Als kind had ik thuis een koosnaam. Ik had er zelfs twee. Waarschijnlijk omdat ik de jongste was en ‘natuurlijk’ door iedereen als heel schattig werd gezien (ik was eerder een verwend draakje). Hoe dan ook, ik werd ‘Poof’ genoemd en dat heeft best lang geduurd. Zelfs een van mijn zwagers noemde me nog zo af en toe.
De tweede koosnaam weet ik vooral dat mijn vader die gebruikte: Didi. En de broer boven mij. Het was echter een naam die minder lang mee is gegaan. Van beide namen is me de oorsprong totaal onduidelijk. Maar ik koester de herinnering eraan.
Wie schetst mijn verbazing toen ik hier in India herhaaldelijk mensen elkaar Didi hoorde noemen. Blijkt het de naam te zijn waarmee jongere vrouwen oudere (vrouwelijke) kennissen, familie of vriendinnen aanspreken: oudere zus. Zo word ik dus op mijn oude dag weer Didi genoemd door mijn lerares Hindi. Op mijn verzoek want Mem vind ik vreselijk. Dat stamt echt nog uit het Britse koloniale tijdperk.

Ik begin langzaamaan mijn weg te vinden. De eerste dagen durfde ik geen voet buiten de campus te zetten, uit angst te verdwalen. Gisteren ben ik, na wat oefenen, alleen op pad geweest. Begonnen met een taxi, verder gegaan met de Vikram. een soort minibusje op een bromfiets voor minimaal zes personen, maar als je geluk hebt eindig je met acht of tien. Het kan blijkbaar niemand schelen half op elkaars schoot te hangen. Voor 10 rupees (15 cent) kun je ook niet veeleisend zijn. Ik ben geen reclame voor de chauffeur want ik zie mensen afhaken als ze een witte, blonde vrouw zien zitten. Mijn schoot lokt hen niet aan, blijkbaar. Ik klaag niet.
Het was heerlijk om er weer alleen op uit te kunnen. In mijn eigen tempo, kijken en neuzen waar ik wil. Niet dat ik samen dingen doen niet leuk vind, maar af en toe zo’n dag heb ik nodig. Echtgenoot gaat er graag op uit op zijn fiets. Een oud wrak van de buurman dat hij heeft laten opknappen en waarmee hij nu zijn leven dagelijks in de waagschaal stelt. Tegen het krankzinnige, toeterende, niets en niemand ontziende verkeer in (men rijdt hier links) rijdt hij rustig naar de bazaar om boodschappen te halen. Zo hebben we beiden plezier. Maar mij krijg je voor nog geen goud op de fiets hier.
Wat niet went is het afval overal. Een lege plek en het vult zich onmiddellijk met stapels afval. Waar dan vervolgens apen, varkens en honden in gaan wroeten. Het is nu nog te verdragen maar als het straks warmer wordt moet de stank verschrikkelijk zijn. Het lijkt of iedereen zich er bij neerlegt. Onoplosbaar. Als je gaat ruimen ligt er morgen weer een berg; zo redeneert men. Mensen zonder scholing moeten opgevoed, want die doen het, zo zegt men. Maar ik zie overal ook zogenaamd opgeleide mensen die hun afval makkelijk laten vallen. En afval scheiden kennen ze hier helemaal niet. Wie gaat dit veranderen? De scholen? De overheid? Het lijkt onbegonnen werk met een bevolking van 1,2 miljard mensen…Er blijkt regelgeving te zijn, maar door corruptie komt er weinig van terecht. Een eerste begin is er wel. Winkels mogen geen plastic tasjes meer geven. In plaats daarvan krijg je een soort stoffen gevalletje, maar ik vermoed dat hier ook plastic in verwerkt zit. Het is wel sterker en kan makkelijk hergebruikt.


Ik ben blij met de groentemarkten waar ik verse groente koop als aanvulling op ons eten uit de kantine van de campus waar we verblijven. Dat eten is lekker maar groentes worden nog tot pulp gekookt. Als vlees eten we de meeste tijd kip. Rundvlees wordt hier niet gegeten vanwege het Hindoegeloof in de heilige koe. Wel is er heel af en toe buffel of varkensvlees. Maar daar is als vrouw moeilijk aan te komen omdat dit in de moslimwijk verkocht wordt. Het ligt gevoelig, want hindoes kunnen iemand er zomaar van beschuldigen rundvlees te hebben gekocht, in plaats van buffel en dan heb je de poppen aan het dansen.Of in de wat duurdere supermarkten. We missen het niet. Thuis aten we ook weinig vlees. Er is eigenlijk niets wat we missen aan voeding. Goed brood misschien. En kaas….!
Afgelopen zaterdag was het jaarlijkse Winterfest, een soort Bazar, waarmee de school die we steunen wat extra geld binnenhaalt. Bazar met een hoofdletter want er werd o.a een grote variëteit aan het lekkerste eten verkocht. Niet zomaar soep met een broodje burger. Ter plekke werd uit verschillende regio’s typische specialiteiten bereid. Een varkensgerecht uit het noorden, buffelkerrie en rijst-linzenpannenkoekjes, appam uit Kerala in het zuiden, momo’s, dimsum-achtige hapjes, uit Nepal. Kebab en kipkerrie met roti (plat brood) uit de Punjab, richting Pakistan. De hele dag ervoor en een groot deel van de nacht waren de studenten en sommige proffen bezig met uien, knoflook en vlees snijden. Een van de docenten was een marinade aan het maken voor twintig kilo kip! Knoflook, gember, koriander en chili. De volgende dag was dit het resultaat:
spicy bbq chicken- verrukkelijk! Appam gezichtsverven door studenten blije kinderen op het winterfest
En zoals overal was het meest populaire verkooppunt de tweedehands kleding. Graaien en zoeken naar koopjes is van alle culturen!. Ik heb voor een prikje (omgerekend 4 euro) twee sari’s gekocht om shawls van te maken. En er was gebakken! Een complete banketbakkerij aan cakes, muffins en taarten was er te koop. Aan het einde van de dag alles uitverkocht.
Het heet hier Winterfest, maar als wij zo’n dag in de zomer zouden hebben zouden we heel blij zijn. Het was stralend weer en 20 gr. De kou is duidelijk aan het afnemen. We dragen al een laag minder binnen en kunnen meestal zonder jas naar buiten. Binnenshuis is het nog kil. Vooral in ons appartement waar we geen zon hebben. Maar zelfs de kachel hoeft niet de hele dag meer aan.
Twee weken geleden regende het hard en dat betekent hier in Dehra Dun automatisch dat er sneeuw valt hogerop in de bergen. Er werd een vrije dag uitgeroepen en een hele bus studenten vertrok naar Mussouri, anderhalf uur rijden, op 2000 meter hoogte, om sneeuw te zien. Veel van hen komen uit plaatsen waar nooit sneeuw valt. Mussouri staat nog op mijn lijst voor te bezoeken plaatsen. Maar niet in de sneeuw!