Frederiksoord

Onlangs waren we in Drenthe. We bezochten Westerbork. Na onze hotelovernachting in Exloo, met heuse Corona roomservice in de avond (eten onder van die metalen bolle deksels en op een serveerwagentje op wielen); ontbijt ophalen en op je kamer opeten, vertrokken we richting Frederiksoord. Naar het koloniedorp daar, gesticht in de 19e eeuw. Pas daar werd het me duidelijk dat er wel vijf van dit soort kolonies geweest zijn, allemaal gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid, waarvan de stichter Johannes van den Bosch was, een zeer ondernemende en visionaire militair-ingenieur, een vooraanstaand man. Ik meende een groot gevangenisachtig instituut aan te treffen, zoals waarover ik gelezen had in Het Pauperparadijs, maar dat bleek Veenhuizen te zijn.

DE AUTEUR BECHRIJFT HET LEVEN VAN HAAR VOOROUDERS IN DE STRAFKOLONIE VEENHUIZEN

Na 25 jaar revolutie en oorlog was er een grote groep berooiden en armen in Nederland in 1814. Veel mensen konden nauwelijks of niet rondkomen en leefden in krotten of op straat. Bedelarij was strafbaar en mensen die vanwege honger bedelden opgepakt en in het gevang gezet. Hun uitzicht op een beter leven was hopeloos. Johannes was een bewogen idealist, die ervanuit ging dat een betere omgeving en eerlijk werk in de buitenlucht mensen een betere kans op een toekomst zou geven. Het klonk heel mooi. De eerste uitvoering van zijn idee was de vrije proefkolonie Frederiksoord. Vernoemd naar prins Frederik, de oudste zoon van koning Willem I, een enthousiast voorstander van de idealen van Johannes. Er werden (voor die tijd) comfortabele huisjes neergezet, met een lapje grond erbij om voor eigen gebruik groenten te verbouwen. Verder werd er van de mannen verwacht dat ze hielpen bij de ontginning van de grond rondom de kolonie. De vrouwen werkten in de textiel, spinnen en weven van kleding bestemd voor de kolonisten. Dit onder leiding van werkers die er verstand van hadden. Bijzonder was ook dat kinderen vanaf zes jaar verplicht onderwijs kregen. Pas in 1900 zou er een landelijke leerplicht komen, dus men was hun tijd ver vooruit. Dat was Frederiksoord. De eerste bewoners arriveerden, vrijwillig, in 1818.

het voormalige huis van een van de bestuurders van de kolonie

Toch bleek het project niet succesvol. mensen overplanten vanuit de stad naar het uitgestorven platteland, van eigen zaakjes regelen en geld bij elkaar sprokkelen naar discipline en strakke regels bleek moeilijker dan men dacht. Niet alleen moesten de kinderen verplicht naar school, maar ook kerkbezoek was een vereiste en het meebetalen aan een ziekenfonds. Alles voor een goed doel. Met de huidige protesten tegen Coronamaatregelen in gedachten kan ik me voorstellen dat niet iedereen van die plicht gediend was, zeker niet de mensen uit grote steden als Amsterdam of zo. Johannes van den Bosch was een typisch Verlichtingsdenker: mensen hebben een gezond verstand en doen gewoon wat voor hun bestwil is. Maar de realiteit is weerbarstig.

De kolonie was ordelijk, met lange rechte lanen. ook dat was onderdeel van de visie. Reinheid, redelijkheid en orde!

Echtgenoot en ik hebben rondgelopen in Frederiksoord en onze indruk was die van de typische toerist. Mooi landschap, mooie huisjes, vriendelijke omgeving. Zo zal het de oorspronkelijke bewoners niet zijn vergaan. Drenthe was woest en ledig. Dat was de win-win situatie voor Nederland en de koning. Woeste grond ontginnen voor landbouw. een van de redenen waarom koning Willem I het initiatief steunde. Zijn zoon prins Frederik werd voorzitter van de Maatschappij van Weldadigheid. Men won zoveel mogelijk leden in het land die allemaal een contributie leverden om het project mogelijk te maken. Gezelschappen of kerken in de verschillende steden selecteerden de mogelijke kolonisten. Wie uiteindelijk niet geschikt bleek voor de vrijwillige kolonie werd gestraft en naar een strafkolonie gestuurd. Tot zover dus de ‘vrijwilligheid’.

Wie zich niet wil conformeren aan de regels en de handhaving daarvan, wordt ‘opgezonden’ naar de onvrije Koloniën in Veenhuizen (voor vondelingen en weeskinderen), Ommerschans (voor landlopers en bedelaars) en Merksplas (België).

Arm gezin in Frederiksoord- afbeelding van de site van http://www.welkomtoenwelkomnu.nl

Gisteravond zag ik de uitzending van Verborgen Verleden waar onder andere Herman Finkers in voorkwam. Veel van zijn voorouders waren arm en leefden in de kolonies. Ommerschans was een van de strafkolonies. Nog opgericht (1819)voor die van Veenhuizen (1822). Wie zich niet aanpaste in de vrije kolonie kwam hier terecht. Of wie gearresteerd was voor landloperij. van Lennep met zijn vriend Dirk van Hogendorp wandelen in 1823 samen door het Drentse landschap, eerst als toerist net als wij, maar treffen in de kolonie een situatie aan van honger en ziekte. Men kreeg te weinig eten en de kolonie werd ook een afvalput van de samenleving. Finkers toont de plek waar men begraven werd… in jute zakken in een soort massagraf. geen grafsteen. Triest. Zeker als je bedenkt dat de intenties van Van den Bosch goed waren. Dit was zeker niet zijn bedoeling geweest. Er was blijkbaar te weinig toezicht en ook overheden en bestuurders zagen kans in de kolonies hun lastige inwoners te dumpen.

Eerst liepen wij tien minuten door heerlijke rogge en genaakten zoo het gesticht, dat een vrij aangenaam voorkomen heeft, zijnde met boomen hier en daar overschaduwd en op een oude Schans nog met grachten omringd, opgebouwd

Het is moeilijk zo’n hele geschiedenis te voelen wanneer je rondloopt op een zonnige dag in een vredig landschap. Frederiksoord was dan ook een van de meer geslaagde kolonies. En door het onderwijs zijn ook veel mensen geholpen en hebben zich aan armoede kunnen ontworstelen. Veel van hun nazaten zijn bekende Nederlanders, die vaak helemaal geen weet hadden/hebben van hun afkomst. Er is een databank, Alle Kolonisten, waarin iedereen familienamen kan opzoeken om te zien of er wellicht een voormoeder of-vader heeft gewoond in een van de kolonies. Ook het Drents Archief heeft veel informatie! Het archief van de Maatschappij van Weldadigheid bevindt zich daar, vierhonderd strekkende meter!

Ik heb een proefsearch gedaan bij de naam Sonneveld, geen treffer. Bij de naam van mijn moeder, van Katwijk, had ik wel treffers. Niet de Schiedamse tak, maar een familie in Brabant die wellicht afstamt van een van mijn verre voorouders uit Schiedam. Een nieuwe speurtocht lokt!

Hoe het verder ging met de kolonies is te lezen op de verschillende sites die ontzettend veel informatie hebben. Alleen de onvrije kolonies (Veenhuizen en Ommerschans werden voortgezet als inrichtingen van de Staat. Tegenwoordig is alleen Veenhuizen nog een zg. rijkswerkinstelling en gevangenis.

De kolonies, de musea het is allemaal fascinerende geschiedenis en een bezoek zeker waard. Ik ga terug als de musea weer open zijn en een bezoek aan de andere kolonies staat op mijn lijstje!

De biografie over Johannes van den Bosch, De Kolonieman, door Angelie Sens is ook heel interessant om te lezen. Ik heb hem uit en hij staat in mijn boekwinkeltje BatteauBoeken te koop.

%d bloggers liken dit: