De oude stad
We dwalen door de straten
van de oude stad
met overal de schatten van
een rijk verleden
Ik weet de naam niet meer
maar dat maakt nu niets uit
want ik zie links en rechts
honderd dingen die ik ken
Die gevel daar, die kerk,
die torenspits en kijk,
dat wapen daar met leeuw en kroon
en hier een muur met bloementegels
uit lang vervlogen tijd –
was het de jaren dertig?
Ik ben verrukt, in deze vreemde
oude stad, waar ik de naam
niet meer van weet
en heg noch steg.
Ik ben weer even thuis