Alleen in de wereld?

Alex Vinkenoog met dochter – bron:ncrv

Ik zag een aantal dagen geleden een ontluisterende documentaire op de TV. Alleen in de wereld, gemaakt door Denise Janzée, Een verhaal over hoe het kinderen van zg. bekende Nederlanders is vergaan sinds zij opgroeiden in de zestiger jaren bij ouders die druk waren hun grenzeloze vrijheid te bevechten en ervan te genieten. Dolle Mina’s die voor vrije abortus streden, hippies die met hun naïeve flowerpower ideeën zich suf rookten aan hasjiesj. Ze experimenteerden met heroïne en LSD, waarvan de kwalijke gevolgen vele malen die van hasjiesj overtroffen. Je ziet het in de film aan de verwoeste gezichten van sommige vaders of moeders. En sommigen overleefden de drugs niet eens.

De ‘kinderen’, veertigers en vijftigers nu, vertellen over het bizarre leven dat ze leidden als kind. Gebrek aan aandacht, als peuter tussen mensen zitten die allemaal zo stoned waren dat ze niets meer beseften. Als vijfjarig jongetje uren alleen erop uit gaan met de tram omdat ouders toch niet merkten of hij er wel of niet was. De sterk wisselende contacten van de ouders. Dan weer die ‘vader’, dan weer die. Alles kon en alles mocht. Eén vrouw is moeite blijven houden met intimiteit omdat ze niet geleerd had wat het was. Haar moeder had seks waar ze bij was, er was geen enkele ontwikkeling van privacy, gezonde schaamte en intimiteit.

Het herinnerde me aan een andere documentaire die ik ooit zag, Communekind: opgroeien bij de Bhagwan, (Maroesja Perizonius). De maakster komt als zesjarig kind met haar moeder in een vrije Bhagwan commune in o.a. Amsterdam te wonen, in de ‘vrije’ jaren zestig. De vrijheid ging daar zo ver dat volwassen mannen  gewoon seks konden hebben met kinderen in de commune. ‘Waarom heb je me daar niet tegen beschermd?’ vraagt de dochter in de film aan haar moeder.

De ouders die geïnterviewd worden in de recente documentaire zijn nog zo stuitend vol van zichzelf dat je hart uitgaat naar de zoons en dochters. De zachtzinnige Alexander, zoon van Simon Vinkenoog, die nu een goeie vader voor zijn drie kinderen wil  zijn, wil uitleggen waarom hij zich verwaarloosd voelde als kind. Elke keer dat hij een zin begint kapt de laatste vrouw van zijn vader hem af met een loftuiting op haar goeroe Simon, die toch zó geweldig was. Alexander houdt wijselijk zijn mond.

Als je ergens duidelijk wil zien hoe wreed geloof in absolute vrijheid is, dan wel in dit soort beelden. Een vrouw die een psychiatrisch wrak is vanwege haar drugsgebruik, een vrouw die bazelt over hoe ‘verruimd’ haar hersenen zijn dank zij de LSD, een zoon die nog steeds zoekt naar geborgenheid en liefde, een dochter die nooit heeft kunnen genieten van lichamelijke aanraking, een zoon die vertelt hoe zijn broertje de waanzin niet overleefde en zelfmoord pleegde. Verdrietige, verdwaalde kinderen van losgeslagen en evenzeer verdwaalde ouders… De documentaire heeft een open einde. Het is een aanklacht. Maar ook een oproep tot begrenzing aan vrijheid. Maar hoe?

Vrijheid kan nooit een doel op zich zijn, dat blijkt wel. Vrijheid werkt alleen als middel tot een doel. Om te dienen, om lief te hebben. Wie geeft ons  leefregels die het leven doen opbloeien in plaats van ons leeg te zuigen en te verpletteren?

Ik nodig de hoofdpersonen in de documentaire (en ook mijzelf weer) uit, de lichte last van de leefregels van Jezus Christus op te nemen. Zijn belofte is: Kom achter mij aan en leef volgens mijn regels en Ik leid je naar Leven en Vrijheid in overvloed.