Mijn Kringloop boekenlijst

Vaak ben ik van plan volgens een bepaald systeem te gaan lezen en dan erover te schrijven. Een neiging die  mijn nogal chaotische binnenleven wil ordenen.   Onder invloed van andere blogschrijvers bedacht ik laatst om van alle Nobelprijswinnaars voor de literatuur sinds mijn geboorte één of meerder romans te lezen. Overzichtelijk en te doen. Dacht ik. Ik moest  beginnen in 1955, dus een hele lijst. De eerste schrijver, Haldor Laxness, uit IJsland, was mij volkomen onbekend en het boek, Aan de Voet van de Gletsjer, was op z ’n zachtst gezegd ráár, (vond ik). Ik moest heel wat lezen over het boek om een idee te krijgen waar het in vredesnaam over ging. Magisch realisme, legendes, Scandinavische mythen, avantgardistisch…nou ja, van alles en nog wat. Not my cup of tea. Toch leuk om er kennis van te nemen.

Haldor Laxness
Lees verder “Mijn Kringloop boekenlijst”

Oudroze en hoe ik weer iets heb geleerd

Alles gaat bij mij geleidelijk. Ik heb inmiddels (na 60 jaar) over mezelf geleerd dat ik te snelle veranderingen niet fijn vind. Altijd heb ik even tijd nodig om te ‘wennen’. Als ik thuis ben wil ik eigenlijk niet weg, als ik weg ben wil ik in feite niet naar huis. Niks ergs. Goed mee te leven als je het weet van jezelf. Ik merk het ook aan dingen weggooien. Vind ik heel moeilijk. Planten die lelijk worden zet ik eerst een poosje buiten tot ze daar nog lelijker worden en dan kan ik pas afscheid nemen.

Mijn moeders kleding (ze overleed in 2006) is ook zo’n ding. In een keer alles weg doen bleek een tijd geleden een brug te ver. Ik bewaarde stapels truien waarvan ik wist dat ze die met zorg had uitgekozen en nog wat andere zaken. Van één trui heb ik nog een sjaal gemaakt. Langzamerhand voelde ik dat de tijd aanbrak om weer eens wat weg te doen. Ik heb toen de truien weg gedaan die ik zelf niet mooi vond. Maar de allermooiste, de kobaltblauwe, de oudroze, die heb ik weer terug in de doos gedaan.

Oudroze was een van mijn moeders lievelingskleuren. Ik ben ermee opgegroeid en was verbaasd toen mensen mij aankeken later en zeiden, oudroze, wat is oudroze? Ja, oudroze is roze maar dan oud.., verbleekt zeg maar. Best mooi, vind ik ook. Met grijs, of blauw. Een andere kleur die mijn moeder droeg, maar pas later. Aanvankelijk durfde ze niet zo op te vallen. Alles was pastel en tot op zekere hoogte kleurloos. Maar oudroze, dat kon.

Zo waren ook vele meubels oudroze bekleed. De eettafelstoelen, de fauteuils, allemaal van een rozig kleedje voorzien. Ook die heb ik nog staan. Wat moet ik er nu mee…? Met die vraag liep ik de laatste maanden rond. Enigszins in de greep van een opruimwoede. Wegdoen naar de Kringloop? Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. De stoel waar ze zo trots op was toen die net terug kwam van de stoffeerder. Eerst maar een poosje in de garage stallen.

upholsteringma'schairEn zo besloot ik op een mooie middag dat nu de tijd gekomen was om van deze stoel een project te maken. De bekleding eraf en gewoon eens kijken of ik dat zelf zou kunnen, bekleden. Dat heb ik geweten. Ik heb heus weleens een stoel opnieuw bekleed. Maar dat ging dan meestal van hatseflats, kussens eruit, stof eraf, nieuwe stof erop, klaar. Dit echter was van een geheel andere orde. De oudroze stof, waar mijn moeder zo trots op was, zat met drie miljoen nietjes en sierspijkers verankerd aan het hout van de stoel. In het zweet mijns aanschijns heb ik die eruit moeten wurmen. Met een schroevendraaier en een tangetje. Eén voor één.

Ik snap nu waarom meubels laten stofferen zo duur is.

Bloggen is leuk maar soms even niet

don_t-be-a-slave-to-writer_s-blockJa, dan zit je daar opeens weer met een ‘schrijversblok’. Dat overheersende gevoel van ‘alles is al gezegd, wat heb ik er nog aan toe te voegen?’ Als ik eerlijk ben is dat is natuurlijk waar. Niets van wat ik schrijf is super origineel of uniek, het is simpel mijn kijk op dingen, een verhaal over mijn ervaringen. En blijkbaar geef ik bij tijden weer wat anderen voelen of denken, of in ieder geval is mijn weergave interessant genoeg voor een groepje mensen om te lezen. En dat is leuk. En geeft voldoening. Ook al is het soms moeilijk te bedenken waar ik over schrijven wil.

In feite is het bedenken van een onderwerp niet zo moeilijk, maar mijn eigen meetlat ligt soms zo hoog dat ik halverwege het schrijven van een blog ermee ophoud..schrijven is best zwaar. Opnieuw beginnen, schrappen, inkorten, uitbreiden. En soms denk ik, toedeloe, ik ga lekker een detective kijken.

Maar na een inspirerend artikel (€0,95) over bloggen in mijn lijfblad, het Nederlands Dagblad (sommige bloggers schoppen het zelfs zo ver dat ze er hun brood mee verdienen!), voelde ik de vonk weer. Mijn boterham ermee verdienen gaat niet lukken, maar de voldoening van het schrijven is ook een soort loon. Waarom ik er niet aan kan verdienen ligt aan het volgende: om euro’s  te verdienen aan je blog bestaan er  volgens het artikel twee voorwaarden: 1. iedere dag bloggen en 2. focussen op iets wat jou onderscheidt.

En dat focussen, lezers, is mijn probleem.  Ik kan namelijk niet focussen. Daarom is er nog geen meesterwerk verschenen van mijn hand. linus-and-snoopy3Daarom staat ons huis vol met spullen uit alle tijdperken en periodes; en liggen er minstens 4 boeken op een stapeltje waar ik mee bezig ben.  Naast mijn bed en ook beneden. Ik neem me vaak voor hier wat orde in aan te brengen, maar ik zit blijkbaar zo in elkaar. Van veel een beetje. Van weinig alles.

Mijn hoofdinteresses zijn geschiedenis, en kunst in alle vormen en uitingen. Dat zie ik wel terugkomen in de derivaten die mijn bestaan vullen. Genealogie, en vooral de sociale geschiedenis van mijn familie, het verzamelen van oude spullen, vanwege de historie, de boeken die ik lees, de films die ik bekijk. Mijn hart gaat sneller kloppen zo gauw er oude en andere tijden aan te pas komen!

Mijn statistieken laten zien dat de persoonlijke verhalen het hoogst scoren. Familiegeschiedenis, de blogs over de laatste maanden van mijn moeders leven, de blogs over mijn worsteling met depressies. Ook reisverslagen doen het goed. Ook die zijn redelijk persoonlijk, geen tripadvisor blogs.

Dat is denk ik voor mij de beste focus: persoonlijk schrijven over wat ik lees, zie en meemaak: de mooie en de lelijke, de grote en de kleine dingen, in deze tijden of andere tijden.

Wat vinden jullie als volgers van mijn blog?

 

 

Vakantie-ervaringen met ons nageslacht – 2

We zitten in de auto op weg naar het strand. Ditmaal met kleinzoon Niek van 9. Strandspullen achterin, water bij de hand, rijden maar, naar Wassenaarse Slag. Mooier en schoner strand dan Scheveningen, vinden we inmiddels. Ik ben voorbereid op een interactieve autotocht. Eindeloze spelletjes en zo als een paar dagen daarvoor met broer Kris. Maar Niek vraagt of Sky radio aan mag. Natuurlijk! Ik babbel er gezellig tussendoor, gewillig als ik ben verveling te voorkomen.
‘Oma, ssshtt’, zegt Niek, ‘zo kan ik niks horen!’
‘Oh, ok…goed hoor, sorry’. Ik kijk naar buiten en geniet van de groene Hollandse weilanden.

 

meMMandniek
Niek keurt mijn selfie van nieuwe #MaliaMills tankini uit de VS

We rijden in een weldadige stilte, behalve de muziek dan, naar het strand. Niek droomt. Ik had het kunnen weten. Als klein jongetje al vertrok hij naar zijn eigen wereldje, vooral in de auto. ‘Nu even niet, oma’, zei hij dan, als ik contact zocht. Op mijn vraag waaraan hij dan dacht schudde hij zijn schouders: ‘gewoon, niks’.

Dat vraag ik nu niet meer. Af en toe vragen we of hij iets van het Engels verstaat, maar eigenlijk interesseert hem de tekst niet zo. Het is de muziek die hem betovert, of niet.

Niek bestudeert de andere gasten in het pannenkoekenhuis
Niek bestudeert de andere gasten in het pannenkoekenhuis

De volgende ochtend, na een geslaagde stranddag word ik rond kwart over acht wakker. Er ligt iets over me heen gedrapeerd. Het is het tanige, gespierde lijf van Niek.
‘Oma, word ’s wakker, hoe werken de afstandsbedieningen van de TV?’ Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en zeg slinks dat hij dat aan opa moet vragen, die weet precies hoe het moet. En ik draai me nog een keertje om.

Als ik beneden kom is hij de klassieker Karate Kid uit de jaren tachtig aan het kijken. Geweldige film. Twee delen zelfs. Niek is een Kungfu’er en vind de Karate Kid uit 2000 nog interessanter. De oudere gaat over karate, de nieuwere over zijn geliefde kungfu. Ook die is meegekomen in de rugzak.

Ik vraag: ‘Hoe vaak heb je die film al gezien inmiddels?’, in de veronderstelling dat het de tachtigste keer is of zo.
‘Niet zo vaak nog, want als ik hem thuis kijk gaat Kris (6) erdoor heen praten en klieren en dan doen we een andere film’. Het lot van de oudste. Hij kijkt er vrij laconiek bij dus hij lijdt er blijkbaar niet onder. Maar nu wil hij dan ook achter elkaar alle twee delen zien! Om half elf is hij nog aan het kijken. Dan komen de tantes en andere oma en mamma om met deze oma te gaan kringlopen. De mannen gaan naar het strand, met de (klein)zoons.

Na een lange warme middag verzamelen we ons weer om iets te eten van de Chinees. Niek is in een scherpe schelp gestapt (een scheermesje) en is bij de reddingsbrigade geholpen. Nu zit hij met zijn voet in een bak (groene) Biotex sopwater, op aanraden van de EHBO’er daar, verzorgd door opa, die zelfs de Biotex vond. Wat een wonder is, aangezien ik zelf niet wist dat we dat in huis hadden. De vrouwen hebben allemaal erg medelijden, maar Niek is een kanjer. Hij heeft niet gehuild zelfs. Met het laptopkussen op zijn schoot smult hij van het bordje bami+saté, met stokjes.

Een tweede nachtje wil hij niet meer blijven. Dat heeft misschien te maken met de schelpensnee. Of misschien met de kerkgang de volgende morgen…een beetje saai. En nu jongere broer nog wel een nachtje bij de andere oma blijft heeft hij nog mooi gelegenheid de rest van de films af te kijken!

De theepot van oom Bram

Voor ik het over de theepot ga hebben, eerst wat over oom Bram. Oom Bram was de ongetrouwde broer van mijn vader. Mijn vader’s familie scoorde niet zo hoog op de huwelijksmarkt. Van de acht zijn er maar vijf getrouwd. En van de vijf bleven er twee kinderloos. Dat valt eigenlijk wel mee, nu ik erover nadenk. Maar de twee ongetrouwde zussen en de broer die tot op hun zestigste of zo, in een mini huisje samenwoonden maakten op mij als kind diepe indruk. Ik snapte daar niets van. In mijn wereldbeeld trouwde iedereen en dan zaten daar in de Gorzen in Schiedam DRIE vrijgezelle grote mensen bij elkaar in een kabouterhuisje, met daaraan vast een heus winkeltje. Aan de overkant was nog zo’n huisje en daar woonde eveneens een ongetrouwde dame, door ons oude tante Leens genoemd. Zij was een zus van mijn oma, met de (voor mij)  exotische achternaam Buschman. Ja, wij zijn van Duitse afkomst. Dat mag ik tegenwoordig weer vrijmoedig zeggen.

Maar even terug in de tijd. Jaren dertig, vorige eeuw. Ik weet niet hoe het zo kwam (kerk?), maar op jonge leeftijd was oom Bram verliefd op mijn moeder, toen vijftien of zo. Hij uitte dat door haar steeds op te wachten na de gymnastiek. Hij liep dan een eindje met haar op, maar zei niets, waar mijn moeder zenuwachtig van werd. Mijn moeder kon absoluut niet tegen stiltes, toen ook al niet. Op een goed moment (voor mij in elk geval) stelde Bram voor ‘uit’ te gaan. Maar, vertelde mijn moeder mij later, voor geen goud wilde ze met deze zwijgzame jongen samen weg, voor zover dat al mocht in die tijd. Geen nood, hij zou zijn (jongere) broer meenemen en zij een vriendin. De rest van het verhaal is geschiedenis. Want de charmante, spraakzame, vrolijke dandy Henk (drie jaar ouder) stal haar hart. Bram had het nakijken. Hij heeft geen wrok gekoesterd, want ik weet niet beter dan dat hij iedere zondag, toen we nog in Schiedam woonden, na de kerk (waar hij niet heen ging) op de koffie kwam om de laatste stand van de belastingen door te spreken. Hij was belastinginspecteur geworden en mijn vader was graag op de hoogte van de mazen in de (belasting)wet als vader van een gezin van vijf kinderen.

-arzberg-golfbal-

 

Dan nu de theepot. Indirect is oom Bram de oorzaak van mijn interesse in servies. Ik heb serviesgoed altijd leuk gevonden, maar het servies dat bij hem in de kast stond bij zijn overlijden was het begin van een serieuze interesse. In zijn kast, bij de boedelverdeling, vonden we een Arzberg Loffelhardt Golfbal servies. Dat wist ik toen nog niet. Maar ik vond het mooi en instinctief voelde ik aan dat het een mooie kwaliteit porselein was. Niemand had interesse, behalve ik. Mee naar huis genomen alwaar het in een kast verdween. Ik verzamelde toen nog links en rechts, willekeurig en alles kwam naast het servies in de kast te staan of ergens op een pronkplaatsje. Maar op een gegeven moment heb ik een begin gemaakt met het me meer verdiepen in merken en namen van ontwerpers van serviezen.

Toen we verhuisden naar IJselstein moest er van alles de deur uit. We gingen kleiner wonen. En wat heb ik weg gedaan in een vlaag van verstandsverbijstering? Het Golfbalservies! Op een paar bordjes, de soepkommen en een schaal na. Ik had een aanval van ‘praktisch en nuttig’ en de rest: wég. Mijn hart bloedt nog steeds nu ik op internet de prijzen zie van de (ook nog eens zeldzame) onderdelen van dit mooie 50’er jaren servies. In elk geval heb ik weer een theepot gevonden, met kopje. En dan niet denken: ik had zes kopjes! Én een theepot. En zo’n geweldig leuke schaal-met-deksel!

Moraal van het verhaal? Bedenkt voordat gij iets aan de Kringloop schenkt!

golfbal schaal

 

Kringloop

Vorige week weer eens uitgebreid bij de Kringloop geweest. Oogst: Vier truien voor echtgenoot en mezelf,een vintage leren portemonneetje eeen West Germany fat lava vaas. Helaas zijn ze bij de Kringloop niet op hun achterhoofd gevallen en ben ik deze gedrochten te laat gaan verzamelen. Het duurde even voor ik in de grillig gevormde, kleurige, wat lompe vazen iets moois begon te zien. En dat hebben blijkbaar velen met mij gehad, want opeens schoten de prijzen omhoog. Een hele gave zag ik gisteren staan voor €17,50. Bij de Kringloop is dat kostbaar. Ik hou meer van alles onder de €5,00. Eigenlijk moet ik iets anders gaan verzamelen. Iets wat nu nog helemaal niet in is en waarvan je er 10 voor een euro koopt. Zoals koperen en bronzen objecten. Of tin. Pindastelletjes, maatbekertjes, schaaltjes, kannetjes. Planken vol. Niet in. Terwijl er vaak hele mooie tussen zitten.

portemonnaie tin

fatlavayellow fatlavabrown

De mooie Engelse bloemen kopjes, waaruit de generatie van mijn ouders thee en koffie dronk, zijn ook populair geworden de laatste paar jaren. Dat merk ik aan de prijs bij de tweedehandswinkels. Kocht je ze daar eerst voor €0,50, nu betaal je er zo €3, €4, of zelfs €5 voor. Mijn moeder had er een heel stel van. Herenkopjes (breed en ruim) en dameskopjes (smaller, iets hoger en kleiner). Ik had er een hekel aan. Ik nam expres al een herenkopje, maar zelfs dan dronk ik in twee slokken mijn kopje leeg en moest dan weer wachten tot de tweede ronde. Ik ben van de mokken. Ook die had mijn moeder in elegante vormen. Helaas hebben we de kopjes niet bewaard.

Van mijn moeder heb ik wel het plastic oranje plantengietertje dat ze ooit van mijn broer kreeg, ergens in de zestiger jaren. En de plastic kom waarin ze iedere verjaardag de slagroom stijf klopte met een handgedraaide slagroomklopper. Ook het roomlepeltje heb ik nog. Ooit zat er een haakje aan de achterkant van de steel om het aan de wand van de kom te hangen. Dat is inmiddels afgebroken. Verbazend hoe er vroeger voor alles een apart ‘werktuig’ bestond. Ik heb nog een zuurlepel. Een lepel-met-gaten waarmee je de zilveruitjes uit een potje kon scheppen. Je moet er maar op komen. Ik heb meer een kampeermentaliteit. Ik kan bij wijze van spreken met één mes/lepel/en vork een hele maaltijd in elkaar draaien. En een pannetje dan.  En vuur.

%d bloggers liken dit: