En toen stroomden de familieleden binnen. Uit New York, Nederland, Californië, en Shellburne Falls en nog wat andere plaatsen. De flat (110 m2) van mijn schoonvader barst uit zijn voegen. Met twee W.C.’s, een douche en een wastafel is het nummertjes trekken om aan de beurt te komen. Niet iedereen slaapt hier, gelukkig. Er zijn twee slaapbankjes met matrassen van maximaal 140 cm breed en 180 lang), dus vier personen kunnen hier logeren (en proberen een oog dicht te doen op de krappe matrasjes). Het leukst is de keuken. Er is een antieke gasplaat waarvan twee en als je geluk hebt, soms drie branders het doen. Ernaast is een klein aanrechtblad. Daartegenover is de gootsteen, met daarnaast eveneens een aanrechtbla(a)d(je). Als tien mensen willen eten wordt het krap daar. Onder het aanrecht is de afwasmachine. Heilige grond. Want schoonvader heeft strikte regels voor het inruimen. Alles moet gespoeld als ware het 100% schoon en dan pas mag het erin. Voor nieuwelingen altijd even wennen. Is de afwas gedaan of moet het ding nog draaien? Ook een vurige wens van het hoofd des huizes is, geen spullen op het aanrecht, of in de gootsteen. Spoelen en in de machine. Kan altijd hergebruikt worden.
Verder is schoonvader voor een negentigjarige zeer flexibel. Hij volgt rustig zijn eigen routine. Broodje in de ochtend, broodje voor lunch met chocola als toetje, maakt niet uit hoe laat anderen eten, hij eet op zijn eigen tijd. Om zes uur het nieuws, om zeven uur Big Bang herhalingen voor 2 uur. En om elf uur Seinfeld herhalingen. Als wij op een oor liggen horen we hem schateren in de woonkamer. Daarom leeft hij zolang, zegt echtgenoot. Hij lacht drie uur per dag!
Straks gaan we naar de boot, om zijn negentigste verjaardag te vieren. Een rondvaartboot voor veertig mensen, met eten en drinken voor drie uur. Een enorme uitgave, maar voor hem heel belangrijk. De laatste keer dat ik mijn verjaardag vier, zegt hij steeds. Iedereen is druk bezig met het schrijven van gedichten of speeches. De muzikale leden van de familie gaan zingen en dansen. Het wordt een waar feest. Een teleurstelling, het weer is slechter dan we zelfs hadden durven denken. 12 graden met regen. Eergisteren was het 28 graden. Het weer is volkomen onvoorspelbaar hier. Maar we laten het de pret niet drukken.
Zes vrouwen maken zich klaar in een smalle kamer en trekken hun mooiste kleren aan in de geest van mijn overleden schoonmoeder. Die deed niets liever dan zich zo mooi en exotisch mogelijk kleden wanneer ze de kans kreeg. We missen haar allemaal. Als we alle zes in vol ornaat zijn blijkt dat we zonder overleg toch een soort dresscode hebben. We dragen wit, crème en goud. Let’s party!
Zondagen zijn altijd een moment van opladen. Citylife Church waar we meestal de dienst bezoeken (zie deze blog), is een half uur lopen van waar we logeren in het gebied bij de haven van Boston. Een heerlijke wandeling door China Town dat om half elf zondagochtend zo druk is als de Kalverstraat op koopavond. Een enorm contrast met het compleet uitgestorven financiële district een of twee wijken verderop. Niemand woont daar en er is in het weekeinde niets te zoeken. Zelfs de cafe’s zijn er dicht. In China Town staan de mensen in de rij bij de bakkerijen waar rijen weelderig versierde, maar lichtelijk kunstmatig uitziende taarten in de schappen staan. De restaurants met de lekkerste dumplings, dim sum’s en andere voor mij onbekende gerechten zitten, hoe vroeg ook, al propvol. Vlakbij de Chinese Poort verzamelen zich oudere Chinese mannen om te kaarten en mahjong te spelen. Verderop staat een groepje van de Falun Gong beweging Tai Chi te doen. Gewoon met winterjas aan, maar toch zo sierlijk als maar kan.
Het is een komen en gaan van auto’s en mensen, allemaal op weg naar ik weet niet wat. Er is een Chinese kerk hier, dus ongetwijfeld zijn er kerkgangers net als wij. Onder jonge Chinezen is een sterke beweging gaande van christenen. Net als onder Koreanen.
Terug naar de straten. We lopen op de smalle trottoirs en bereiken wat hier het Theater District genoemd wordt. Daar, in een hotel op de 6e verdieping, komt City Life samen, iedere zondag om 10.30 en om 14.00 uur. Als je binnenkomt waan je je in Azië. 80% van de gemeente is van Chinese of Koreaanse afkomst. Wij voelen ons daarom heel erg thuis gelijk. Na 9 jaar in Korea is het iedere keer een soort thuiskomen ervaring. De meeste leden wonen hier als tweede generatie, maar er zijn ook veel studenten die weer terug gaan naar hun land na hun studie. Iedere zondag spreken we tijdens het kennismakingsmoment (zó’n goede gewoonte: groet de mensen in je omgeving!) weer anderen. Vandaag zat ik naast iemand van Chinese afkomst. Zijn ouders hadden in Finland een opleiding gedaan, en waren daar christen geworden. Ze hadden hem in China achtergelaten en later meegenomen naar Amerika. Achter ons zat een man uit Shanghai. Hij studeert hier aan een theologische opleiding en is part-time predikant van een Chinese kerk. Vol enthousiasme over gereformeerde theologie. Bavinck was net vertaald in het Chinees, vertelde hij stralend.
We beginnen met muziek. Als senioren hebben we af en toe de neiging om oordoppen in te doen, maar zo flauw willen we niet zijn. Het is begeleiding met electrische gitaar, keyboard en drums. De kwaliteit van de muziek is goed. Gewoon wat hard. Er heerst een ontspannen en tegelijk zeer ordelijke sfeer. Mensen komen binnen tot het moment dat de preek begint. In groepjes. De deur gaat dicht tot er weer een binnenlaat moment is. Iedereen draagt natuurlijk bekers met koffie, sap of water. Maar er wordt niet gegeten! Nog geen pepermuntje. Ik aarzel om een snoepje te pakken en denk dan, bekijk het, als iedereen hier kartonnen emmers meeneemt om uit te drinken mag ik toch wel een mini-mint pakken!
We zingen, we bidden, we lezen uit de bijbel en luisteren dan naar een uiteenzetting over de gelijkenis van de wijngaard. Een zeer boeiend verhaal dat de dood van Jezus presenteert als het ondersteboven van God. Luister hier wanneer je de preek wilt horen.
Iedereen om me heen hier in Amerika houdt de adem in. Het weer in Boston weerspiegelt de sfeer, regenachtig, somber. Wat gaat er gebeuren? Hoe gaat deze onberekenbare, door zelfliefde schijnbaar verblinde Trump, straks het land leiden? Zonder alternatieven worden nu al regelingen van de Obama regering weggestemd, met name de voorzieningen in de gezondheidszorg, zoals wat in de volksmond Obamacare ging heten (Affordable Care Act). Wat komt er voor in de plaats? Ik las het verhaal over predikanten van kleine gemeenten die meestal niet kunnen deelnemen aan grotere, gezamenlijke verzekeringen, dat het voor hen desastreus is. Zelfs Obamacare is niet goedkoop en een van de klachten was dat de premies (onze dochter in New York betaalde $200 en had een eigen risico van $1000 voor ze zich via haar bedrijf kon verzekeren) steeds duurder werden. Maar vergeleken met daarvoor waren duizenden en nog eens duizenden voor het eerst verzekerd voor medische kosten. Er heerst onrust en onzekerheid bij velen.
Waarschijnlijk is er niet eerder zo’n conflictueuze situatie rondom een presidentsverkiezing geweest als nu. Het doet me doet denken aan de hevige emoties bij een kerkscheuring. De scheiding tussen pro- en anti loopt dwars door gezinnen, vriendschappen , kerken en zelfs huwelijken. Politiek is een taboe geworden. Op feestjes wordt er niet meer over gepraat, tenminste als je het gezellig wil houden. Het wederzijds onbegrip is enorm. De mening over Trump’s karakter is redelijk gelijk (een ‘wonderlijk’ persoon op zijn zachts gezegd), maar zo gauw men het heeft over al het andere verdwijnt de overeenstemming snel. Men is cynisch, bitter, of ronduit vijandig en agressief. Obama is voor de ene groep als een messias. Trump is satan. Voor de andere groep is hij het middel, misschien wel niet ideaal, maar hij is een weg naar vrijheid voor een deel van de bevolking dat zich niet gezien en erkend voelde in de 8 jaar van de regering van Obama. Hoe charmant en vriendelijk ook, veel gevoeligheid ten opzichte van bijv. christenen en hun positie in onderwijs en zorg heeft hij volgens hen niet laten zien. Onder Hillary Clinton vreesden ze een nog grotere inperking van hun vrijheid. Een genuanceerd gesprek over onderwerpen is met velen niet meer mogelijk. Het is vóór of tégen. Heb je standpunten die soms bij het ene kamp liggen en soms bij het andere dan kun je hier maar beter je mond houden. Wat ik christelijk-sociaal noem wordt hier vanwege het christelijke al gauw als republikeins gezien en dús pro-Trump, en vanwege het sociale als socialistisch, dús democratisch. Prolife dat zijn pro-fundamentalistische, haatzaaiende, achterlijke mensen die de tijd terug willen draaien. Anti-particulier wapenbezit is een bijna onmogelijke positie als je Republikein bent.
Er is angst en pessimisme. En enthousiasme en hoop. Verering en bewondering. En haat en in beide kampen een compleet gebrek aan respect. Niemand lijkt enig ontzag voor overheden en politici te hebben. Men gaat uit van corruptie en bedrog. Waarschijnlijk terecht, gezien het systeem. Maar het stemt me droevig. Hoe kan een land overleven waar zo weinig geloof mogelijk is in de goede intenties van overheden? En de verantwoordelijkheid van burgers als kiezers van die overheid.
Maandag was ik getuige van iets wat hoopvoller stemde. Het was Martin Luther King dag en we besloten naar een van de festiviteiten te gaan. In Faneuil Hall,
een historisch gebouw uit de 18e eeuw, werd King herdacht. Met muziek (een mix van jeugdorkesten uit, zeg maar ‘krachtwijken’, toespraken en samenzang. Voor het eerst zong ik We shall overcome hand-in-hand met zwarte mensen die in hun eigen leven nog hebben meegemaakt dat ze als minderwaardig werden behandeld. Ik sprak een zwarte vrouw van 77 uit Mississippi (het zuiden van Amerika) en daar aan den lijve de vreselijk rassendiscriminatie had ervaren. Tijdens het zingen van bekende liederen zoals Amazing Grace, voelde je in de zaal de ontroering, maar ook de pijn uit het verleden en heden. Ik zag veel tranen. De dame uit het Zuiden, Clovis, gaf een treffend commentaar toen we wat napraatten. Er is hoop, er is een droom en er moet gestreden worden tegen racisme en discriminatie. Maar wat we vooral nodig hebben is gebed. Alleen de Heilige Geest kan onze harten werkelijk veranderen zodat we elkaar niet meer haten en vernederen.
Dat is altijd waar, overal. Maar hier in dit land bid ik om een bijzondere uitstorting van de Geest. Hoe zal het anders overleven?
Vandaag weer eens een flinke wandeling gemaakt door mijn geliefde Boston. Gisteren kwam de regen met bakken uit de hemel, dus waren we gedwongen onze wandeling naar City Life Church Boston in het Revere Hotel, uit te stellen. We zijn toch maar met de auto gegaan. Ik heb een zware kou, dus dat was uiteindelijk een stuk comfortabeler.
Vandaag compleet ander weer. Blauwe, vrieskoude lucht. Er staat een sterke wind waardoor het veel kouder aanvoelde dan de echte temperatuur, die rond het vriespunt lag. In plaats van de drie kwartier die we wilden lopen naar een (goedkopere) supermarkt, namen we voor een gedeelte de metro om de snijdende wind te vermijden. Maar van huis naar de metro en vice versa is ook nog een aardige wandeling. Het licht was fantastisch, vooral op de terugweg.
Ik had medelijden met de daklozen die op een dag als vandaag ook buiten moeten bivakeren tot de opvang opengaat. Het zijn er veel hier. Mensen op straat met een bordje naast zich waarop ze hun omstandigheden toelichten. ‘Veteraan’ of ‘ik ben een goed doel'(?) enzovoort. ’s Nachts liggen ze in dikke dekens gehuld op stukken karton in de winkelportieken. Het blijft lastig. Geld geven? Eten geven? Er zijn shelters en een aantal kerken deelt eten uit.
Boston is goeddeels een kantoorstad en voor een ander deel toerististische trekpleister. Historisch als bijna geen andere stad in de VS, met soms eeuwen oude gebouwen. Boston is beroemd voor de ‘Tea Party’, de gebeurtenis in 1773 waarbij grote voorraden thee in de haven werden gedumpt als protest tegen belastingheffingen van ‘baas Engeland’. Niet lang daarna begon de Onafhankelijkheidsoorlog.
Politiek woelt het nog immer hier. (Inmiddels is de State of the Union uitgesproken door de president, te vergelijken met onze Troonrede). Met de verkiezingen in het vooruitzicht is het nieuws vergeven van vooral de Republikeinen Trump en Cruz, en de Democraten Hilary Clinton en Sanders. Trump is razend populair in de peilingen. Een soort Amerikaanse Wilders. Net zo populistisch en met een even bizar kapsel. Hij brengt ook net zoveel polarisatie teweeg, hoewel die er in Amerika al was vóór hij op het toneel verscheen. Volgens een dame die ik op een Drie-Koningenfeestje sprak is politiek één van de meest vermeden onderwerpen tegenwoordig in families en vriendenkringen. Normale gesprekken zijn niet langer mogelijk. Wie zijn vrienden wil behouden en geen verwijdering in de familie spreekt zo min mogelijk over politiek. In mijn schoonfamilie zijn er aanhangers van zeer links tot zeer rechts. Gelukkig wonen we te ver van elkaar om regelmatige verjaardagsfeestjes te hebben met allerlei ‘olifanten in de kamer’. De tegenstelling tussen echtgenoot en schoonvader is nog net te behappen.
Kim haalt ‘goud’ uit de grabbelmand
Drie elegante koningen in het huis van onze gastvrouw
Het Drie-Koningenfeestje was een primeur voor mij. In Zuid-Amerika en Spanje een jaarlijkse gelegenheid blijkbaar. De dame bij wie we te gast waren komt uit Panama oorspronkelijk en had, naast de gebruikelijke crackers-met-kaas, ook allerlei Panamese gerechten klaargemaakt, waaronder een aantal met gezoute vis. Bakkeljauw geheten in Suriname. Verder was er een grote taart met daarin een kroontje verstopt. Wie het kroontje vond kreeg een tiara te dragen en was de rest van de avond koning of koningin. Tot slot mochten we allemaal iets uit een grabbelmand pakken. We kregen kleine cadeautjes dat te maken had met mirre (parfumflesjes), wierook (stokjes om thuis te branden) of goud (chocolade munten).
Tijdens mijn Nederlandse les vorig jaar, vertelde de buitenlandse dames één voor één over een traditie in hun land van herkomst. Éen van hen, een Spaanse, vertelde over een feest met konijnen. Pasen, dacht ik. Néé, het was in januari. Drie konijnen en het was het einde van kerstfeest. Multiculti als ik ben sta ik open voor alle soorten tradities. En konijnen met kerst vond ik nog niet zó’n vreemde combi…Waarom het er per sé drie moesten zijn bevreemde wel enigszins. Het accent van de vrouw was sterk en het Nederlands gebrekkig. Het duurde nog een aantal minuten voor het licht eindelijk aanging: Het ging hier over het Driekoningenfeest! Leg de nadruk op de -ningen en spreek het uit met een Spaans accent…
Ik ben voor een periode in Boston, bij schoonvader Chris. Hoogbejaard maar nog scherp en betrokken bij de wereld en wat er in omgaat. Beperkt door een recente valpartij, waarbij hij een arm brak en door ruggewervels die veel pijn veroorzaakten. Door een chirurgische ingreep zijn de wervels op elkaar ‘geplakt´ waardoor de pijn weg is. Wel is het lichaam stijver en minder mobiel geworden. Aanvankelijk aan huis gebonden, is hij nu zover dat we met een rollator weer een eind kunnen lopen buiten. Door osteoperose is zijn lange lichaam gekrompen en loopt hij gebogen. Maar hij loopt weer! Langzaam, maar toch.
Vandaag wandelden we naar Hook’s Lobster, een (historische) viskraam waar Chris al jaren verse vis en broodjes kreeft haalt. Heel lang (tijdens het leven van schoonmoeder) was dit een zondagse traditie wanneer we op bezoek waren: Echtgenoot, moeder Blanca en ik werden afgezet bij de kerk voor de ochtenddienst. In de tijd dat wij in de kerk waren reed Chris, die niet naar de kerk gaat, naar huis, haalde vier broodjes kreeft en haalde ons vervolgens weer op. Weer thuisgekomen maakte hij de broodjes klaar zoals hij ze het lekkerst vond. Ik vond er nooit zoveel bijzonders aan, proefde meer mayo dan kreeft, maar de traditie was bijzonder.
De broodjes kreeft die we vandaag haalden waren omgeven met een gevoel van nostalgie. Maar drie broodjes kopen leek niet juist. Het cijfer drie schuurt nog altijd na het sterven van (schoon)moeder Blanca.
Op weg naar de viskraam lopen we door het langgerekte park dat in de plaats van een gruwelijk lelijk viaduct gekomen is. Dwars langs de flat waar schoonouders wonen en midden door de stad liep, als een giftige slang, een groen monster op pilaren. Op het viaduct scheurde nacht en dag verkeer voorbij. Het lawaai en de stank waren vreselijk. Na twintig jaar werk en vele miljarden dollars (!) was er een tunnel. Op de vrijgekomen grond is een prachtig park aangelegd. Wat een schitterende verbetering was dat. Zoals veel in Amerika is er van alles in het park gefinancierd door particulieren. Zo kun je een tegel kopen, met je naam erop, voor $500. Veel mensen leggen een tegel om een geliefde te gedenken. Of puur om het parkinitiatief te ondersteunen.
In het park staat ook een boompje. Een kornoelje. Geplant ter ere van en in herinnering aan schoonmoeder Blanca die veel betekend heeft voor de buurt en de ontwikkeling van het park. Als we gaan wandelen, gaan we er steeds even langs om Blanca gedag te zeggen, zoals schoonvader het noemt. ‘I miss you’, zegt hij dan zachtjes.
Het eerste wat me overvalt is de warmte. Nee, niet buiten. Daar is het vrieskoud. Ik heb het over de verzengend droge, warme lucht die alle kamers van het appartement in wordt geblazen. Ik verkeer in een permanente staat van oververhitting sinds ik ben gearriveerd in de flat van mijn schoonvader, in Boston.
Sinds mijn vijftigste of zo verkeer ik al in een milde staat van onaangename warmte, en dit komt er nog eens bovenop. Ik wil bloot op het balkon gaan staan, met blote voeten in mijn hemd naar buiten, zo benauwd heb ik het. Het is minstens 23 gr. binnen! Zou ik eraan wennen in de vijf weken dat ik hier ben? Onze slaapkamer houden we KOEL. Verwarming uit en het raam op een kier. Echt open kan niet vanwege het lawaai. Maar ook vanwege de wind. Op de 16e verdieping, aan het water, is een zuchtje wind op de begane grond al snel een loeiende storm door het open raam. Maar de kier brengt al verlichting.
En dan mijn kleding. Gewaarschuwd door mijn kinderen, (die hier ook net gelogeerd hebben, apart van elkaar) niet te warme kleding mee te nemen, heb ik me reeds beperkt tot t-shirts en vestjes. Maar ik had korte mouwen en korte broeken mee moeten nemen! Behalve voor buiten dan. Daar is het koud. Gisteren vroor het en vandaag is het rond het vriespunt, met een helderblauwe lucht. Dat maakt veel goed. Als ik het maar niet zo heet had binnen!
Ik was vergeten hoe oude mensen hun huizen verwarmen als sauna’s. Mijn moeder was een koukleum van het eerste soort. Altijd koud wanneer ze bij ons logeerde. Een deken op haar benen, een andere om haar schouders en de kachel op 22…Niet te harden, maar ja, wat doe je als je gast het koud heeft? Uiteindelijk kun je beter te warm zijn vermoed ik, dan voortdurend koud.
Hoewel…koud zijn maakt bruin vet aan en dat schijnt heel gezond te zijn! Toch maar de schaars geklede methode op het balkon toepassen hier, een paar keer per dag!
Tijdens mijn verblijf bij schoonvader in Boston, deed ik weinig huishoudelijke taken. Af en toe mocht ik wat doen zoals, op zijn verzoek, zijn bed verschonen. Hoewel hij super handig was met één arm (de ander hing, na een operatie, in een sling), mocht ik het bed verschonen. Zelfs voor een onafhankelijk iemand als hij, bleek dat een onmogelijke klus, met één arm.
Niet dat hij makkelijk terugschrok, voor wat dan ook. Hij maakte zijn eigen ontbijt, sneed en smeerde zijn eigen English muffin, ik mocht niets vóórsnijden, alles lukte hem, alleen duurde alles, tot zijn grote frustratie, drie keer zo lang. Hij douchte met behulp van een douchestoel, droogde zichzelf, op aanraden van de ergotherapeut, met een badstof badjas die hij dan een paar minuten droeg. Ik bewonder hem zeer, voor zijn doorzettingsvermogen en inventiviteit. Tenslotte is hij geen jonkie meer, met 87 jaar.
Maar zoals gezegd, het bed was net een brug te ver. Ik haalde de lakens af en zag dat het lakens waren die al vele wasbeurten ondergaan hadden. Zo dun als een spinnenweb, zeg maar, als fijn voile. Nu is is het niet zo dat deze man gierig is. Integendeel. Maar nieuwe dingen, als het oude nog gebruikt kan worden, dat is onzin. Hij heeft stapels lakens (voor gasten) maar hijzelf gebruikt maar één stel. Hij doet ze in de was, daarna in de droger en dan hup, weer op het bed. Volgens mij dus al jaaáaaren dezelfde lakens. Vandaar de vergaande verdunde staat van het katoen.
Nee, zei schoonvader, ik hoefde geen andere lakens op zijn bed te doen, straks gewoon weer de grijs gewassen voile erop. Maar dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Laat me er gewoon nieuwe lakens opdoen, zei ik, dan is het maar klaar. Ik kreeg toestemming. Gelukkig. Met de handdoek lukte het niet. Die had ik ook gewisseld voor een nieuwere, maar dat kon absoluut niet. Zijn lievelingshanddoek, een Turkse, met extra absorptie moest na de was weer aan het rek. Akkoord. Ik haalde de nieuwe handdoek weer uit de badkamer en hing de veel gebruikte Turkse op.
s Middags kregen we een gesprek over het meubilair in de zitkamer. Ook grondig gebruikt, op zijn zachtst gezegd. Het viel me ook op dat schoonvader meer moeite had met opstaan uit zijn stoel. Ik bedacht dat dat misschien een goeie ingang voor het gesprek was.
Had hij weleens gedacht aan een meer comfortabele stoel, waaruit hij makkelijker omhoog kon komen, sneed ik voorzichtig het onderwerp aan. Zijn antwoord had ik niet verwacht. Moeite met opstaan ervoer hij niet, maar dat de stoelen en de bank er niet op vooruit waren gegaan in de laatste 20 jaar, was ook hem wel opgevallen. Niet dat het hem veel kon schelen, dat niet. Maar bezien door de ogen van een vrouw kon hij zich wel voorstellen dat het wellicht, misschien, wie zal het zeggen, tijd was voor een nieuwe set.
Opgetogen begon ik al te fantaseren over mogelijkheden. De bank waar mijn, twee jaar geleden overleden, schoonmoeder haar vaste plekje had gehad alle jaren en waar het zitgedeelte in een putje was veranderd, kon ook wel vernieuwd, wellicht? En het vloerkleed, waar haar voeten minstens 20 jaar op dezelfde plek hadden gerust, zodat het kleed nu glanzend kaal geschuifeld was, dat kleed moest eigenlijk ook wel eens vervangen? Misschien? Gewoon een idee, meer niet. Schoonvader heeft er een hekel aan als mensen hem iets opdringen.
Ja, zei hij, dan moet eigenlijk alles, in één keer gewoon vernieuwd! Dat is hem nu ten voeten uit: zuinig en duurzaam met zijn spullen, tot het haast niet meer kan en dan radicaal vernieuwen, geen gezeur. In gedachten tenminste.
Want ja, zolang je nog niet door de stoelen heenzakt heeft het geen echte haast. Toch?
Nee, niet echt. Ik moet nu van veraf het vuurtje wel warm houden.
De koeien in de wei tegenover mijn huis kijken me peinzend aan. Af en toe huppelt er één een afstandje, afgeremd door een schaap dat haar voor de voeten loopt en haastig opzij springt voor dat hollende gevaarte. Koeien zijn echte volgdieren heb ik gemerkt. Als er eentje huppelt gaan ze op den duur allemaal een poosje hopsen. Op een aantal na, die dan wel volgen, maar in een bedaard tempo. Zo lopen koeien gewoon heel de dag rondjes. Want één mevrouw gaat op weg en langzaam maar zeker volgen alle dames. Waren ze vanmorgen allemaal nog geen 20 meter verwijderd van onze voortuin (er loopt een sloot tussen ons en de koeien), nu zijn ze nauwelijks nog zichtbaar. De schaapjes hebben de weide weer even voor zichzelf, met af en toe een voorbij rennende haas.
Ja, wat een rustiek na Griekenland en de Verenigde Staten. Mijn ziel landt gestadig in dit vredige oord, dat IJsselstein heet. Even mis ik nog niet de zee, het water, het altijd in beweging zijnde havengebied in Boston. Ik geniet van mijn eigen spullen en voel me minder gewetensbezwaard, nu ik de was weer ouderwets met knijpers ophang (in plaats van drie drogers tegelijk aan te zwengelen) en mijn zakjes weer hergebruik in de supermarkt. Dat kon ik tijdens het verblijf bij mijn schoonvader minder doen dan ik wilde. Daar paste ik me aan, aan zijn gewoontes en die hielden niet het hergebruik in van allerlei onbestemde zakjes voor groente en fruit. Ja, natuurlijk ik had mijn eigen gang kunnen gaan, en af en toe smokkelde ik ook wel, maar ik vond het doen van een enorme hoop boodschappen in de mega Starmarket al stressvol genoeg. Ik liep braaf met het wagentje achter schoonvader aan, die een vaste route heeft door dit voedseldoolhof en liet hem het wagentje vullen. Voorraden aanleggen was de bedoeling, zodat hij weer even vooruit kon. Nou, dat was te zien.
Bij de kassa raakte mijn ziel ook altijd even in de wurgknoop van mijn geweten. Alle boodschappen worden ingepakt (dat is fijn) maar allemaal in plastic zakjes, waarin een stevige bruine papieren zak. Schoonvader hergebruikt die gelukkig voor de afvalemmer thuis, maar toch. Ik moet wel zeggen dat recycling beslist veel meer een punt geworden is in de VS. In mijn ervaring tenminste. Maar de eindeloze koffiebekers en meeneem verpakkingen voor lunches en overgebleven eten blijven een grote afvalberg creëren.
Blij dus met mijn eigen GFT bak, hoewel dat ding wel smerig wordt, zeg, als het een paar dagen warm weer is. En de slakken!
Blij met mijn tuin die is opengebarsten in groen en bloei in de tijd dat ik weg was.
Blij met de stilte. Geen sirenes, geen straatfeesten onder mijn raam, geen duizenden toeristen als ik de voordeur uitloop. Kortom ik ben weer thuis in mijn dorp.
Maar straks ga ik het weer missen. Ik blijf een gespleten ziel.
I was going to New York to pay a visit to my daughter who lives there. First things first though: I had to do a load of laundry. This is a very exerting job in my father-in-law’s appartement. It requires me going up and down the elevator four times. Down, to the laundry room in the basement of the building to put my load into the machines. Up, to wait for 25 minutes and read the paper. Down again, to stick the same load into the dryer for 30 minutes. Up again, 16 floors and read while waiting and yes, down again, to fold the laundry. Such an effort! I was exhausted after all that work (note: irony! Husband said, after reading this: really? Were you tired?)
Well, I took the Megabus of four o’clock pm to NYC. A great way to travel! I reserved tickets a couple of days in advance and paid $13! Because I wanted an aisle seat, I reserved a chair for $6 extra. Total for one way ticket: $19,00! Return ticket the same. For a 4,5 hour trip not bad. (Prices depend on type of days and how much in advance you book!).
I have a terrific viewComing into New York City – Columbus Ave
Seats are reasonably comfy. I ended up on the top deck, in the very first front seat. Great view, but with the fast driving and the potholes in the road, a little bumpy and scary! Could take some good pictures, though.
On my way to the bus in Boston, I walked among the many commuters, well dressed, well groomed. And passed the chique restaurants with tables on their sidewalk patio’s. They have opened since the Greenway was established. So pleasant, so beautiful. Above the Greenway a gorgeous piece of art by Janet Echelman was installed. A gauzy looking, hammock like, enormous (ruim 2000 m2) netting/cloth in mainly orange, blue/green, oily colours. It moves and softly changes color in the wind (always blowing in this part of Boston) Very impressive. I was told it weighs more than a ton and is carefully anchored unto the buildings around the area. Title: As If It Were Already Here.
Crown Heights
After my 4,5 hour trip on the bus plus an 1,5 hour by subway to daughters place in Crown Heights, I got off the train in a different world, it seemed. Litter everywhere on the streets. Whereas in Boston (my neighborhood) black people are an exception, here I am the stranger. I feel very white and Dutch. Millions of little shops, colorful people with rasta hats or other custumes, cars with boom boxes playing rap or reggea driving around. Many of the black people come from Jamaica, originally. And many of the women I see have ‘rythm’. Meaning: big wiggly buts. This was said to daughters’ black friend by somebody in the street: Sista’, you got rythm!’ It is a compliment!
Hassidic Jews are also quite a sight around Crown Heights. There is a large community here. The high hats, the women wearing wigs, the teenagers dressed not for fashion but only, it seems, to cover themselves completely. Long sleeves, long skirts, stockings, nothing really attractive is allowed.
How colorful though, how noisy, how wonderfully messy. I feel I’ve come back to reality. The affluence and the many tourists of my Boston neighborhood creates a kind of distance and isolation.
Crown Heights
Here people more easily engage in a conversation, they live outside and comment on what’s going on (like the Rythm comment, :)) Daughter tells some of the shopowners I’m her mom and from that moment on I’m ‘Momma‘. ‘How you’re doin’, Momma?’, they will call to me in the next coming days. It feels homey and warm. It reminds me of Korea where my tall, blond, whiteness also made me stand out. Sometimes annoyingly so, but also a privilege! I was always greeted in stores and at the market. At first, standing anonymously in line at supermarkets in Holland took getting used to. It felt cold and lonely. Of course, it takes missing something before you really come to appreciate it! I was probably more irritated at the time in Korea…longing to be anonymous. Anyhow, now I feel at home in this sloppy, colorful. multicultural neighborhood, even when it means being adressed as Momma.
But the noíse…! At night I have a hard time sleeping, to put it mildly. People yell, play music, party and to top it off there is a firestation in daughters street, with huge trucks taking off once an hour or so, with loud sirens. When I finally dose off, I’m woken again by the screams, spouting from a church below the appartement. Doors wide open, people sing and dance and clap their hands. And the pastor gets going. This is no yelling. No screaming, This is what I call, having a fit! How can they stand it? The man has screamed his voice all hoarse and hardly has a voice left, and still he continues. It is a sign of the presence of the Spirit, is what they believe, I guess. An organ plays chords in an ever increasing crescendo.
This church is not the only one. On our way to our own church later we walk by several, small but loud gatherings of the saints. Many peope in the streets are in their sunday best, literally! Beautiful to see.
After church (Trinity Grace, Crown Heights) we walk around for a long time. We have a bite at Franklin Park, also called Dutch Boy Burger. Dutch Boy turns out to be an old paint brand. Next day we go to Park Slope, another area in Brooklyn. Much gentrified since the ’70s.
This happens to many neighborhoods in New York. Because rent is so extremely high, young people, students, artists, will move into cheap, poor neighborhoods because of affordable rents. But after a while these places become interesting to landlords who buy up whole blocks, renovate them minimally and then will rent them for double the price. Poor people are forced in the end to move away, out of these neighborhoods. The ‘hood will look increasingly beautiful, more green, with the old brownstones and historic places. By than it is an easy guess, rents are once again unaffordable for the original inhabitants and for young people. It is an ongoing cycle.
This process is just beginning to happen in the part of Crown Heights where daughter lives.
St. John’s PlaceView of the Bird shop daughter works now. 5th ave, but in Brooklyn!
‘It is so clean here!’, says my daughter, who lives in New York, Crown Heights, a low-income Jamaican neighborhood.
‘And where have all the black people gone? I haven’t seen so many white and Asian people in a long time, except Holland of course.’ Another one of her observations while walking to the station where the bus will take her back home to New York. ‘When I get of the subway in my neighborhood I might as well have moved to the moon. It is such a different world, here or there…!’
I am staying in a rather affluent neighborhood in Boston, where (mostly white) people basically either come to work in banks and trading companies or they come to work in the shops, restaurants and other entertainment places, catering to the the first group. The second group is multi cultural. The first group dresses well, looks well off and leaves town at night. The second group looks more casual, not very rich and they leave town as well, but much later in the evening.
On the other hand, the area around here is a big tourist attraction. Hordes of people from all over the world come to the waterfront in Boston to take boat rides, watch the seals and fantastic sea life in the Aquarium, or go for the famous Duck tour in the city.
Boston is an historic city as well. Its history goed back to the 17th century. In the 18th century colonists decided to stop paying the English taxes and fought for independence. A famous revolutionary was Paul Revere. His house and other famous building from that era can still be visited.
It strikes me how many Asian and Indian/Pakistani families walk around here on free days. Here, among other reasons because of sons and daughters studying at MIT (te vergelijken met de TU in Delft) or any of the other famous colleges and universities in the area. I imagine they have their parents over for holidays and sometimes it’s a funny sight to see. Parents (or even grandparents?) flown in directly from the hot countryside in India, their skins a grooved and wrinkled, their eyes into splits still, from the hot tropical sun, walking around the harbor. Slightly dazed by the opulence and freshness of the port.
Asians love to come here as well. There is a big China Town near here and many places cater to these Chinese Bostonians. There is even a direct busline from Boston to New York and back, Lucky Star, where all service is in Chinese, according to my sister-in-law. The bus is cheap but technically less reliable than some of the other ones, I hear.
The Chinese do well. The Asians in general do well. The Indian people do well. Not as many black people do as well. It is more difficult to say anyway. There is no such thing as The Black people, like Chinese or Japanese. Black people come from all over, some born here, others directly from Africa, the Caribean or elsewhere. The novel I read, Americanah, opened my eyes to this. They all have different histories, cultures and aspirations. Those who were born here often still suffer the sore results from centuries of slavery, but those who immigrated later for economic or educational reasons, have a different experience altogether. They were not in slavery, were not poor and suppressed, many of them were, or became, well-to-do. And Africa is a huge continent, with as many cultures as the West.
Race is a difficult and complicated issue and I’m learning not to simplify it. It is easy to do that. But I’m white and privileged, just because of that first fact. Hard to imagine, hard to realize, but I believe it to be true. ‘Boston is racist’, say my daughters black friends in New York. I wished it weren’t true.
And expensive it is as well. Take it from me. We go to a large supermarket in Somerville, next to Boston, to get anything for a decent price. And even there some tings are on the high end. Except meat. But as I said in my previous blog, I meekly follow my father-in-law along the aisles. I haven’t searched for biological meat yet. It’s probably not as cheap as the regular stuff.