’s Ochtends vertelde onze buurman in India dat ze die middag zou komen, Ness Khana*, ons voormalig sponsorkind via Stichting Red een Kind. Vanaf 1980 of zo maakten wij (en velen met ons) braaf iedere maand wat geld over opdat een kind in een Indiaas kindertehuis kon eten en naar school gaan. Eenmaal per jaar kwam er een wat obligate brief, zelf geschreven door het sponsorkind (of vertaald met hulp van een medewerker) in het Engels met wat informatie over vorderingen, cijfers en hobby’s. Met een fotootje. Dat hing dan vele maanden bij ons op het prikbord, tot er weer een volgende arriveerde. We baden ook voor het kind, stuurde soms een kaartje, maar veel persoonlijk contact was er niet en werd ook niet aangemoedigd.
Zo steunden we Ness zonder er verder veel bij na te denken. Na afronding van de middelbare school en een verpleegopleiding werd de steun afgerond en kregen we een nieuw sponsorkind. Ness zou uit beeld geraakt zijn ware het niet dat echtgenoot regelmatig in India kwam om les te geven en bij die gelegenheid ook langs het tehuis ging waar zij woonde. Kind van lepra-ouders was zij in het kindertehuis opgenomen om een beter leven te krijgen dan thuis, bij haar ouders, mogelijk was. Tweemaal bezocht hij haar in de jaren negentig. Nam haar en vriendinnen mee op een picknick, kocht fruit en lekkers voor alle kinderen, speelde gitaar en zong voor ze. Hij ontwikkelde daardoor een band met Ness.

Ness vertrok rond haar twintigste uit het kindertehuis twintigste, en we raakten het contact kwijt. We hoorden dat ze verpleegkundige was geworden en later nog dat ze getrouwd was.
Nu we samen in India waren wilden we een poging doen om haar weer te vinden. Via via lukte dat. We kregen een telefoonnummer en spraken uit dat we elkaar echt wilden ontmoeten. En zo hoorden we dus op een ochtend dat ze diezelfde middag zou komen. En twee nachten zou blijven, want ze kwam helemaal uit Lucknow, 750 km verderop naar het zuidoosten. Dat is India. Zonder afspraak van tevoren gewoon komen, want als gast ben je altijd welkom. Dat is voor Hollanders en Amerikanen met hun geplande dagen even slikken.
Na uren treinvertraging stond Ness dan eindelijk voor de deur. Een kleine, frêle, meisjesachtige vrouw van 42 die ons begroette als verloren gewaande familie. Haar Engels was goed, maar spaarzaam. Veel vertellen deed ze aanvankelijk niet, maar na verloop van tijd kwam de conversatie toch op gang. Ze liet foto’s zien van haar dochter en man. Vertelde over hun mislukte poging om samen met de motor te komen. Door slecht weer moesten ze terugkeren en was ze gedwongen met de trein te reizen. Motor- rijden bleek een grote hobby. Achterop bij haar man had ze al heel wat reizen door India gemaakt. Onlangs waren ze de trotse bezitters van een heuse Harley Davidson geworden.
De volgende dag verdween ze voor een paar uur. Een afspraak dachten we. Toen ze terugkwam bleek dat ze cadeau’s was wezen kopen. In de enige Harley Davidson winkel in Dehradun had ze een muts van het motormerk voor echtgenoot gekocht! Met logo. Nu maar hopen dat hij in Nederland niet op een zwarte lijst komt te staan.
Inmiddels had haar man laten weten ook onderweg te zijn. We voelden ons vereerd, verwonderd en beschaamd tegelijk. Zonder veel gevoel hadden we immers een willekeurig kind gesteund, zonder daar veel voor te hebben hoeven opofferen. En opeens staat er een levend iemand naast je die zegt zonder die steun niet te hebben kunnen komen waar ze nu zijn. Die je bijna ziet als een tweede vader en moeder.
Ik had het al gehoord in een gesprek met Shiva*, een leprakind uit hetzelfde tehuis in Bhogpur. De brieven en foto’s die jaar in jaar uit verstuurd werden naar de sponsors zijn voor de kinderen hun enige link naar het verleden. Zowel Shiva als Ness bezitten geen enkele herinnering in de vorm van foto’s of brieven van hun jeugd. Ik schrok daarvan. Hoe achteloos heb ik die brieven na verloop van tijd bij het oud papier gedaan! Wat had ik Ness daar blij mee kunnen maken. Foto’s had ik gelukkig nog wel bewaard. Niet allemaal, maar genoeg. Zo gauw ik thuis was heb ik ze opgezocht en aan haar doorgestuurd.
Een oproep
Ik wil een oproep doen aan sponsoren van kinderen van welke organisatie ook. Bewaarde foto’s en brieven kunnen van grote waarde zijn voor de volwassen geworden personen. Bewaar ze goed en stel ze eventueel beschikbaar via de organisaties. Het is Shiva nog niet gelukt foto’s van zijn kinderjaren terug te vinden, tot zijn grote spijt.
Met Ness en haar man en dochter blijven we contact houden. Een onverwacht groot geschenk wat in geld niet uit te drukken valt.

*de namen van de kinderen zijn veranderd.