Foto’s en brieven van vroeger

’s Ochtends vertelde onze buurman in India dat ze die middag zou komen, Ness Khana*, ons voormalig sponsorkind via Stichting Red een Kind. Vanaf 1980 of zo maakten wij (en velen met ons) braaf iedere maand wat geld over opdat een kind in een Indiaas kindertehuis kon eten en naar school gaan. Eenmaal per jaar kwam er een wat obligate brief, zelf geschreven door het sponsorkind (of vertaald met hulp van een medewerker) in het Engels met wat informatie over vorderingen, cijfers en hobby’s. Met een fotootje. Dat hing dan vele maanden bij ons op het prikbord, tot er weer een volgende arriveerde. We baden ook voor het kind, stuurde soms een kaartje, maar veel persoonlijk contact was er niet en werd ook niet aangemoedigd.

Zo steunden we Ness zonder er verder veel bij na te denken. Na afronding van de middelbare school en een verpleegopleiding werd de steun afgerond en kregen we een nieuw sponsorkind. Ness zou uit beeld geraakt zijn ware het niet dat echtgenoot regelmatig in India kwam om les te geven en bij die gelegenheid ook langs het tehuis ging waar zij woonde. Kind van lepra-ouders was zij in het kindertehuis opgenomen om een beter leven te krijgen dan thuis, bij haar ouders, mogelijk was. Tweemaal bezocht hij haar in de jaren negentig. Nam haar en vriendinnen mee op een picknick, kocht fruit en lekkers voor alle kinderen, speelde gitaar en zong voor ze. Hij ontwikkelde daardoor een band met Ness.

vlnr Ness, echtgenoot en een vriendinnetje

Ness vertrok rond haar twintigste uit het kindertehuis twintigste, en we raakten het contact kwijt. We hoorden dat ze verpleegkundige was geworden en later nog dat ze getrouwd was.

Nu we samen in India waren wilden we een poging doen om haar weer te vinden. Via via lukte dat. We kregen een telefoonnummer en spraken uit dat we elkaar echt wilden ontmoeten. En zo hoorden we dus op een ochtend dat ze diezelfde middag zou komen. En twee nachten zou blijven, want ze kwam helemaal uit Lucknow, 750 km verderop naar het zuidoosten. Dat is India. Zonder afspraak van tevoren gewoon komen, want als gast ben je altijd welkom. Dat is voor Hollanders en Amerikanen met hun geplande dagen even slikken.

Na uren treinvertraging stond Ness dan eindelijk voor de deur. Een kleine, frêle, meisjesachtige vrouw van 42 die ons begroette als verloren gewaande familie. Haar Engels was goed, maar spaarzaam. Veel vertellen deed ze aanvankelijk niet, maar na verloop van tijd kwam de conversatie toch op gang. Ze liet foto’s zien van haar dochter en man. Vertelde over hun mislukte poging om samen met de motor te komen. Door slecht weer moesten ze terugkeren en was ze gedwongen met de trein te reizen. Motor- rijden bleek een grote hobby. Achterop bij haar man had ze al heel wat reizen door India gemaakt. Onlangs waren ze de trotse bezitters van een heuse Harley Davidson geworden.

De volgende dag verdween ze voor een paar uur. Een afspraak dachten we. Toen ze terugkwam bleek dat ze cadeau’s was wezen kopen. In de enige Harley Davidson winkel in Dehradun had ze een muts van het motormerk voor echtgenoot gekocht! Met logo. Nu maar hopen dat hij in Nederland niet op een zwarte lijst komt te staan.

Inmiddels had haar man laten weten ook onderweg te zijn. We voelden ons vereerd, verwonderd en beschaamd tegelijk. Zonder veel gevoel hadden we immers een willekeurig kind gesteund, zonder daar veel voor te hebben hoeven opofferen. En opeens staat er een levend iemand naast je die zegt zonder die steun niet te hebben kunnen komen waar ze nu zijn. Die je bijna ziet als een tweede vader en moeder.

Ik had het al gehoord in een gesprek met Shiva*, een leprakind uit hetzelfde tehuis in Bhogpur. De brieven en foto’s die jaar in jaar uit verstuurd werden naar de sponsors zijn voor de kinderen hun enige link naar het verleden. Zowel Shiva als Ness bezitten geen enkele herinnering in de vorm van foto’s of brieven van hun jeugd. Ik schrok daarvan. Hoe achteloos heb ik die brieven na verloop van tijd bij het oud papier gedaan! Wat had ik Ness daar blij mee kunnen maken. Foto’s had ik gelukkig nog wel bewaard. Niet allemaal, maar genoeg. Zo gauw ik thuis was heb ik ze opgezocht en aan haar doorgestuurd.

Een oproep

Ik wil een oproep doen aan sponsoren van kinderen van welke organisatie ook. Bewaarde foto’s en brieven kunnen van grote waarde zijn voor de volwassen geworden personen. Bewaar ze goed en stel ze eventueel beschikbaar via de organisaties. Het is Shiva nog niet gelukt foto’s van zijn kinderjaren terug te vinden, tot zijn grote spijt.

Met Ness en haar man en dochter blijven we contact houden. Een onverwacht groot geschenk wat in geld niet uit te drukken valt.

Ness en ik selfie

*de namen van de kinderen zijn veranderd.

Meneer Lal en IJM


Ik eindigde mijn laatste blog in de trein, enigszins hijgend, van Delhi naar Jaipur. Mijn uitzicht was op de sloppen langs het spoor. Kilometers lang rijden we langzaam langs duizenden, dicht aaneengesloten krotten waar mannen, vrouwen en kinderen hun leven slijten. Rustig zittend op of bij het roestige spoor, kinderen spelend om hen heen. Temidden van de chaotische bebouwing lijkt er toch een soort orde te zijn. Vrouwen staan hun natte, lange haren te kammen. Blijkbaar zien zij toch kans te baden. De was hangt op hekken, of aan schots en scheef hangende waslijnen. Vrouwen bespreken de laatste nieuwtjes, er wordt gelachen, kinderen rennen om de vrouwen heen. Het lijkt bijna gezellig. Maar het vuilnis ligt opgestapeld en de treinen komen gevaarlijk dichtbij. Er zit een dikke laag glas tussen mij en hen, maar ik heb in Dehra Dun genoeg geroken om een idee te hebben van hoe het daar zal ruikt. Zonder waterleiding en WC’s, met de koeien, apen, honden en varkens die overal hun behoeftes doen, zal de stank in de zomer ondraaglijk zijn. Hier leven mannen en vrouwen beneden het bestaansniveau en hebben zonder veel scholing geen kans op de arbeidsmarkt. De cirkel van armoede zet zich voort onder de jeugd, want slechts weinigen gaan naar school.

Dit zijn precies de mensen die kwetsbaar zijn voor mensenhandelaren die altijd op zoek zijn naar goedkope ‘arbeidskrachten’. De meisjes komen vaak terecht in de prostitutie. Of hele gezinnen worden met beloftes van een voorschot op betaling min of meer ontvoerd en te werk gesteld, zonder ooit in staat te zijn dat ‘voorschot’ terug te betalen.

Ik wilde onder andere naar Delhi om een bezoek te brengen aan het kantoor van International Justice Mission. Ik volg hun werk al jaren en het leek me boeiend om in een land waar het echte werk gebeurt de werkers-in-het-veld te ontmoeten. IJM houdt zich bezig met het opsporen van slavernij en het bevrijden van de werkers in die omstandigheden. De NGO staat er vooral om bekend dat ze enorm investeren in relaties met de overheid. Contacten ontwikkelen, hogere ambtenaren bewust maken van de problematiek en de politie helpen trainen om slavernij te herkennen. Wettelijk is slavernij verboden in India maar de politie herkent het vaak niet als zodanig. De zeer lage status van arme mensen, het kastenstelsel en de slechte positie van de vrouw maken dat men het probleem niet direct ziet. Om structurele veranderingen tot stand te brengen en niet alleen incidenteel resultaten te boeken is een van de prioriteiten van IJM om in dorpen, steden en staten de overheid in te schakelen en een mentaliteitsverandering tot stand te brengen. Ze staan vanwege dat beleid goed bekend hier.

Foto van meneer Lal en zijn vrouw op de brochure van IJM

Neem meneer Lal en zijn vrouw Sukhli. Een arme boer die vanwege het uitblijven van de regen besluit voor een periode naar een andere staat te vertrekken om geld te verdienen. Iets zuidelijker waar men nog wel dezelfde taal spreekt. Veel arme boeren doen dit. Een tijd elders werken en dan weer terug in de hoop dat het volgende jaar beter zal zijn. Hij spreekt af met een bemiddelaar dat hij met vrouw en zoons en anderen uit hun dorp voor zoveel geld zoveel maanden zal werken. Ze vertrekken in een gesloten vrachtwagen en als ze na vele lange uren rijden worden gelost blijken ze veel verder te zijn dan afgesproken. Ze weten dat omdat ze niemand verstaan. Ook worden mannen en vrouwen gescheiden van elkaar. Hun dagen bestaan uit werken van vier uur in de ochtend tot negen uur ‘s avonds, zonder pauze. Ze krijgen nauwelijks te eten. En ‘s nachts zitten ze opgesloten in een stal. Een van de zoons weet via een voorbijganger die Hindi spreekt een mobiel te bemachtigen en hij belt met familie die vervolgens de politie inschakelt. Na een bevel tot opsporing en in samenwerking met IJM en JanSahas worden de arbeiders gevonden en bevrijd door de politie. IJM zorgt ervoor dat de mensenhandelaren vervolgd worden, hoewel dat een heel moeizaam proces is.

Voor de bevrijde slaven volgt een rehabilitatietraject van twee jaar waarbij ook de overheid betrokken is. Juist die samenwerking maakt het zo bijzonder. Dat er steeds meer bewustzijn is merkten we in de trein toen ik dit bord las.

Het bezoek aan IJM was zeer boeiend. We kregen een prachtige presentatie en konden ook horen uit welke bron de ontferming en het doorzettingsvermogen komt om met en voor de allerarmsten te werken.

Himalayan Tapestry, (HTjoy) en Chhayya cafe

Het cafe

Ik zit op het terras dat bij het Chhayya eetcafé hoort waar ik vandaag Annema Ebenezer (63) spreek, inspirator en manager van Himalayan Tapestry (HTjoy) sinds twintig jaar. Het terras biedt een spectaculair uitzicht op de bergen, uitlopers van het Himalaya gebergte. Op het dak achter me zitten twee apen die af en toe op de reling springen en twee bezoekers schrik aanjagen. Men is het gewend hier. Binnen haalt iemand van de bediening een nepgeweer dat alleen maar geluid maakt, maar de apen zijn er bang voor. Ik ben in Rajpur, een dorpachtige buitenwijk van Dehra Dun, een stad ten noorden van Delhi, India, met rond de 750.000 inwoners.

Uitzicht op de uitlopers van de Himalaya vanaf het terras; foto van de website van HTjoy

HTjoy

Twintig jaar jaar geleden stond op deze plek een ruïne. Annama Ebenezer, zag echter potentieel. Geïnspireerd door de liefde van Jezus en gezegend met een flinke dosis doorzettingsvermogen en vasthoudendheid zette ze in geloof een eerste stap op de moeizame, lange weg om haar visie te verwezenlijken. Zelf vat ze die visie op haar website zo samen: to go beyond providing minimum subsistence, to empower women and give hope for greater future for themselves and their children.  Kansarme, in vele gevallen misbruikte en mishandelde, vrouwen meer dan een bestaansminimum bieden en hen door het aanleren van vaardigheden en het verdienen van een eigen inkomen hoop te bieden voor de toekomst van henzelf en hun kinderen. Een stap in het doorbreken van de armoedecirkel waarin zoveel nog gevangen zitten.

Kansarme vrouwen

In India is het bestaan voor arme vrouwen zwaar. Vrouw zijn en van arme afkomst, maakt, ook in het India van nu, vrouwen kwetsbaar en biedt hen weinig uitzicht op een goede toekomst. Meisjes (als ze niet geaborteerd zijn) worden nog steeds veel te vroeg uitgehuwelijkt aan soms veel oudere mannen, hebben fysieke problemen door het te jong krijgen van kinderen (afgezien van de psychische trauma’s), worden slecht behandeld door echtgenoot en/of de schoonfamilie als zonen uitblijven, en dan is er daarnaast nog de uitbuiting door werkbazen, tot slavernij aan toe. Iets wat te lezen valt op websites als die van IJM (International Justice Mission). In India wonen de meeste slaven. Tussen de 13,3 en 14,7 mensen. Mannen, vrouwen en kinderen. Vrouwen en kinderen zijn vanwege hun positie het meest kwetsbaar.

De weg die God gaat

Vrouwen die steun nodig hadden bleven op het pad komen van Annama. Als student ging ze, samen met een medestudente, iedere zaterdag eropuit om van huis tot huis mensen over Jezus te vertellen. Zo kreeg ze al veel verhalen te horen over het harde leven van veel vrouwen. Ze was daar gevoelig voor. Haar eigen moeder stierf toen ze drie maanden was en al snel daarna trouwde haar vader met een andere vrouw en liet zijn twee dochters achter bij zijn ouders. Toen die stierven adopteerde een oom Annama. Van haar tante heeft Annama weinig liefde ontvangen. Daar kwam nog bij dat ze door polio gehandicapt was geraakt en moeilijk kon lopen. In de cultuur van het sterk hindoeïstische India van toen en nu is dat een stigma. Ze ziet het zelf als onderdeel van haar vorming door God om anderen te kunnen helpen.

Later als docent spande Annama zich in om vrouwen van getrouwde studenten, zonder scholing, praktische cursussen te laten volgen, gesubsidieerd door de overheid. Zoals een cursus voeding en hygiëne. Of ze ging samen met vrouwen zonder inkomen aan de slag om van oud materiaal, nieuwe handvaardigheidsproducten te maken en verkopen. Een hele praktische benadering om vrouwen te leren zien dat ieder mens van God talenten krijgt of je nu een onaantastbare, mishandelde, door ouders verkochte of verstoten vrouw bent of de beste opleiding hebt gekregen, we zijn allemaal in Gods beeld geschapen. Met talenten. Die mag je ontdekken en gebruiken om de juiste training te krijgen. De een heeft daar wat meer steun bij nodig dan de ander. Zelfvertrouwen te herwinnen. Het hoofd weer op te heffen. Veel vrouwen zetten zich in voor hun kinderen. Als hun kinderen goed onderwijs krijgen is de cirkel van armoede te doorbreken. Alles in het vertrouwen dat God het is die zegent.

De opbouw van het pand

De vervallen ruïne en de grond waarop die stond werd haar ter beschikking gesteld door een zendingsorganisatie die het niet langer gebruikte. Al het spaargeld werd gebruikt om van de ravage een huis te bouwen. Het begin in 2001 was klein en eenvoudig en diende als opvang voor vrouwen in acute nood. In de loop van twintig jaar ontstond echter iets wat je een kleinschalig bedrijf kunt noemen: Himalayan Tapestry waar mooie, kwalitatief hoogwaardige producten worden gemaakt. Geen snelle kleding in een sweatshop voor de H&M’s van de wereld, maar handgemaakte producten met aandacht en liefde gemaakt. Zoals de zijde die geverfd wordt zonder chemicaliën. Met alles uit de natuur. Bloemen, bladeren, bessen, de bast van bomen, schillen van groente en fruit of zelfs met thee. Vrouwen met talent leerden stof te bedrukken met een eeuwenoude blokprint techniek. Anderen versierden artikelen met fijn borduurwerk. En er kwam een winkel waar de producten verkocht konden worden.

Het proces van eco-dyeing; foto van de website van HTjoy

Het pand werd verder uitgebreid Vrouwen die betrokken raakten, maar geen vaardigheid of plezier hadden op het gebied van textiel kregen een kook- of baktraining. Om hun werk rendabel te maken opende Annama een eetcafé. Chhayya, wat Schuilplaats betekent. Dat wil ze de vrouwen ten diepste bieden: een schuilplaats, zoals alleen God die kan schenken. Zelf benadrukt ze ook voortdurend dat het Jezus is die dit werk begonnen is en dat Zijn Geest er woont.

Gasten vragen vaak waarom het hier zo vredig is en dan zeg ik dat dat door Jezus komt. Jezus woont hier en daarom ervaren mensen een weldadige rust hier. Actief evangeliseren is riskant in India, maar antwoord geven op een vraag is ook een manier. Zo kom ik vaak tot hele mooie gesprekken.

De serene stilte op het terras wordt alleen doorbroken door het geluid van de vele vogels. Voor me op tafel staan Indiase snacks. Een dunne, knapperige pannenkoek van rijstmeel met verschillende chutneys en gefrituurde linzenhapjes. Indiase gasten, vooral jongeren, komen overigens ook graag voor het meer westerse eten. Chicken potpie, frietjes, tosti’s en bagles. Alles met een Indiase twist. Maar vooral komen de gasten voor de ruimte en de rust die het café uitstraalt.

Vrouwen die hier werken zijn niet allemaal christen,
sommigen zijn moslim of hindoe. Christen zijn is geen voorwaarde voor hulp. Ik lees aan het begin van de werkdag de bijbel en we bidden samen. Aanwezigheid is niet vereist. Maar het geeft een fijn en vredig begin van de dag. We delen zorgen en bidden voor ieders situatie.”

Nogmaals HTjoy

Waar komt eigenlijk de naam Himalayan Tapestry vandaan? In Dehra Dun heeft men het over Chhayya als ze refereren aan Annama’s werk. Vijf jaar geleden is het eetcafe grondig gerenoveerd met hulp van een sponsor en zoals gezegd populair. Onder de bezoekers ook veel yogacursisten die naar Rajpur komen voor een retraite. Ook met hen heeft Annama interessante gesprekken. Maar Chhayya ontstond echter na Himalayan Tapestry Joy, afgekort tot HTJoy, de oorspronkelijke naam die aan het werk onder de vrouwen gegeven werd. Het leven als een tapestry, een geweven tapijt. De gebeurtenissen in ieders leven die soms willekeurig lijken maar toch een geheel vormen, zoals de schijnbaar onontwarbare draden van een tapijt een tekening gaan vormen. Levens van de vrouwen en Annama die als draden samen geweven zijn en ten diepste levens waar als een gouden draad de vreugde die Jezus geeft doorheen geweven is. Die heling, herstel en het vermogen tot vergeven schenkt.

De toekomst

Wat is de toekomst voor het kleine, ideële bedrijf? Winstgevend hoeft het niet te worden, maar iedere maand is er de spanning of er voldoende financiën zijn om de vrouwen die er werken te betalen. Het café loopt goed. Voor HTjoy wordt gezocht naar een formule die recht doet aan de geest van de organisatie, maar tevens een stabiele economische basis biedt. Men zoekt een brug naar de westerse markt. Er komen orders van Amerikaanse ontwerpers die ethische kleding willen verkopen. Die kopen niet uit liefdadigheid, maar omdat ze geloven in de formule van Annama. Eerlijke, mooie, duurzame producten, gefabriceerd door vrouwen met talent. Annama gelooft in een sterke God. Hij zal voorzien zoals Hij vanaf het begin voortdurend gezorgd heeft en wonderen heeft gedaan. God werkt echter meest door mensen en het gebed blijft nodig om mensen met visie en fondsen.

interessante links:
discriminatie van minderheden in India
kindhuwelijken
slavernij

Van dag tot dag

De dagen verglijden en zijn altijd gevuld. We hebben het voorrecht iedere avond eten te krijgen dus is er veel extra tijd die anders besteed zou zijn aan boodschappen halen en koken. Er komt zelfs tweemaal in de week een hulp die de vloer wat aanveegt en er een natte dweil overheen haalt. Geen Nederlandse poetsbeurt, maar het haalt het stof weer wat weg.

Wat ik de hele dag doe? Geen tuin, geen huishouden, niet koken…Ik geef toe, ik leid een relaxed bestaan. Ik lees een interessant boek van Nancy Pearcy over lichaam en identiteit Love your body, ik schrijf blogs, ik surf (het internet) en ik ga erop uit. Om 10 uur is er ‘chapel’ voor een half uur. Een korte overdenking en (goed) zingen met een bandje. Vandaag had ik overigens mijn eerste Hindi les, van de buurvrouw die lerares is. Gaaf. Ik ben een talenmens en iedere kans die ik krijg om een nieuwe taal te leren grijp ik aan. Ik besef dat het bij het alfabet en wat woorden en zinnen zal blijven, maar het is gewoon leuk. Het is stampen en herkennen van klanken en letters. Het Hindischrift is sierlijk, maar complex. Ik leer nu vijf letters per dag en er zijn er vijftig.

Het kost meer tijd dan thuis om dingen te doen. Water uit de kraan kan niet gebruikt, dus we vullen onze flessen bij de buren die een filtersysteem hebben. Net als je thee of koffie wil zetten zijn de flessen natuurlijk leeg en moet je langs de buren. Douchen is ook geen aangename bezigheid zoals thuis. Het granieten badkamertje is koud, en ondanks het feit dat er volgens mij wel vijf kranen zitten komt er uit geen van allen warm water, helaas. We kunnen een soort boiler aanzetten, gelukkig. Het water wordt dan goed heet, maar je moet absoluut niet op een plens rekenen. De druk is laag, dus een bezemsteel zou voldoende kunnen opvangen. Maar wij mensen hebben wel moeite om het water te voelen. Het is een piesstraaltje. Maar goed, alles went.

Het eten is lekker. En veel. Vaak moeten we de helft teruggeven. Hopelijk zijn er dan mensen in de keuken die er nog wat mee doen. De bedoeling was dat we drie maaltijden per dag zouden krijgen maar het eten stapelde zich hier op. Eieren, roti’s, soep, groentes en dat driemaal per dag. Nu eten we alleen ’s avonds uit de keuken maar ze staan erop ’s ochtends tenminste gekookte eieren te brengen. Op een gegeven moment lagen er iets van 12 eieren te wachten. Toen hebben we toch maar een eierstop ingevoerd.

dagelijks eten

Het klimaat is momenteel heel prettig. Hoewel binnen koud is het buiten al warm en zonnig als in de late lente in Nederland. En alles bloeit de hele winter door. De campus is als een oase! Met oude bomen, overal potten met planten, een plek waar je na de vieze stad op adem komt!

Koffie onder de bananenboom

Het (gewone) leven

Het gewone leven begint hier in Noord India weer op gang te komen. De scholen gaan gedurende de winter dicht vanwege de kou en gebrek aan verwarming. Midden januari begint het schoolleven weer. Niet dat het nu echt zo warm is, maar de zon heeft meer kracht en je kunt tenminste buiten weer opwarmen nadat je handen en tenen bijna afgevroren zijn van de kou binnen. School begint om acht uur en gaat door tot 1 uur ’s middags. Wat ik begrepen heb zonder pauzes. En zes dagen per week!

Onze eerste zondag hier kregen we een lift van een jong stel, naar een leuk eetcafe in Rajpur, een dorpje aan de rand van Dehra Dun. Dochter was daar in de buurt betrokken geweest als vrijwilliger bij een project. Zij, docent journalistiek, hoogzwanger, nog steeds zes dagen per week voor de klas. Hij, docent aan een technische universiteit, heeft het beter met zijn vijf dagen per week. Universiteiten houden het voor gezien bij vijf dagen.

Het is altijd fascinerend levensverhalen te horen. Zij komt uit het Noordoosten van India, groeide op als jongste in een domineesgezin van vijf kinderen. Kwam tot een persoonlijk geloof op latere leeftijd na allerlei ervaringen. Hij, enige zoon in een katholiek gezin, begon zijn zoektocht naar God rond zijn achttiende. Studeerde in Engeland en deed daar mee aan een bijbelstudie en las de bijbel voor het eerst van zijn leven. In de katholieke traditie lees je niet zelf de bijbel, maar vertelt de priester wat er in de bijbel staat. Langzaamaan begon hij interesse te krijgen in wat hij vond in de protestantse kerken. Toen die twee elkaar ontmoetten was er een klik. Probleem: als enige zoon afstand nemen van het katholieke geloof zou een klap in het gezicht van de familie zijn. Een tijdlang ging hij vroeg naar de mis op zondag, om snel daarna op de fiets naar de protestantse dienst te sjezen. Zodat hij maar niet hoefde te liegen als moeder vroeg hoe de mis was geweest. We moesten allemaal lachen om de manier waarop hij het vertelde. Maar het ook iets moois, dat een zoon zo gaf om de gevoelens van zijn moeder en familie.

Hoe dan ook, een keuze moest gemaakt voor het huwelijk plaats kon vinden. Niemand had elkaar nog ontmoet. Hij kwam uit Goa, Zij uit het Noorden. Enorme afstanden om zomaar even op en neer te vliegen om kennis te maken met een schoonzoon/dochter. Het stel was ook geen twintig meer. Telefonisch contact moest dus volstaan. Op de dag voor de bruiloft kwam de familie. Inclusief de 93-jarige grootmoeder van de bruidegom. Hoe zouden ze reageren? De kerkzaal was ‘eenvoudig’ op zijn zachtst gezegd en armoedig als ze eerlijk waren. Geen mooie architectuur als in de katholieke kerkgebouwen. Geen versiering, geen beelden, geen wierook, geen kaarsen. Grootmoeder ontmoette de bruid als eerste en zag de kerkzaal. Tot grote opluchting van iedereen keurde zij alles goed. Toen kon het doorgaan. Oma heeft groot gezag. Zelfs in het moderne India.

Niet miepen, toch?

Het is hier binnen zo verrekte koud. Ik eindigde mijn vorige blog heel dapper maar wennen is best een proces, zal ik maar zeggen. Het gaat gepaard met klagen, aanvallen van ‘dit is toch niet normaal’ en wilde ideeën om via Amazon een grote kachel te bestellen. Maar ja. Dat is dus het proces wat aanpassen heet.

Een voorbeeld. We gaan naar een bijeenkomst en ik denk, dat is binnen, dus ik hoef geen jas mee; buiten is het lekker, dus ik loop er zo heen.
Als we binnen komen zit voorin een man, onherkenbaar vanwege een dikke muts en een sjaal om zijn gezicht. Het enige wat ik zie is een neus en twee ogen. Verder een dikke winterjas. Hij blijkt de spreker. Om mij heen, voor en naast mij, alleen maar dik ingepakte mensen. Wij bibberen ons door de bijeenkomst heen. Buiten wordt de thee geserveerd, in de zon. Wat een verademing, na de ijzige koude van het gebouw.
Eerste les: Binnen dik aankleden, maar wel zo dat je buiten in de zon weer lagen uit kunt trekken.

Nog een voorbeeld. De geur van mottenballen. Niet lekker (eufemisme), vonden we alle drie dus haalden we alle balletjes weg die in ieder gootsteengaatje, afvoerputje en andere openingen liggen. Tot ik wakker word op een nacht en denk, wat ruik ik toch voor vieze rioollucht? Ja dus. Die balletjes lagen er niet voor de lol. Nu verkiezen we de chemische lucht van mottenballen boven de natuurlijke geur van het riool.
Tweede les: Er is een reden voor alles, ook als het vreemd overkomt.

We relativeren hier alles maar met dit lied van Brigitte Kaandorp over haar ‘moeilijke leven’. https://youtu.be/JLNvBvJ-F00

Buiten is het hier fantastisch. Het weer is iedere dag zonnig en de temperatuur nog aangenaam. Ons appartement is gebouwd op een afgesloten terrein en is als een oase in de drukke stad. Met onze dochter als gids zijn we er al veel op uit geweest. Ze woont hier (op een andere plek, in Oud Rajpur, een dorpje vlakbij Dehradun) sinds 3 maanden en heeft behoorlijk haar weg leren vinden. Weet bijvoorbeeld wat de normale prijs is voor alledaagse producten als fruit en zo. En dat helpt want met onze westerse hoofden zijn we al gauw slachtoffer van woekerprijzen. Hoewel je de neiging hebt dat gewoon te betalen, omdat het nog steeds, omgerekend in euro’s, niets lijkt te kosten. Maar dat wordt toch afgeraden.

Zo waren we op de bazaar, de intens drukke dagelijkse markt, zoals je die overal in Azië ziet. Ik waande me weer in Korea, waar ik in de jaren tachtig woonde. Toen was het vooral druk door mensen. Maar hier zijn het de motoren en scooters die je werkelijk van de sokken rijden. Een lange smalle doorgang waar honderden vehikels links en rechts je voorbij razen. Dat bederft de pret enigszins want ik ben gek op al die aparte winkeltjes met producten waarvan ik geen idee heb waar men ze voor gebruikt.

Daarna, voor wat noodzakelijke ‘westerse’ inkopen naar een overdekt winkelcentrum. Het contrast is groot, zoals verwacht en toch altijd schokkend. Vooral omdat daar en niet bij de bazaar, de bedelaars zich verzamelen. Vrouwen met hun vervuilde kleintjes, oude dametjes en jonge jongens. We hadden ons voorgenomen eten te geven, liever dan geld. Toen we de vrouwen met hun kleintjes wat gaven kwamen er in een mum van tijd van overal vrouwen met kinderen op ons af. Wat te doen? Ook de Indiase vrienden hebben er geen antwoord op. De een geeft soms, de ander altijd. De een alleen aan vrouwen met kinderen, de ander alleen aan bejaarden. We zullen onze eigen weg moeten vinden.

Arrival in India

We vliegen laat in de middag via Frankfurt naar Delhi. Wachtend op de Delhi-vlucht zie ik al dat we vergezeld van vele families-met- baby’s de volgende acht uur gaan doorbrengen. Baby’s die geacht worden in door hun ouders gereserveerde, veel te kleine, basinettes te slapen maar dat zelf absoluut niet van plan zijn. Er wordt wat afgeblerd tijdens de vlucht.

Het plaatst me terug in de tijd van onze lange reizen tussen Korea, Amerika en Nederland. Uiteindelijk met vier koters. Ik zie nog de bergen bagage. De lange, lange wachttijden op vliegvelden overal in de wereld als er vertraging was. Sneeuw op de vleugels, oververhitting, storm of regen. Huilende kleintjes. Het eindeloze lopen en wiegen. Het gevoel van bijna-wanhoop dat het nooit zal lukken ze in slaap te krijgen en dan de opluchting als opeens dan toch die oogjes dicht vielen.

De oudere kinderen reisden graag. Films, cadeautjes van de KLM. Uitkijken naar het eten zoals patat, speciaal besteld omdat het in Korea nog niet te krijgen was. Het maakte niet uit dat de frietjes eruit zagen als vette, melige wormen, slap geworden in de heteluchtoven van de vliegtuigkeuken. Eten, cola en filmkijken, het was compleet luilekkerland.

Ik leef mee met de vaders en moeders die urenlang door de gangpaden heen en weer lopen met hun huilende baby’s. En ik kijk geamuseerd naar de grote kinderen die zich in honderd bochten wringen om maar een comfortabele slaaphouding te vinden op de krappe stoelen. Vroeger kon je tenminste nog met een kussen en een deken een slaapplekje creëren op de grond voor een niet al te groot kind. Nu liggen broer en zus uiteindelijk met elkaars voeten in de nek.

Wij hebben voor het eerst slaappillen bij ons. Na het eten is het zover. Beiden nemen we plechtig de pil in en gaan in een slaaphouding zitten. Iets schuiner dan recht. Meer ruimte om te manoeuvreren is er namelijk niet. Hoelang ik slaap weet ik niet, maar zeker drie uur later word ik wakker. En is de vlucht al bijna op zijn eind. Nog maar een keer wat eten, want wat kun je anders doen tijdens zo’n reis. En dan landen we op Delhi Airport.

De overstap naar Dehradun is vermoeiend. Het vliegveld voor binnenlandse vluchten is ver en we moeten dus in een bus erheen. Daar weer door security en als we dan eindelijk willen inchecken ben ik mijn instapkaart kwijt. Blijkt geen groot probleem, maar kost weer tijd. We landen een half uur later in Dehradun, rijden nog een uur in een auto naar ons appartement en dan zijn we na 20 uur reizen op de plaats van bestemming.

Overstappen en onze granieten keuken

Het weer is aangenaam. Een graad of 18. Maar binnen is het als een koelcel. Granieten vloeren, heerlijk koel in de hitte, maar nu, tijdens de korte winter, steenkoud. De inrichting doet me denken aan de zomerhuisjes die mijn ouders huurden in de jaren vijftig/zestig. Het meubilair heeft zijn beste tijd gehad, de deuren piepen en kraken, TL buizen als verlichting en uit de kranen koud water. Het warme water is er na het aanzetten van de boiler en is dan genoeg voor 2 douches. Het is even wennen. Maar het heeft ook wat. Weer even leven zoals miljoenen mensen gewend zijn en dan is dit nog luxe. Gewoon het hoognodige en voor de rest niet miepen.

Meisjes uit Delhi en IJsselstein

Het oude jaar eindigde slecht in New Delhi, India. En het nieuwe jaar begon niet goed in IJsselstein. Twee plaatsen in de wereld. En twee meisjes, die beiden een gewelddadige dood stierven. Slechts twee van de duizenden slachtoffers van oorlog en geweld in onze wereld, in de laatste weken.

Maar de twee meisjes in IJsselstein en New Delhi kwamen voor mij even heel dichtbij. Het meisje in New Delhi, 23 jaar – door zes mannen op gruwelijke wijze verkracht en mishandeld, uit een bus gegooid, naakt, als een stuk vuil. En later aan haar verwondingen overleden. Hoe kon dit gebeuren? Het blijkt een gigantisch probleem in India, mannen die vinden dat vrouwen tot hun beschikking horen te staan, als het niet goedschiks is, dan kwaadschiks. Verkrachtingen zijn er aan de orde van de dag. En geklaagd wordt er nauwelijks, want er wordt toch niets aan gedaan. Mannen achten zich heer en meester en misbruiken hun macht, binnen en buiten het huwelijk. Vrouwen zijn letterlijk waardeloos en zeker als ze zich Westers gedragen, korte rokken dragen of jeans, vriendjes hebben, roken of gaan studeren, dan vragen ze er toch om verkracht te worden?

En dan Mirjam, 16 jaar, uit IJsselstein. Of Maryam, zoals haar Marokkaanse naam luidde. Niet verkracht, maar door messteken om het leven gekomen. Niet aangevallen door een vreemde, maar door haar moeder. Die, volgens de media, niet kon verdragen dat Mirjam er een zg. Westerse levensstijl op nahield. Ze rookte, dronk alcohol, ging naar feestjes en had een Nederlands vriendje. Er was altijd bonje thuis, volgens vriendinnen. Wat zich precies heeft afgespeeld? De ongetemde woede van de machteloosheid van een ouder is levensgevaarlijk, dat blijkt in elk geval.

Geweld. Geweld als lust, geweld uit woede.. Twee jonge vrouwen, meisjes nog.
Eén vermoord door brute, op seks beluste kerels, in de kolkende miljoenenstad New Delhi.  En de ander in een doorzonwoning, aan een achteraf straatje, in een klein stadje, mijn woonplaats, door de vrouw die haar 16 jaar geleden baarde, uit machteloze woede.

Het knaagt en schuurt. Het staat allemaal in zo’n schrille tegenstelling tot wat ik geloof dat God ons wil geven aan liefde, zuiverheid en goede regels.  Aan respect van mannen voor vrouwen en heilzame kuisheid. Aan liefde tussen ouders en kinderen, aan gehoorzaamheid en inschikkelijkheid. Aan Satan geen schijn van kans geven in lust en boosheid.

Zou Christus hier genezen kunnen? Helen, rechtmaken, wat zo verschrikkelijk krom is in culturen en gezinnen?  Hij belooft het stellig. Mensen hebben hem nodig, maar ook culturen. Westerse en niet- Westerse. Door berichten als deze komt de duisternis even heel dichtbij. Dan verlang ik er zo naar dat het Koninkrijk van Licht dat God op aarde brengt, nu al zichtbaar wordt.  Jezus liet zich doden op een even vreselijke manier, maar Hij overwon de dood!

Dat God zich mag ontfermen over alle slachtoffers van bruut geweld en Zijn Heilige Geest wil schenken aan onze ontwrichte wereld. In Hem is en blijft er Hoop!

%d bloggers liken dit: