreemd zou je zeggen, zo lang is dat toch niet en fijn om weer thuis te zijn. Daar heb ik dus ook heel lang over na moeten denken waarom het toch niet zo voelde, afgezien van het feit dat het heerlijk was (klein)kinderen weer in de armen te sluiten. Er bleef toch een gevoel van vervreemding. Ik ben er nog niet helemaal achter. Maar ergens heeft het te maken met een gevoel wat veel mensen die lang in het buitenland hebben gewoond zullen herkennen, namelijk het gevoel van ‘nergens helemaal thuis zijn’. Niet kunnen delen wat het betekent in een totaal andere cultuur mee te draaien en thuis niet helemaal meer thuis te zijn. Het bracht veel herinneringen terug aan onze periode in Zuid Korea en daarna. Een volgende blog wellicht over die buitenlandgevoelens. De stilte is in elk geval weer doorbroken!

Vakanties en vreemde ogen

Vreemde ogen dwingen, zeggen ze wel. Maar vreemde ogen zien soms ook dingen die je zelf niet (meer) ziet. Neem vakanties bijvoorbeeld. De hoeveelheid vrije dagen die wij in Nederland hebben is in de ogen van veel buitenlanders ongelooflijk. Onze dochter keerde na vijf jaar New York terug en was stomverbaasd (na de harde werkelijkheid van Amerikaanse werkomstandigheden) dat hier aan de telefoon doodleuk gezegd wordt bij de meest officiële instanties: Oh sorry, die is er pas volgende week weer, hij heeft wat vrije dagen opgenomen. Ze belde met een instantie (als de Zorgvergelijker of iets dergelijks) en stelde haar urgente vraag over verzekeringen ‘na verblijf in het buitenland.’ Degene die de telefoon beantwoordde wist er zo gauw geen antwoord op. Bij de volgende vraag bleef het ook stil. Dochter vroeg ‘vriendelijk’ of er misschien iets was wat hij wel wist, waarop hij moest lachen en eerlijk antwoordde dat hij alleen was ingehuurd om de telefoon te beantwoorden.

‘Dat zou je in Amerika nou echt nooit horen’ sprak een verontwaardigde terugkerende emigrant die nog in een cultuurschok verkeerde. De maanden juli en augustus spendeerde ze veel tijd aan nutteloze telefoontjes, waarbij het antwoord meestal was dat ‘die en die op vakantie was’.

Later op haar werk werd ze geconfronteerd met de realiteit dat in Nederland veel vrouwen in deeltijd werken. Als vervangend management-assistent via Tempoteam bestond een groot deel van haar werk in het regelen van afspraken met artsen en zorgverleners die allemaal op verschillende dagen werkten en ook nog eens verspreid over het hele land, op verschillende locaties.  Een ingewikkelde klus. 

Laatst las ik in de krant dat we het beste pensioenstelsel hebben vergeleken met veel Europese landen en zeker ook met Amerika. En vandaag nog las ik in het Nederlands Dagblad hoe goed onze kindercultuur ontwikkeld is. Uit de hele wereld komen hier mensen uit onderwijs, media en culturele instellingen kijken hoe wij dat doen. Dat speelse, interactieve leren.

Maar dan toch nog even die vakanties. In India kent men dat ook niet. Echtgenoot is gevraagd om een semester te gaan doceren daar. Maar de definitieve beslissing blijft uit zolang een aantal zaken nog niet formeel geregeld zijn. Dat vraagt wat tijd, want ja, inderdaad. Degene die daar verantwoordelijk voor is, is namelijk met vakantie… Je schaamt je bijna om dat te zeggen tegen hardwerkende rectoren die niet met pensioen kunnen en zes dagen per week werken…..

Toch zie ik het als een zegen. Er is in onze cultuur ruimte voor gezin en vrije tijd. Voor ontspanning en samenzijn. Als wij ervaren dat alles zo ‘druk, druk’ is, moeten we misschien weer even door ‘vreemde’ ogen naar ons leven kijken. Echt we leven in een paradijsje.

Arnoud en Matthijs

800px-Torrano_Chiesa
Torrano in Toscane, Italië

In het Nederlands Dagblad van vandaag:

Twee gewone jongens van 23. Studenten. Met plezier in avontuur.  Lid van christelijke studentenvereniging Navigators. Ze bedenken uitdagingen voor elkaar en samen. Denken ook sociaal en zijn begaan met medemensen die het minder hebben getroffen in het leven. De laatste uitdaging was een zomerhuis kopen in Italië. In een Toscaans bergdorpje, Torrano. Klinkt luxueus en niet helemaal iets voor studenten.

Het idee erachter? Het huis te huur aanbieden (voor een redelijke prijs) en van de opbrengst het huis ter beschikking stellen aan mensen met een beperkt budget. De huurder betaalt twee weken voor een verblijf van een week, de tweede week is dan voor een ander. Of je doneert een week voor een ander en verblijft er zelf twee weken (of langer). Wat een lumineus concept! En wat gaaf om te lezen dat er mensen zijn die niet alleen in verdienmodellen en winstmarges denken. Hoewel, mits goed gebruikt is er ook niets mis met winst. Maar toch, dit vind ik een verademing om te lezen!

Chapeau Arnoud Klop en Matthijs Bijkerk! En dank ND voor het bericht!

Alex(i)a at the ACME Hotel

Het klinkt als de titel van een popsong. Zoiets als Hotel California. ‘You can get in, but never leave…’

Maar Alexia* was onze eerste kennismaking met een robot. We sliepen onlangs een nacht in een hotel in Chigago, in de VS. Een leuk, wat alternatief hotel. Dat zie je al aan de inrichting. De rits is een tromp l’oeil.

hotelkamer chigago

breakfastroom acmehotel

Op tafel stond een cilindervormig zwart ‘ding’. In eerste instantie dacht ik dat het een speaker was of zo voor muziek uit een Iphone. Er stonden meer mij vaag bekend voorkomende digitale apparaten, waarvan het gebruik mij net ontgaat. Ik zie ze bij onze nazaten, die de laatste digitale ontwikkelingen op de voet volgen en steeds kleinere en handigere gadgets tevoorschijn toveren.

Alexia

Nu was deze zwarte toren niet zo erg klein, maar wel intrigerend. Vooral toen er vanuit het niets opeens een vrouwenstem klonk: ‘I do not understand the question’, of iets van dien aard. Ik schrok me een ongeluk, want behalve echtgenoot was er niemand anders in de kamer, en ik was me er ook niet van bewust iemand wat gevraagd te hebben. De zwarte toren  bleek dus een robot, bij nader onderzoek, met de naam Alexia. Voor mij een volkomen nieuwigheid, maar blijkbaar al langer in gebruik aangezien prof. Ad de Bruijne een column eraan wijdde in het Nederlands Dagblad van zaterdag 14 juli. (waarschijnlijk achter betaalmuur) Meerdere mensen rapporteerden dat Alexia een eng lachje had laten klinken, onuitgenodigd. Hoe zit het met de invloed van het kwaad op robotmacht? Daarover ging zijn column.

Onze Alexia vertoonde meer onkunde en onnozelheid. Hoe we haar ook bevroegen over tot hoe laat we in het hotel konden ontbijten, ze deed alsof ze ons niet begreep. ‘ Sorry, I cannot answer that question. Ask public transportation for time tables’, en meer van dat soort vreemde antwoorden. We kregen er wel lol in.
‘Alexia, where is the lobby?’
‘Alexia, What time is check-out?’
Maar Alexia was er niet van gediend. Ze begreep ons niet of wilde ons niet begrijpen. 

De volgende morgen hebben we de handleiding nog eens bestudeerd. Er bleek toch een manier te zijn waarop we haar aan het praten konden krijgen. Net op tijd om haar te horen zeggen: Thank you for checking in at ACME hotel.

*Alexia heet dus Alexa!

 

Tuinbacteriën en de Black Dog.

Vies, bah, modder, vuil, kattenpoep, gauw handen wassen. Zo leer je als kind meestal naar de grond te kijken. Met je blote handen in de aarde wroeten? Daar kun je enge ziektes van krijgen. Darminfecties en huiduitslag en nog meer.

Er is goed nieuws voor aardewroeters zoals ik. Mycobacterium vaccae particolare! Dit is geen Italiaanse blijde uitroep, maar de als een operatitel klinkende naam van een bacterie. Een van de beste die God in de aarde stopte bij de schepping: wie de bacterie inademt wordt blij en vrolijk. Misschien als troost en bemoediging voor alle zware arbeid dat de mens voortaan zwetend moest gaan verrichten na de val in de zonde?

Ik lees erover in het Nederlands Dagblad van zaterdag 21 april. Een artikel over hoe viezigheid ook zijn goede kanten heeft. Het ‘een-beetje- vies- is heel-gezond verhaal’ dus. Gezond wist ik. Ook dat ik en velen met mij opknappen van het werken in de tuin of gewoon, buiten zijn. Maar dat het te maken heeft met het inademen van een bacterie met zo’n vrolijke naam en dat die daadwerkelijk serotonine en dopamine opwekt in de hersenen is nieuw voor me.

Er zijn wetenschappelijke onderzoeken verricht met opmerkelijke resultaten. (Long)Kankerpatiënten die duidelijk vitaler en minder emotioneel belast raakten door injecties met het bacterie. Ook wordt er geëxperimenteerd met P(ost)T(raumatische)S(tress)S(yndroom) patienten in de VS.

Met je neus boven de aarde dus! En even met je handen wat rond woelen. En dan diep ademhalen. Laat die beestjes maar komen! Zo klein en onzichtbaar als ze zijn, ze verdrijven Black Dogs!

 

Maak me onrustig

In het Nederlands Dagblad van vandaag las ik in de rubriek Blogs en Bladen iets uit de Groene Amsterdammer. Hoofdredacteur Xandra Schutte schrijft daarin o.a. over naastenliefde. Ze bekijkt naastenliefde van verschillende kanten blijkbaar. Het thema van de Groene is ‘Heb uw naaste lief’. In het blad komt dan ook een priester- folosoof aan het woord, Roger Burggraeve.
Zijn woorden citeer ik hier want ze zijn heel treffend. Er bestaat namelijk een misverstand over wat naastenliefde met een mens doet. Je zou je er zo fijn bij voelen, dus uiteindelijk is het iets wat je voor jezelf doet.
Roger Burggraeve zegt heel nuchter: Naastenliefde is een voortdurende onrustige bewogenheid in jou, waardoor je zo over het lot van de ander in zit, dat die ander in jou komt te zitten. Het is dan ook geen pretje, naastenliefde.

Het deed me denken aan een lied, gezongen door Schrijvers voor Gerechtigheid: Maak ons hart onrustig.

Bloggen is leuk maar soms even niet

don_t-be-a-slave-to-writer_s-blockJa, dan zit je daar opeens weer met een ‘schrijversblok’. Dat overheersende gevoel van ‘alles is al gezegd, wat heb ik er nog aan toe te voegen?’ Als ik eerlijk ben is dat is natuurlijk waar. Niets van wat ik schrijf is super origineel of uniek, het is simpel mijn kijk op dingen, een verhaal over mijn ervaringen. En blijkbaar geef ik bij tijden weer wat anderen voelen of denken, of in ieder geval is mijn weergave interessant genoeg voor een groepje mensen om te lezen. En dat is leuk. En geeft voldoening. Ook al is het soms moeilijk te bedenken waar ik over schrijven wil.

In feite is het bedenken van een onderwerp niet zo moeilijk, maar mijn eigen meetlat ligt soms zo hoog dat ik halverwege het schrijven van een blog ermee ophoud..schrijven is best zwaar. Opnieuw beginnen, schrappen, inkorten, uitbreiden. En soms denk ik, toedeloe, ik ga lekker een detective kijken.

Maar na een inspirerend artikel (€0,95) over bloggen in mijn lijfblad, het Nederlands Dagblad (sommige bloggers schoppen het zelfs zo ver dat ze er hun brood mee verdienen!), voelde ik de vonk weer. Mijn boterham ermee verdienen gaat niet lukken, maar de voldoening van het schrijven is ook een soort loon. Waarom ik er niet aan kan verdienen ligt aan het volgende: om euro’s  te verdienen aan je blog bestaan er  volgens het artikel twee voorwaarden: 1. iedere dag bloggen en 2. focussen op iets wat jou onderscheidt.

En dat focussen, lezers, is mijn probleem.  Ik kan namelijk niet focussen. Daarom is er nog geen meesterwerk verschenen van mijn hand. linus-and-snoopy3Daarom staat ons huis vol met spullen uit alle tijdperken en periodes; en liggen er minstens 4 boeken op een stapeltje waar ik mee bezig ben.  Naast mijn bed en ook beneden. Ik neem me vaak voor hier wat orde in aan te brengen, maar ik zit blijkbaar zo in elkaar. Van veel een beetje. Van weinig alles.

Mijn hoofdinteresses zijn geschiedenis, en kunst in alle vormen en uitingen. Dat zie ik wel terugkomen in de derivaten die mijn bestaan vullen. Genealogie, en vooral de sociale geschiedenis van mijn familie, het verzamelen van oude spullen, vanwege de historie, de boeken die ik lees, de films die ik bekijk. Mijn hart gaat sneller kloppen zo gauw er oude en andere tijden aan te pas komen!

Mijn statistieken laten zien dat de persoonlijke verhalen het hoogst scoren. Familiegeschiedenis, de blogs over de laatste maanden van mijn moeders leven, de blogs over mijn worsteling met depressies. Ook reisverslagen doen het goed. Ook die zijn redelijk persoonlijk, geen tripadvisor blogs.

Dat is denk ik voor mij de beste focus: persoonlijk schrijven over wat ik lees, zie en meemaak: de mooie en de lelijke, de grote en de kleine dingen, in deze tijden of andere tijden.

Wat vinden jullie als volgers van mijn blog?

 

 

Thai Curry-(maaltijd)soep met quinoa en kip

THK-Quinoa-1-2Deze overheerlijke currysoep wil ik mijn volgers niet onthouden. Het recept dat me inspireerde komt uit het ND, uit een bespreking van een kookboek dat quinoa als ingrediënt wil propageren. Ik heb het recept uit de krant gescheurd en de krant is inmiddels verdwenen dus ik kan niet meer nakijken van wie het kookboek is. Maar aangezien ik het recept meer als inspiratie gebruik dan exact gevolgd heb geef ik het hier toch door zonder plagiaat te plegen, volgens mij.pastinaak

Nodig: 1 of 2 kipfilets
groene of rode Thaise curry 1 eetlepel.
quinoa 100 á 150 gram (even 5 minuten voorkoken)
1 citroen
0,5 blikje kokosmelk
1 prei of 1 ui
1 pastinaak (aardappel kan ook)
1 wortel
kippenbouillon 3/4 liter (blokje)
peterselie en koriander

Kipfilet in blokjes snijden, zout en peper erop en goed aanbakken in wat olie. Uit de pan nemen.
(voorgekookte) quinoa, pastinaak, wortel, prei of ui even bakken, currypasta toevoegen en afblussen met de kokosmelk. Bouillon toevoegen en 15 min zacht laten koken. Peterselie erdoor. En het sap van de citroen. Denk niet, het kan ook wel zonder…dat kan, maar de citroen geeft de soep juist een heerlijke frisse, karakteristieke smaak! Bij het opdienen in de soepkommen kan er eventueel nog wat koriander overheen gestrooid. Is lekker en staat mooi, maar niet iedereen houdt er van. Oh, en natuurlijk de kipfilet verdelen over de kommen. Eet ze!

Nog een link naar een erg interessante site over allerlei granen.

Twijfelstapel

“Je hebt er geen batterijen of snoeren bij nodig; je hoeft er geen onderhoudscontract voor af te sluiten; het is lichtgewicht, recyclebaar en biologisch afbreekbaar; het is draagbaar en kan moeiteloos de trein, de auto,de bus, het vliegtuig, je bed zelfs; het is geruisloos dus geen geratel, gebrom gezoem of gepiep; je hoeft er geen gebruikerscodes of wachtwoorden bij te onthouden, hebt er geen modem voor nodig en blijft telefonisch bereikbaar; voor een paar tientjes per maand kun je er onbeperkt gebruik van maken; je wordt niet bestookt met pornografie, oplichterstrucs of spelfouten; je hoeft er geen speciaal meubilair voor aan te schaffen en het zal Bill Gates geen cent rijker maken’. Uit: ‘Denken voor de spiegel’ van Neil Postman, mij verder onbekend.

neil postmanWat je natuurlijk nooit moet doen wanneer je boeken aan het opruimen bent, is erin gaan zitten lezen. Dat is vragen om problemen. Van de stapel boeken die ik apart had gelegd om ze eventueel via Facebook of aan vrienden te slijten pakte ik, zonder er bij na te denken, er eentje op en begon te bladeren.Techniek tegen het licht. Zo’n boekje dat je koopt omdat het uitgegeven wordt door je krant en om diezelfde krant (Nederlands Dagblad) te steunen. En ook omdat het interessant lijkt. Eenmaal in huis komt het er niet van om het te lezen. Ik ben meer van de romans of biografieën. Zo kwam het uiteindelijk op de twijfelstapel: niet zomaar naar de Kringloop, maar een ‘hoger’ doel. ad vlotAl bladerend stuitte ik op het bovenstaande citaat. Het gaat daar om de krant. De krant als oud communicatiemiddel dat zoveel voordelen biedt boven digitale info. Ik denk nog geschreven vóór het tijdperk van de digitale kranten en ook voor het bestaan van wifi en tablets wat het lezen van kranten vergemakkelijkt in openbaar vervoer en zelfs in bed. Wat mij trof was vooral een citaat, verderop in het artikel, over het verschil tussen kennis en informatie. Via de moderne media komt een onafzienbare stroom informatie op je af waar je van duizelt. Zoveel feiten en losse brokken info zonder context, dat je er kotsvol van zit zonder er veel mee op te schieten. Kennis, zegt diezelfde meneer Postman, verschilt van informatie in dat het georganiseerde informatie is. Het is info met een doel. Het is ingebed in een kader. Omdat je iets van voeding wil weten of geschiedenis. Dan vallen de feiten op hun plek. En krijgen samenhang. En daar komt de onmisbare rol van de krant in zicht. Een goeie kwaliteitskrant zal daarmee bezig zijn. Afhankelijk van hun levens- of maatschappijvisie zullen kranten o.a feiten duiden en gebeurtenissen een plaats geven in een groter geheel van dingen. Economisch, historisch, cultureel of godsdienstig. Hèt grote verschil dus tussen een site als Nu.nl of Nos.nl en bijvoorbeeld een krant als het ND of Trouw of NRC Ik zeg: Groei in kennis, steun de krant en neem een abonnement! Vóór ze verdwijnen. Oh en trouwens, heeft iemand nog interesse in het boekje? Want daarom lag het op de stapel.

Foto in de krant – Familie dynamiek

paenkinderen1954

En dan staat opeens deze foto in de krant. Mijn zus heeft hem ingestuurd naar de rubriek Dierbare foto’s van het Nederlands Dagblad. Daar wordt aan de hand van een foto, die een lezer instuurt, een kort verhaal verteld over de foto. Wie staan erop, waarom, wanneer en wat betekent de foto voor degene die hem op stuurde? Een leuke rubriek, die ik eerder ook aantrof in NRC Handelsblad. Ik hou van geschiedenis, van zwart-wit foto’s en van familieverhalen.

Maar dan staat er dus op een goede dag een zwart-wit foto van mijn eigen kleine geschiedenis in de krant. Ik zie een jonge, best charmante vader, gehurkt in zijn zwembroek, met vier kinderen in zwemkleding om hem heen. Mijn zusjes Loes en Thea en mijn broers Ed en Jacques. Twee donkere koppies, de meisjes en twee helblonde, de jongens. Mijn oudste broer Ed is een jaar of 9, mijn broer Jacques een jochie van 3. Mijn zus Loes, links voor, is 8 en Thea met haar arm door die van mijn vader, is dan een jaar of 5 of 6. Achter hen liggen de duinen en een leeg, uitgestrekt strand. Is het Ouddorp? Of Katwijk? Rockanje misschien? Geliefde vakantiebestemmingen uit die tijd.

Ik kijk naar die jonge gezichten van mijn broers en zussen en ben ontroerd. Waar zie je sterker een beeld van onbevangen vertrouwen in de wereld, dan in de gezichten van jonge kinderen? De toekomst ligt open, alles kan nog gebeuren. En veel verder dan de volgende duik in zee, een zandkasteel of ijsje denken ze hier nog niet. Het is vakantie en die waren altijd heerlijk, volgens mijn zus in het begeleidend artikeltje. Mijn vader was er voor de kinderen, op het strand spelen, badmintonnen, in de golven springen. Hij had net zoveel plezier als de kinderen, strandmens in hart en nieren als hij was.

Wie maakte de foto? Zou het mijn moeder geweest zijn? Het kan haast niet anders, maar ik kan me het toch eigenlijk niet voorstellen. Mijn moeder was atechnisch, hield niet van apparaten en liet fotograferen aan mijn vader over. Ik zie het zwarte kodakkastje nog voor me. Je keek er van bovenaf in en hield het op buikhoogte vast. Verrassend mooie foto’s maakte hij er mee, al duurde het poseren erg lang. Aan het gezicht van een van de zusjes te zien duurde deze sessie misschien ook lang. Ze heeft er geen zin (meer) in en wordt door mijn vader min of meer in een houtgreep vastgehouden: nog even!

Er ontbreekt natuurlijk iemand op de foto. Dat ben ik. Was mijn moeder zwanger van mij? Het is hier zomer 1954 waarschijnlijk. Ik ben van maart ’55, dus in een zeer pril stadium aanwezig. Mijn moeder wist het misschien nog niet eens. Het verhaal gaat dat ze naar de dokter ging omdat ze zich al een tijd niet lekker voelde. Ze meende al een jaar of twee in de overgang te zijn omdat ze niet meer menstrueerde. Dus het laatste wat ze verwachtte was de mededeling van de arts dat ze zwanger was van de vijfde. En die was al minstens drie maanden op weg. Wellicht is dit de zomer waarin ze meende dat er een makkelijker bestaan was aangebroken zonder luiers en huilende baby’s.

Vandaar dat ik misschien bij deze foto het gevoel krijg er niet bij te horen. Het gezin is af. Klaar. Ontspannen op vakantie. Het volgende jaar zal er een dik, nog onberekenbaar, veel aandacht nodig hebbend, flessen drinkend zusje bijgekomen zijn. Verstoorde ik het evenwicht? Waar zou ik staan op deze foto als ik er bij geweest was? Waarschijnlijk waar nu mijn stralende broertje op mijn vader leunt. Hij zou dan vervolgens staan waar mijn zus in de klemgreep van mijn vader hangt. En zij? Opeens groot zou ze naast oudere zus of broer geplaatst zijn. Of weg gerend omdat ze er geen zin meer in had. De positie die ze voor haar gevoel altijd heeft gehad in ons gezin: ergens tussenin, er niet bij horend. Zij kan zich niet herinneren wat de impact van mijn komst was. Mijn andere zus kan ik het niet meer vragen, ze stierf in 1992. Mijn broers moet ik nog maar eens om een reactie vragen.

Familie dynamiek. Boeiend, fascinerend en niet te onderschatten qua invloed.

%d bloggers liken dit: