Kerstpakketten en Athene

Het draaiboek wordt bijgehouden tot op de kleinste details. Plakbandrollers, dozen, boodschappenlijsten, vrijwilligerslijsten en heel veel meer grote en kleine lijstjes. De voorbereidingen beginnen al in oktober en duren tot de dag er dan eindelijk is. Dan nog zijn er op het moment suprême benodigdheden die ontbreken…’Ik dacht dat jij die zou meenemen!’ ‘ Ik weet nergens van..!’ Gelukkig zijn er altijd winkels waar op het laatste moment nog spullen gehaald kunnen worden en is thuis dichtbij genoeg om even op en neer te fietsen.

Zo start de zoveelste editie van de Kerstpakkettenactie IJsselstein 2018 op 17 december. Her en der worden dozen vol met voedselproducten en speelgoed opgehaald. Een aantal scholen hebben verzameld, particulieren brengen tassen vol, bedrijven sponsoren en supermarkten leveren tegen korting (soms) en hier en daar gratis producten. De hal van het gebouw Het Kruispunt waar alles zich afspeelt, staat afgeladen vol.

we verzamelen alles in de hal

Al jaren voeren de gezamenlijke kerken in IJsselstein (verenigd in het Diakonaal Overleg IJsselstein) deze actie. Klein begonnen maar inmiddels worden er zo rond de 230 pakketten bezorgd in Ijsselstein. De adressen krijgen we van sociale organisaties en de kerken. Dit jaar uiteraard met toestemming van de ontvanger in verband met de wet op de privacy. In vorige jaren was het meestal een verrassing. Nu niet meer helaas.

In de loop van de dag wordt de giga berg spullen langzaamaan gesorteerd in categorieën. Op lange tafels in de vorm van een U. Scholieren die een maatschappelijke stage lopen vouwen 230 dozen in elkaar. En uur na uur lopen vrijwilligers langs de tafels om pakketten samen te stellen voor gezinnen, alleenstaanden of echtparen. Ik ben iedere keer weer onder de indruk van de gigantische hoeveelheid producten die in een korte tijd volledig op zijn, verdwenen in de dozen die weer door andere vrijwilligers bezorgd worden in het stadje.

Een behoorlijk inspannende actie, voor een relatief beperkte groep mensen. Maar ieder jaar een succes.

Van een heel andere orde is de actie ‘We gaan ze halen’. Vrijdag de 21e december vertrekken rond de 60 auto’s met chauffeurs en bijrijder en een grote bus naar Athene om daar oorlogsvluchtelingen, die in mensonterende omstandigheden leven, een hart onder de riem te steken. En wellicht er 150 mee terug te nemen. Hoeveel kans van slagen dat zal hebben? Weinig denk ik. Er is officiële toestemming nodig van de Griekse regering om mensen mee te nemen en eveneens van de Nederlandse regering. Zullen ze die krijgen? Niet waarschijnlijk. Is de actie daarom zinloos? Ik geloof het niet. Deze actie is een statement. Waar ik me helemaal in kan vinden. Iets moet er gedaan. We kunnen mensen toch niet zomaar laten creperen?

Als ik eenzaam was of arm in IJsselstein en iemand kwam mij een kerstpakket brengen zou ik blij verrast zijn. Er wordt aan me gedacht! Als ik vluchteling zou zijn in een kamp in Griekenland zou ik me gesteund en gezien weten als er opeens een paar honderd mensen voor mijn neus staan die het niet langer konden uithouden en hun comfortabele kerst-met-kalkoen opgeven om mij te laten weten dat we niet vergeten worden. En even komen delen in mijn misère. Is dat ook niet de essentie van kerst? God die onze misère kwam delen?

Gezien worden. Gekend worden. Wij kunnen het een ander maar in kleine, gebroken beetjes geven. Maar het is Jezus imiteren Die ons ook kwam opzoeken in onze gebrokenheid om echte hoop te bieden. Vergeving en een nieuw leven. In IJsselstein of Athene, ik kijk er halsreikend naar uit!

Behouden vaart naar Athene en dat alle kampen waar geleden wordt snel verleden tijd mogen zijn!

Rust

De koeien in de wei tegenover mijn huis kijken me peinzend aan. Af en toe huppelt er één een afstandje, afgeremd door een schaap dat haar voor de voeten loopt en haastig opzij springt voor dat hollende gevaarte. Koeien zijn echte volgdieren heb ik gemerkt. Als er eentje huppelt gaan ze op den duur allemaal een poosje hopsen. Op een aantal na, die dan wel volgen, maar in een bedaard tempo. Zo lopen koeien gewoon heel de dag rondjes. Want één mevrouw gaat op weg en langzaam maar zeker volgen alle dames. Waren ze vanmorgen allemaal nog geen 20 meter verwijderd van onze voortuin (er loopt een sloot tussen ons en de koeien), nu zijn ze nauwelijks nog zichtbaar. De schaapjes hebben de weide weer even voor zichzelf, met af en toe een voorbij rennende haas.

Ja, wat een rustiek na Griekenland en de Verenigde Staten. Mijn ziel landt gestadig in dit vredige oord, dat IJsselstein heet. Even mis ik nog niet de zee, het water, het altijd in beweging zijnde havengebied in Boston. Ik geniet van mijn eigen spullen en voel me minder gewetensbezwaard, nu ik de was weer ouderwets met knijpers ophang (in plaats van drie drogers tegelijk aan te zwengelen) en mijn zakjes weer hergebruik in de supermarkt. Dat kon ik tijdens het verblijf bij mijn schoonvader minder doen dan ik wilde. Daar paste ik me aan, aan zijn gewoontes en die hielden niet het hergebruik in van allerlei onbestemde zakjes voor groente en fruit. Ja, natuurlijk ik had mijn eigen gang kunnen gaan,  en af en toe smokkelde ik ook wel, maar ik vond het doen van een enorme hoop boodschappen in de mega Starmarket al stressvol genoeg. Ik liep braaf met het wagentje achter schoonvader aan, die een vaste route heeft door dit voedseldoolhof en liet hem het wagentje vullen. Voorraden aanleggen was de bedoeling, zodat hij weer even vooruit kon. Nou, dat was te zien.

Bij de kassa raakte mijn ziel ook altijd even in de wurgknoop van mijn geweten. Alle boodschappen worden ingepakt (dat is fijn) maar allemaal in plastic zakjes, waarin een stevige bruine papieren zak. Schoonvader hergebruikt die gelukkig voor de afvalemmer thuis, maar toch. Ik moet wel zeggen dat recycling  beslist veel meer een punt geworden is in de VS. In mijn ervaring tenminste. Maar de eindeloze koffiebekers en meeneem verpakkingen voor lunches en overgebleven eten blijven een grote afvalberg creëren.

Blij dus met mijn eigen GFT bak, hoewel dat ding wel smerig wordt, zeg, als het een paar dagen warm weer is. En de slakken!
Blij met mijn tuin die is opengebarsten in groen en bloei in de tijd dat ik weg was.
Blij met de stilte. Geen sirenes, geen straatfeesten onder mijn raam, geen duizenden toeristen als ik de voordeur uitloop. Kortom ik ben weer thuis in mijn dorp.

Maar straks ga ik het weer missen. Ik blijf een gespleten ziel.

 

Een herfstige volkstuin en het kerkhof

Het was me nog niet eerder zo opgevallen. De volkstuintjes in onze buurt (IJsselveld Noord) liggen pal naast de begraafplaats De Hoge Akker aan de Noord IJsseldijk. Prachtig plekje tussen de weilanden, boerderijen en de Hollandse IJssel. Ik loop vaak een rondje langs de dijk, links richting de IJssel en dan langs het water weer met een bocht terug naar de dijk. Aan mijn rechterhand zie ik dan de moestuinen en vervolgens de begraafplaats.

volkstuinen IJsselstein november 2013 volkstuinen Ijsselstein

Een week of wat terug, op één van die prachtige herfstdagen, wilde ik wat foto’s maken van de volkstuinen. In de herfst vind ik de tuinen haast nog mooier dan in de lente of zomer. Er groeit niet zoveel meer. Wat boerenkool, van het donkerste groen, een lapje grond met prei, een rijtje spruitenplanten.  Grillige, leeggeplukte bramentakken, een late rode dahlia, kleurige kalebassen die nog langs de grond kruipen. En veel grond met overgebleven resten van planten en takken van zomerbegroeiing. Het lijkt kaal en knoestig, maar als tuinier zie ik al wat het straks  weer worden gaat. Her en der ligt al zaad te wachten in de grond. Die grond moet eerst hard en koud worden. De winter  moet er overheen voordat er groene sprietjes verschijnen.

Al dwalend zag ik het hek tussen de tuinen en de begraafplaats open. Normaal kun je niet doorlopen, maar men was bezig met onderhoud. En zo liep ik van die kale, zonovergoten volkstuinen naar de groene, beschutte begraafplaats. Prachtig onderhouden, met mooie, grote bomen, veel gras en heesters in herfstkleur. Geschiedenis boeit me  en ik liep dus een rondje over het kerkhof. Veel oude graven zijn er niet. Maar het is altijd indrukwekkend om te zien hoe mensen over hun geliefden spreken in steen. Helemaal de kindergrafjes. Wat een liefde spreekt er uit de tekst op zo’n grafsteen voor kinderen die soms maar een dag geleefd hebben. Knuffels, hartjes, speelgoed, uit alles blijkt het pijnlijke gemis.

kerkhof De Hoge Akker, Ijsselstein

Het is geen nieuwe gedachte maar wat trof me het die dag weer: De overeenkomst tussen de kale, herfstknoestige volkstuinen en het groene, maar dode kerkhof. Op beide plekken moet er eerst gezaaid en ‘gestorven’ worden voor er weer nieuw leven kan komen. De kou moet er over, de droogte, de sneeuw en alles moet als het ware verdwijnen. En dan komt de lente weer. Met verrassend nieuw leven.

Op veel van de grafstenen kwam die hoop tot uiting : wie in Christus sterven zullen leven!

MIJ – Waarin een klein museum Groot is

museum IJ

Al weken had ik me voor genomen naar Museum IJsselstein te gaan, na de verbouwing in 2012. MIJ heet het lekker kort en krachtig tegenwoordig. Ik ben er eerder geweest, met de kleinzoons zelfs en had er een leuke herinnering aan. Toegankelijk, mooie verhalen over het verleden en, wat vooral de kleinzoons leuk vonden, je was er zo doorheen.

Groot in: Overzichtelijkheid
De verbouwing was alweer een tijdje klaar en de titel van de expositie die er nu gehouden wordt intrigeerde me. In de Wolken. Foto’s, installaties, schilderijen van wolken, luchten en water. Alleen de woorden maken me al vrolijk. Binnen, bij de receptie ook nog de onverwachte mededeling dat mijn museumkaart geldig is. Meestal is dat niet het geval in plaatselijke musea. Bonus dus. Expositie linksaf, IJsselsteins straatje gelijk rechts.

Trouw aan IJsselstein als ik ben, begaf ik me opnieuw in het IJsselsteinse geschiedenisstraatje. Misschien was er nog iets nieuws en anders kon ik weer proberen de relatie tussen de Gijsbrechten van Aemstels, de van Egmonds en de Oranjes te ontwarren.

grafmonument Nikolaaskerk Gisbrecht van Amstel en zoon en echtgenotes
grafmonument Nikolaaskerk Gijsbrecht van Amstel en zoon en echtgenotes

Want ja, IJsselstein is een baronie, al eeuwen en ooit was Willem van Oranje baron van IJsselstein. Zijn nazaat, onze koning, is dat ook. Het paard dat hem traditiegetrouw geschonken werd bij zijn troonsbestijging, schonk hij ruiterlijk aan een kinderboerderij hier in het stadje. (Voor de geïnteresseerden hier een link naar een beknopte geschiedenis van het stadje)

Groot in: Weinig prehistorie
Het straatje start bij ‘de prehistorie’. Welja, de geschiedenis gaat dus nog verder terug. Er is hier zelfs een Romeinse grafheuvel gevonden. Eerste vitrine. Nog wat meer potten, scherven en roestige objecten in de tweede vitrine en daarna gaat het snel naar de middeleeuwen en verder. Kijk, dat is dus een grootsheid in een klein museum. Je bent niet verplicht uren door te brengen op een archeologische afdeling. Ik vind archeologie boeiend, vooral verhalen over hoe het eruit gezien zou kunnen hebben. Maar na twee á drie vitrines met gebroken schotels en potten ben ik klaar. Ze zien er over de hele wereld (in mijn lekenogen!) hetzelfde uit.

geschiedenisMIJ

Maar dan de vitrines met ‘echte’ geschiedenis! Kleding, meubels en gebruiksvoorwerpen! Daar smul ik van. MIJ is beperkt maar geeft toch een inkijk in het leven van de IJsselsteiners door de eeuwen heen. Ook wat hun beroep en ambacht betreft. Al die wilgenbomen hier, geen wonder! De moerassige Lopikerwaard werd ontgint en langs de rivieren en sloten groei(d)en de knotwilgen in overvloed. De mensen hebben er eeuwen van geleefd. Kinderen hielpen al met het (schillen) van wilgentenen. Hele industrieën ontstonden. Mandenvlechters, touwslagers, alles werd gemaakt dat van het materiaal gemaakt kon worden.

20131127_153443 Wilgenbosjes, geschild MIJ

Kwaliteit
Na van de geschiedenis weer genoten en geleerd te hebben, vervolgde ik met In de Wolken. Zeer minutieus geschilderd werk van (Utrechtse kunstenaar) Daan de Jong, gemaakt naar aanleiding van uitgebreide documentatie tijdens vakanties en reizen, van landschappen en wolkenluchten. Een drieluik van prachtig, uitvergrote fotobeelden van het IJsselmeer van Wout Berger, gemaakt vanuit zijn slaapkamerraam, gedurende één jaar. Foto’s van interieurs met daarin kunstmatig gecreëerde wolken, die net op het juiste moment zijn vastgelegd, voor ze weer verdampten. IJl, des te meer zo vanwege de hoge of kale interieurs (Berndnaut Smilde). Van JCJ Vanderheyden (leuke video), schilderijen van blauw/witte/zwarte vakken die, zoals de maker achteraf ontdekte, gezichten op wolken blijken te zijn vanuit een vliegtuigraam. En geinige (wolk)installaties van veelzijdig kunstenaar-architect John Körmeling. Marisca Voskamp bedacht een adem-mee installatie. Van plastic zakjes met lucht (ingeblazen door de museumbezoekers) maakt ze een groeiende wolk.

wolk van adem vanbezoekers MIJ. Verzameld in plastic zakjes.

Het meest indrukwekkende vond ik het enorme landschapsschilderij van Daan de Jong. Te zien is een bergketen met daaronder een meer, aan de oever een stadje en links erboven naderende onweerswolken. Naast het schilderij staat een muziekinstallatie. Terwijl je kijkt kun je luisteren naar een pianoconcert van Ferruccio Busoni  (had ik nooit van gehoord). De schilder geeft suggesties welke track bij welke onderdeel van het schilderij past. Ik heb zeker een kwartier bij het schilderij gezeten, al luisterend en kijkend. Ik denk dat het beeld voor eeuwig vastligt in mijn hersenen. Fantastische ervaring.

Daan de Jong - MIJ

En toen stond ik weer buiten. Na het kopen van een paar leuke kunstkaarten van Ijsselstein. Mijn bezoek meer dan waard. Ik voelde me blij met Ijsselstein. Klein stadje, maar rijk met een eigen museum, bioscoop, theater, zwembad en bibliotheek.

Willem-Alexander mag trots zijn op zijn titel: Baron van IJsselstein.

De muziek:

Meisjes uit Delhi en IJsselstein

Het oude jaar eindigde slecht in New Delhi, India. En het nieuwe jaar begon niet goed in IJsselstein. Twee plaatsen in de wereld. En twee meisjes, die beiden een gewelddadige dood stierven. Slechts twee van de duizenden slachtoffers van oorlog en geweld in onze wereld, in de laatste weken.

Maar de twee meisjes in IJsselstein en New Delhi kwamen voor mij even heel dichtbij. Het meisje in New Delhi, 23 jaar – door zes mannen op gruwelijke wijze verkracht en mishandeld, uit een bus gegooid, naakt, als een stuk vuil. En later aan haar verwondingen overleden. Hoe kon dit gebeuren? Het blijkt een gigantisch probleem in India, mannen die vinden dat vrouwen tot hun beschikking horen te staan, als het niet goedschiks is, dan kwaadschiks. Verkrachtingen zijn er aan de orde van de dag. En geklaagd wordt er nauwelijks, want er wordt toch niets aan gedaan. Mannen achten zich heer en meester en misbruiken hun macht, binnen en buiten het huwelijk. Vrouwen zijn letterlijk waardeloos en zeker als ze zich Westers gedragen, korte rokken dragen of jeans, vriendjes hebben, roken of gaan studeren, dan vragen ze er toch om verkracht te worden?

En dan Mirjam, 16 jaar, uit IJsselstein. Of Maryam, zoals haar Marokkaanse naam luidde. Niet verkracht, maar door messteken om het leven gekomen. Niet aangevallen door een vreemde, maar door haar moeder. Die, volgens de media, niet kon verdragen dat Mirjam er een zg. Westerse levensstijl op nahield. Ze rookte, dronk alcohol, ging naar feestjes en had een Nederlands vriendje. Er was altijd bonje thuis, volgens vriendinnen. Wat zich precies heeft afgespeeld? De ongetemde woede van de machteloosheid van een ouder is levensgevaarlijk, dat blijkt in elk geval.

Geweld. Geweld als lust, geweld uit woede.. Twee jonge vrouwen, meisjes nog.
Eén vermoord door brute, op seks beluste kerels, in de kolkende miljoenenstad New Delhi.  En de ander in een doorzonwoning, aan een achteraf straatje, in een klein stadje, mijn woonplaats, door de vrouw die haar 16 jaar geleden baarde, uit machteloze woede.

Het knaagt en schuurt. Het staat allemaal in zo’n schrille tegenstelling tot wat ik geloof dat God ons wil geven aan liefde, zuiverheid en goede regels.  Aan respect van mannen voor vrouwen en heilzame kuisheid. Aan liefde tussen ouders en kinderen, aan gehoorzaamheid en inschikkelijkheid. Aan Satan geen schijn van kans geven in lust en boosheid.

Zou Christus hier genezen kunnen? Helen, rechtmaken, wat zo verschrikkelijk krom is in culturen en gezinnen?  Hij belooft het stellig. Mensen hebben hem nodig, maar ook culturen. Westerse en niet- Westerse. Door berichten als deze komt de duisternis even heel dichtbij. Dan verlang ik er zo naar dat het Koninkrijk van Licht dat God op aarde brengt, nu al zichtbaar wordt.  Jezus liet zich doden op een even vreselijke manier, maar Hij overwon de dood!

Dat God zich mag ontfermen over alle slachtoffers van bruut geweld en Zijn Heilige Geest wil schenken aan onze ontwrichte wereld. In Hem is en blijft er Hoop!

Tussen IJsselstein en Schiedam

Ik weet het, ik ben er achter!

De allereerste keer dat ik in IJsselstein kwam wist ik het al: hier kom ik te wonen. Maar waarom? Er waren allerlei redenen, maar daarin onderscheidde IJsselstein zich niet van andere leuke stadjes. (Ik wist toen nog niet van het huis met prachtig uitzicht waarin we uiteindelijk kwamen te wonen). Nee, het was een onmiddellijke, onverklaarbare en instinctieve ervaring. Hier hoor ik, hier voel ik me thuis. Hoe kwam ik toch aan dat gevoel?

Nu weet ik waarom. Het heeft met Schiedam te maken. Schiedam is mijn geboortestad. Maar niet alleen die van mij.  Generaties en geslachten Sonnevelden en van Katwijken komen er vandaan. Vanaf minstens de 17e eeuw wonen en werken ze er.

Behalve die familiegenen is er nog iets wat bijna wel in het DNA van alle Schiedammers moet zitten: jenever. Schiedam is nu nog bekend in de hele wereld vanwege Ketel 1. Maar in de 18e en 19e eeuw stikte het in de stad van jeneverstokerijen. Het vervaardigen van jenever was een van de voornaamste bronnen van werkgelegenheid. Van de zakkendragers (met graan), de tonnenmakers, de brandersknechten die het vuur in de stokerijen dag en nacht brandende moesten houden, de flessenblazers, tot aan de hoge directeuren.

Nu terug naar IJsselstein. Tussen Schiedam en IJsselstein stroomt jenever. Grote delen van en rondom IJsselstein werden in de 19e eeuw opgekocht door twee directeuren van jeneverstokerijen uit Schiedam! Van het geld van de verkochte stokerijen, kochten ze in deze buurt landerijen en polders.

Ik róók het. De eerste keer dat ik hier was. Dat Schiedamse geurtje. En ik voelde me thuis. Zoals ik me thuis voel zo gauw ik mensen die met een Schiedams accent spreken, om me heen hoor.

Ik ben dus niet voor niets lid geworden van de Historische Vereniging IJsselstein! Mijn onverklaarbare band met dit stadje is door een artikel in hun blad duidelijk geworden…

%d bloggers liken dit: