Wie is Maria Magdalena?

Poster Museum Catharijne Convent

Met enige tegenzin vergezelde ik mijn vriendin naar de tentoonstelling Maria Magdalena in het Catharijne Convent in Utrecht. De tentoonstellingsposter had die tegenzin bij me opgeroepen. Overal zag ik een schaars geklede Kim Kardashian mij aanstaren met een zwoele blik en iets van een reikende mannenhand met duif achter haar. Zo’n plaatje trekt natuurlijk de belangstelling, maar in mijn geval stootte het ook af. Hoezo deze wulpse schone als Maria Magdalena afgebeeld?

Maar hé, kunst kijken vraagt om een open mind en er was het feit dat mijn vriendin, die een katholieke achtergrond heeft, heel graag samen met mij wilde gaan. Eerder hebben we samen ook de tentoonstelling over Maria gezien in hetzelfde museum en naar aanleiding daarvan hele interessante gesprekken gevoerd. Ik leerde meer over katholieke tradities, en mijn vriendin keek op van sommige bijbelse feiten omdat de bijbel niet echt gelezen werd in haar jeugd.

De tentoonstelling

De eerste stop is een filmvoorstelling. Mijn eerste hobbel. Fragmenten, aan elkaar gepraat door Herman Pleij, uit de Passion en Jesus Christ Superstar komen voorbij. Ook van voor mij onbekende films waarin thema’s spelen als Jezus die een relatie zou hebben gehad met Maria (Magdalena?) en zelfs dat zij zwanger zou zijn geweest van hem. Heel menselijk om te denken dat een man van die leeftijd toch wel verliefd moet zijn geworden op een vrouw die zo dicht bij hem stond. En liefde moet wel seksueel zijn, dus…Het is Jezus proberen te vatten in onze menselijke maat. Bronnen voor deze verhalen komen blijkbaar uit documenten die nooit erkend zijn door de vroege kerk. Dan Brown heeft er gretig uit getapt.

Ik hou het voor gezien en loop door naar het vervolg van de tentoonstelling. Prachtige objecten: handschriften, middeleeuwse houtsnijkunst en met goud geborduurde kerkelijke gewaden. En natuurlijk schilderijen uit alle eeuwen.

De verwarring

Maar wie is nu Maria Magdalena? Ik begrijp dat de verwarring over de Maria’s is ontstaan in de 5e eeuw toen paus Gregorius de Grote drie (of vier?) vrouwen uit het evangelie vereenzelvigde. Er komen ook zoveel Maria’s voor in het Nieuwe Testament! Er is Maria van Magdala en Maria, de zus van Martha en Lazarus uit Bethanië. En niet te vergeten Maria de moeder van Jezus. Of Maria de moeder van Andreas. In ieder geval drie Maria’s vloeiden samen tot een persoon in de middeleeuwse kerk. 1. De vrouw die Jezus voeten zalft en droogt met haar haren, de prostitué. (was dit misschien Maria uit Bethanië?). 2. Maria van Magdala en 3. Maria van Bethanië, als rijke vrouw gezien.

Maria Magdalena kwam uit Magdala, een stadje aan de noordwestkust van het meer van Tiberias. Zij was een rijke vrouw, maar ‘bezeten door zeven demonen’.  Jezus had haar bevrijd en genezen en zij was hem gaan volgen als zijn discipel, samen met andere vrouwen uit aanzienlijke families. Ze steunden hem ook financieel. Dat is te lezen in Lukas 8.

Maria die uit Magdala kwam wordt dus in de middeleeuwen dezelfde als de vrouw die uit de prostitutie kwam en Jezus gaat volgen. Zij wordt een hoopvol voorbeeld voor alle zondaars, er is vergeving voor alle zonden( zelfs die van de prostitutie). In de middeleeuwen wordt deze Maria altijd afgebeeld met een zalfpot. Zo herken je haar. Zij zalfde immers de voeten van Jezus volgens Lukas in hoofdstuk 7. Er onstaat daardoor ook een dubieus beeld van de vrouw als verleidster.

En vandaar dus Kim Kardashian als tja, wat? Verleidelijke vrouw? Met een witte duif die haar aangereikt lijkt te worden, als teken van verzoening? Vergeving? Of is ze een nieuwe Eva, onschuldig en naakt? Hmm, er zit meer in dan ik eerst dacht. Overigens vind ik dit schilderij van Egbert Modderman een stuk mooier.

Apostel der apostelen

Maria Magdalena is pas in de 20e eeuw, zo begrijp ik, ontkoppeld van de persoon van de ‘zondige vrouw’. In andere, buiten-bijbelse, vroege geschriften wordt ze ook de Apostel der apostelen genoemd. Deze kerkvaders noemen haar zo: Clemens van Alexandrië, Tertullianus, Origines, Ambrosius van Milaan, Johannes Chrysostomus en Hiëronymus).
Eerst dacht ik, huh? Dat had ik nooit eerder gehoord en in mijn gereformeerde oren klinkt dat vreemd. Er waren toch twaalf apostelen, allen man? Maar, en dat was eerlijk gezegd nooit zo tot me doorgedrongen, Maria Magdalena is natuurlijk de allereerste getuige van de opstanding van Jezus. Die ontmoeting bij het graf (beschreven in Johannes 20:10) die mij altijd weer ontroert. Maria zit daar als een hoopje verdriet en huilt tranen met tuiten omdat het dode lichaam van haar geliefde meester weg is. Gestolen? Ze ontwaart een figuur en vraagt of hij misschien weet wat er is gebeurd? Ze denkt dat hij de tuinman is of zo. En dan noemt die persoon haar naam. ‘Maria!’. Alleen dat.
Ze weet onmiddellijk wie het is. Ze wil hem om de hals vliegen maar Jezus zegt, nee, ga de leerlingen vertellen dat ik weer leef. Zo is zij de brenger van goed nieuws. De apostel van de apostelen. In de katholieke kerk is er sinds 2016 op 22 juli een feestdag ter ere van haar. Ik vind die naamdagen een mooie traditie. De dagen van het jaar wijden aan het herdenken van gelovigen die voor ons leefden. Het is boeiend om je te verdiepen in hun leven en geloof. Dat kan altijd natuurlijk, maar op de manier zoals de katholieke kerk het doet geeft daar wat structuur aan.

Wie was Maria voor mij?

Goed, terug naar de tentoonstelling. Ik heb die niet af kunnen maken vanwege hoofdpijn. Wat me bijbleef waren vooral toch de vele bronnen ook uit later eeuwen die iets te zeggen hadden over Maria van Magdala. Mystieke groepen die een zelf samengestelde Maria vereerden, moderne groepen die haar afbeelden als sterke vrouw, die eigen keuzes  maakt, of juist weer als misbruikte vrouw. Of verleidelijke vrouw. Je kunt alle kanten op blijkbaar met Maria, wanneer er weinig bekend is over haar leven.

Aan het eind van de tentoonstelling kun je een keuze maken wie Maria voor jou is vooral. Feministe, verleidster, kroongetuige enzovoort.

Ik heb daar nooit zo over nagedacht. In mijn kerkelijke traditie gaat de aandacht vooral naar Jezus, de Opgestane Heer. Maar het is waardevol om na te denken over de rol van mensen in het verhaal van de bijbel en de geschiedenis die er op volgt. Zo werkt God gewoon. Door gewone mensen met een doorsnee leven. Dat is tenminste wel duidelijk als je de bijbel leest.

Maria van Magdala maakte een keuze om door het land te reizen met een rabbi. . Dat was zeker niet gebruikelijk in die tijd voor een vrouw om te doen. Een zekere moed was haar dus niet vreemd. Ze moest ook opboksen tegen wellicht een neerbuigende houding van de mannen om haar heen die niet gewend waren aan vrouwelijke leerlingen. Een populaire leraar volgen is een ding, maar ze bleef hem ook trouw wanneer hij werd vernederd en uitgescholden en uiteindelijk gekruisigd. Haar relatie met en liefde voor Jezus moet dat allemaal mogelijk gemaakt hebben. Ze was trouwens niet de enige vrouw die hem zo volgde. Lukas schrijft in hoofdstuk 8 over vele vrouwen die Jezus volgden en financieel ondersteunden.

Maria van Magdala brengt Jezus als persoon dichterbij voor me. Wij weten nu meer over de inhoud van de boodschap van Jezus en het nieuwe leven dat Hij bracht, maar Maria kende Hem allereerst als persoon, als zwak mens geworden God.

Wat zou er verder gebeurd zijn met haar? Volgens latere tradities is ze naar Zuid Frankrijk gegaan. Er zijn daar verschillende altaren gewijd aan haar en er doen allerlei verhalen de ronde. Niet te verifiëren, hoewel het zo is dat vele christenen gevlucht zijn naar alle windstreken in de tijd van vervolging rond het jaar 70 AD.

Fascinerend dus. De tentoonstelling en wat er achter weg kwam. Vanwege de lockdown heb ik de tweede helft niet meer kunnen zien. Helaas.

Bronnen

De onvolmaaktheid der dingen

Samen zochten we songs van zijn vader. Mijn kleinzoon en ik. Op YouTube, waar alles te vinden is. Eerst zijn favoriete lied en dan ik weer. Hij vond een instrumentaal nummer het mooist. Slow Traveler:

Ondertussen werd ik aan het werk gezet.
‘Oma, als jij nu een kaart van Amerika tekent, schrijf ik de namen van alle staten erin.’ Mijn kleinzoon is een grote fan van de VS.
Terwijl ik zweette over de kaart (met alle staten) zocht hij de titels van de liedjes op mijn laptop. Zo stuitten we op het lied: To say a prayer . Opeens herinnerde ik me weer hoeveel indruk dat lied aanvankelijk op me maakte. Zowel wat de muziek als de tekst betreft. Helaas, kleinzoon vond het wat saai en aangezien ik nogal worstelde met de Oostelijke staten en ministaatjes van Amerika (ik kreeg ze met geen mogelijkheid in de juiste vorm uit mijn potlood) besloot ik op een later tijdstip nog eens uitgebreid te luisteren.

Na de logeerpartij kreeg ik weer de ruimte om dat te doen. Het lied was blijven haken en had een snaar geraakt. Ik praat namelijk vaak met mensen die in hun leven een kloof ervaren tussen wat er is in hun leven en wat er volgens hen had kunnen of moeten zijn gezien inspanningen, talenten, leeftijd en verwachtingen. Ik praat daar niet alleen over met anderen, ik ervaar die kloof bij tijden ook zelf. De onvolmaaktheid der dingen, zal ik het maar noemen. Extra pijnlijk in onze overspannen succescultuur. Ambitieus zijn, hard werken, ervoor gaan, in je kracht staan, nou ja, de bekende taal met de daaraan verbonden visuele glorie-expressie van Facebook en Instagram. Ik schuif het niet helemaal van tafel als onwaar en slecht, hoor, ik post zelf ook leuke dingen. En je inspannen om iets te bereiken is ook normaal.
Toch blijft voor mijn gevoel een hele dimensie van het menselijk bestaan vaak onbenoemd en onderkend. Namelijk die van het lijden. Het verdriet. De zwakte. De tegenslag. De teleurstelling. Wanneer de dingen je bij de handen afbreken. Wanneer het succes uitblijft. Wanneer er ziekte komt. Als de dood toeslaat.

Daar gaat het lied gaat over. Eerst maar de tekst:

Normally I’d suggest,
To suffer the consequences
And reach for the stars

With patience
and relentless persistence

But already I confess

That in my experience
The only thing I can recommend
Is a lesson in helplessness,


To give it up
To see the end
To give your heart

to break not bend
To say a prayer

To walk alone
To reach the end
To give your heart

To break not bend
To say a prayer

Na het lied volgt een tekst (met toestemming gebruikt) gesproken door Ramon Gieling naar aanleiding van zijn film Erbarme Dich. Een uitvoering van de Mattheus Passion waar dak- en thuislozen met hun verhalen aan meewerken. Een aangrijpende documentaire. Gieling spreekt over verdriet:

Sadness is a place in your life that is always there but you don’t enter, until something takes you to a place where you have to surrender. You have to give up, you have to say I don’t know the answer…this is too much for me. And that place of surrender means you have to give up the illusion that you are in control. You have to recognize That your life is being directed not by you and you are not the author of the script. And after surrender, after going to the lowest place there is a radical opening and life is organized in such a way that eventually it stops you in your tracks and the ache and the unconsolable place of melancholy sends you seeking for something deeper…

Terwijl ik dit schrijf voel ik al een druk om te zeggen dat het allemaal wel erg somber aan het worden is. Om vooral weer over te schakelen naar hoe goed en fijn en mooi alles is. Want verdriet ervaren, dat is oké, maar tonen, dat ligt toch wel lastig in onze cultuur. Zij/hij was zo flink, is het hoogste compliment dat we kunnen bedenken wanneer iemand zijn tranen inslikt bij een begrafenis. We voelen ons ongemakkelijk wanneer iemand ongelukkig is. Dat willen we oplossen. De Belgische psychiater Dirk de Wachter zegt: het is niet normaal hoe graag wij alleen gelukkig willen zijn. Succes willen hebben. Willen scoren.

Wat ik boeiend vind is dat deze psychiater, die met zijn boodschap van matiging in verwachtingen volle zalen trekt, eigenlijk de boodschap van de bijbel brengt. Er is geen boek zo nuchter en realistisch over het vluchtige menselijk geluksgevoel dan de bijbel. En de ruimte die de bijbel biedt voor ‘negatieve’ emoties is onbeperkt. Wie regelmatig de psalmen leest leert vanzelf verwachtingen van ‘aardse’ dingen te temperen en niet alle hoop op mensen te stellen. Beiden, allerlei ‘aardse’ zaken als werk, bezittingen, muziek en de menselijke dingen als relaties, zijn een geschenk en om van te houden en genieten. Tegelijk is de boodschap helder, als je daar alles van gaat verwachten gaat het je nog eens vies tegenvallen.

De Wachter en Gieling zeggen eigenlijk allebei dat je ongelukkig voelen de weg kan vrijmaken naar een diepere ervaring in je leven. Verlies opent de mogelijkheid iets nieuws te ontvangen. Het dwingt iemand om verder te zoeken naar wat dan een blijvender vreugde kan geven.

We zien De Wachter in een kerk in Antwerpen. We horen prachtige koormuziek van Bach. Hij wijst op de stilte, de vertraging in de tijd in een dergelijke omgeving. De rituelen die je weer bepalen bij het tijdelijke van ons leven.
‘Laten we leren om weer wat ongelukkig te zijn’, zegt hij.
Laten we het verdragen dat anderen om ons heen soms ongelukkig zijn. Nabijheid krijgt pas betekenis wanneer we elkaar nodig hebben, niet als we constant zogenaamd onze successen vieren. En dan is er het wonder dat we vreugde ervaren omdat we er voor elkaar zijn. En een gebed kunnen uitspreken.

To say a prayer.

Grote jongens huilen niet?

Man-Made
Ik zag gisteren een gedeelte van de documentaire die Sunny Bergman maakte over mannelijkheid, Man Made Wat is dat eigenlijk en hoe beïnvloeden maatschappij en cultuur de perceptie die we hebben van wat mannelijk en vrouwelijk is? Mannen zijn sterk, ondernemend, huilen niet enzovoort. Wat clichématige karaktertrekken waarvan ik dacht dat die niet meer zo golden, maar die toch nog steeds door veel mannen worden genoemd als typisch mannelijk. Sunny laat ook zien dat veel mannen in verwarring zijn over wat er nu eigenlijk van ze verwacht wordt. Ze moeten gevoeliger zijn, meer over emoties praten, maar ook beschermen en leiderschap vertonen. Sommige mannen hebben daar geen moeite mee, anderen verlangen terug naar de oude rolverdeling.

Nature-Nurture
Ik heb de documentaire niet helemaal uitgekeken omdat er nogal veel herhaling in zat en weinig zelf-kritisch was. De boodschap was duidelijk, verschillen zijn ‘man-made’, komen voort uit wat de maatschappij verwacht van meisjes en jongens. Dat is een discussie die allang gevoerd wordt en er zijn onderzoeken die duidelijke verschillen aantonen in de hersenen van man en vrouw en ook onderzoeken die meer de overeenkomsten benadrukken. De bekende nature/nurture (genen/omgeving) discussie.
Mijn eigen bescheiden ervaring met drie dochters en een zoon was dat nature wel degelijk een rol speelt. Hoewel zoonlief met plezier met zijn zussen en de Barbies speelde (ja, sorry…) was hij toch de enige die auto’s en treinen ging tekenen op zeer jonge leeftijd. En hij was degene die de Barbie in een voertuig zette om op reis te gaan. Geen wetenschappelijk verantwoord onderzoek, dat geef ik onmiddellijk toe, maar het viel wel op. Ik moet er ook nog bij vertellen dat we nogal geïsoleerd leefden in Azië. Niet de invloed van TV en school dus.

Jezus huilt wel
Maar wat bij mij vooral naar bovenkwam tijdens het kijken naar de documentaire was dat je in de bijbel (die ik graag lees) zo’n enorm scala aan emoties tegenkomt, bij zowel mannen als vrouwen. Jezus die huilt als Hij de stad Jeruzalem intrekt waar Hij uiteindelijk gedood zal worden. Hij huilt in het openbaar, zonder enige schaamte. Het staat ook zo nadrukkelijk vermeld dat je er niet overheen kunt lezen. Lukas 19:41, Jezus was nu dichtbij Jeruzalem en toen Hij de stad zag begon Hij te huilen. En later als hij bij het graf van zijn vriend Lazarus staat: Johannes 11:35, Bij het graf begon Jezus te huilen. En zijn vrienden denken niet, wat een mietje, maar zeggen moet je eens kijken hoeveel Hij van Lazarus hield!

James Tissot 1836-1902 Brooklyn Museum via

Ik lees op dit moment het evangelie van Markus. Het verslag van Jezus leven op aarde, geschreven door een van Zijn volgelingen. Wat me opvalt is met name de tederheid waarmee Hij zieke mensen aanraakt om ze te genezen. Hij had dat niet hoeven doen. Er zijn voorbeelden waar hij alleen spreekt om iemand te genezen. Maar Markus schildert een portret van een zeer nabije Jezus die heel persoonlijk de mens benadert, hem aanraakt en geneest.

De mens zoals bedoeld
Tranen, tederheid, zachte omgang met mensen (m/v), boosheid en confrontatie vanwege schijnheiligheid, woede vanwege onterecht winstbejag in de tempel, ongeduld met voortdurend ongeloof en onbegrip. Als Jezus de mens is zoals God ons oorspronkelijk bedoelde, kent Hij alle emoties die menselijk zijn. Mannelijk en vrouwelijk. Geen noodzaak dus voor mannen om hun tranen te verbergen en voor vrouwen om alleen maar lief te zijn. Hoe moeilijk dat ook kan zijn in allerlei (vooral Noord-Europese) culturen.
Grote jongens mogen huilen en grote meisjes hoeven niet altijd lief te zijn. Dat leer ik van Jezus.

Risen – de film

images (300×450)

Vanavond in Amersfoort de recent uitgebrachte film Risen gezien. Ik had erover gelezen in het Nederlands Dagblad  (de recensie kan alleen door abonnee’s worden gelezen) en in Christianity Today. Beiden schreven een zeer positieve recensie. Ik hecht daar waarde aan. Ik heb altijd wat aarzeling bij films over bijbelse thema’s. Sommige films zijn te zoetsappig en kunstmatig. Of ze zijn juist weer te ‘glamorous’; Jezus loopt dan als het ware met een ‘halo’ rond zijn hoofd op aarde. Ook kan ik er niet zo goed tegen wanneer de persoon van Jezus erg uitgewerkt in beeld wordt gebracht. Ik kijk te sympathetisch en neem zo’n beeld mee. Dan zit ik er bij mijn gebed nog aan vast.

Aan de andere kant vind ik films over de bijbel ook weer heel boeiend. Iedere keer als ik zo’n film zie confronteert het me met de gewoonheid van de dingen. Als je opgroeit met de bijbel vanaf je jeugd, ontstaat er onwillekeurig een gevoel van een aparte wereld waarin die bijbelverhalen plaatsvinden. Niet mijn wereld, maar de bijbelwereld. Films hebben mij geholpen om die twee werelden met elkaar te verbinden. Dat lijkt tegenstrijdig, omdat de films fantasie zijn en niet de realiteit. Maar in films identificeer ik me met de personen en hun realiteit. Zo komt ook de bijbelse wereld dichterbij.

De eerste ervaring van dat soort  had ik  tijdens de film Jesus Christ Superstar. Ik zag die op mijn 18e, denk ik. En opeens drong er iets door van het alledaagse, het door-en-door menselijke van de Mensenzoon Jezus. Ja, hij was God, maar dat was niet te zien. Wie niet beter wist zag een gewone man, met een Mediteraans uiterlijk. Hoe vreemd ook, die film heeft een rol gespeeld in de ontwikkeling van mijn geloof in de levende Jezus.

Nu dan Risen. Ik dwaal behoorlijk af…Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een Romeinse officier, een harde, dorgewinterde krijger. Hij is aanwezig bij de kruisiging en dood van Jezus. Hij is erbij wanneer het graf verzegeld wordt, op verzoek van de Joden. Hij moet het onderzoek leiden naar de verdwijning van het lichaam van Jezus. Subliem gespeeld door Joseph Fiennes. Heel ingehouden, heel overtuigend. Door verschillende ontmoetingen gaat hij twijfelen aan het verhaal van de Joodse Raad en de soldaten die zeggen dat het lichaam gestolen is. Maar wat er dan is gebeurd?

Een ontmoeting met de opgestane Heer Jezus brengt een keerpunt in zijn leven. Ik beleefde persoonlijk de spanning, de schrik, de verbijstering en de ongekende blijdschap dat deze Romeinse officier alsnog Jezus ontmoet en de last die hij draagt bij Hem mag neerleggen. ‘Wat zoek je, Clavius?’, zegt Jezus tegen hem.  Clavius zoekt rust en een dag zonder doden, zonder geweld. ‘Daar kwam ik voor’, is wat Jezus hem laat weten.

Het publiek mag zelf een antwoord geven op de vraag.

Minpunten? Uiteraard. Niet alles is rechtstreeks tot de bijbel terug te voeren. Maria Magdalena was geen vrouw van lichte zeden, zoals de film beweert. Jezus wordt in de film niet op Golgotha gekruisigd. De lijkwade van Veronica met het (vermeende) gezicht van Jezus wordt in het graf gevonden. Niemand heeft het over engelen, noch bij het graf, noch bij de hemelvaart. En we weten natuurlijk niet af van ene Clavius die zich bekeert. De apostelen zijn iets te blije types. En toch….

Zeker het kijken waard.

 

Ziel en zaligheid

orthodox1

Dominee Vonk
Mijn vader was een trouwe volgeling van zijn Schiedamse predikant, ds. C. Vonk (1904-1993). Tijdens kerkenraadsvergaderingen gaf deze dominee les. Hij doceerde over Barth, over de gereformeerde belijdenissen, over Kuyper en weet ik wie/wat nog meer. Voor ouderlingen en diakenen zoals mijn vader, die na de lagere school direct moesten gaan werken, zonder verdere opleiding, kwam zulk onderwijs als een geschenk. Mijn vader was een intelligente man, maar in zijn jeugd  (jaren ’20 )was het bij hem armoe troef thuis en was iedere gulden bittere noodzaak. Op zijn twaalfde ging hij aan de slag als ‘jongste bediende’.

Mijn vader dronk het onderwijs van Vonk dus op als het borreltje wat hij dagelijks nuttigde : als een kostbare lekkernij. Kritisch luisteren was er niet bij:  Vonk’s woord was als Gods woord. Gelukkig heeft Vonk vele mooie en leerzame dingen gezegd en geschreven. Toen ik belijdenis deed kreeg ik 3 delen van de serie ‘De voorzeide leer’. Over de eerste vijf bijbelboeken, met veel interessante exegese en informatie. Sleutelwoord: Het verbond van God met Zijn volk.

Slapende zielen
Maar Vonk (net als ds. Telder uit Breda) ontwikkelde ook een bijzondere opvatting die veel tweestrijd en conflict veroorzaakten in de toenmalige ongedeelde, vrijgemaakte kerk. Die ook mede ten grondslag lag aan de latere scheuring in de kerk. Eerst schreef  ds. Telder het boek, ‘Sterven en dan?’ Later gevolgd door een boek(je) van ds. Vonk met de titel ‘De doden weten niets’ (waarop ik eens de humoristische toevoeging hoorde: En Vonk weet alles…maar dat terzijde) In beide boeken werd afgerekend met de klassiek, christelijke gedachte, nl. dat nadat het lichaam sterft, de ziel van de gelovige, met God verenigd, in de hemel wacht op de opstanding van het lichaam, bij de terugkomst van de Here Jezus.

In reactie op een ontaarding van dit klassieke geloof, (nl. een grote nadruk op de ziel als het méést belangrijke onderdeel van de mens, het lichaam was maar aards en deed er niet toe) kwamen Telder en Vonk met een theorie die het andere uiterste benadrukte (juist, de bekende pendulum), nl dat er helemaal niet zoiets bestaat als de onsterfelijke ziel. Dat zou een Griekse, gnostische gedachte zijn.  De kerkgeschiedenis ingeslopen.  Ziel en lichaam waren één. De hemel was voor God, daar hadden wij niets te zoeken. En God zei toch tegen Adam: wie van de boom eet zal voorzeker sterven! Wie durfde te zeggen, de ziel leeft eeuwig voort, ook als het lichaam sterft, gaf in feite toe aan de leugen van Satan. Die was een volgeling van Satan geworden.(Vonk)

Persoonlijke ervaring
Ik was een vrij serieuze tiener en las dit soort lectuur op aanraden van mijn vader. Geschokt was ik dan als mensen die ik als gelovig zag, het over de hemel en de ziel hadden. Dat was zoiets als gelovig zijn en stelen, of gelovig zijn en vloeken. Mijn jonge, consciëntieuze hart voelde zich daar niet senang bij.

Daaruit blijkt maar weer hoe sterk de invloed is van datgene wat je als kind meekrijgt. Het zijn de eerste vertrouwde werktuigen waarmee je de werkelijkheid om je heen interpreteert. Het anders doen of er anders tegenaan kijken is onveilig, wekt angstige gevoelens (bij mij i.e.g.).

Toch werden veel van mijn eerste, prille overtuigingen op de proef gesteld toen ik op de (vaag christelijke) middelbare school zat, daarna het huis uitging om te studeren en uiteindelijk mijn theologisch geschoolde man ontmoette. Die was nogal verbaasd over de Vonkiaanse leer. Had die ideeën alleen nog maar gezien bij meer sektarische groepen als de Zevendedags Adventisten.

Na ruim veertig jaar eigen bijbelleeservaring, en groeien in een relatie met God, ben ik wel zover dat ik kan zien dat de grote belofte en hoop die Jezus geeft door Zijn sterven en opstanding, juist die onbreekbare band van liefde is, door de dood heen. Is het zo klaar als een klontje wat er na mijn dood gebeurt? Nee, natuurlijk niet. Waar de hemel is, wat de hemel is, uit de glimp die we opvangen vanuit de bijbel is het er in elk geval als een koninklijk paleis. Versailles in het kwadraat, zeg maar en dan nog mooier.  Alles om te benadrukken hoe groot God is.  Maar daar gaat het ten diepste niet om. Waarom dan wel? Dat ik geen ogenblik zonder de ervaring van Gods liefde zal zijn. Dat blijkt  uit zoveel plaatsen in het NT. Ik heb er, tijdens een slapeloze nacht (door jetlag) o.a. Johannes 10-17 weer eens op nagelezen.

Hemel op aarde
Dat we voor eeuwig in de hemel zullen zingen in een witte jurk, is ook zeker niet mijn overtuiging. Integendeel. Wat Vonk benadrukte, dat de hemel niet onze eindbestemming is, lijkt me ook duidelijk in de bijbel. De hemel komt straks naar de aarde (laatste hoofdstukken van het boek Openbaring). Maar in heel de bijbel gaat het altijd eerst om onze relatie met God Zelf. Johannes 17:3, één van de mooiste teksten in de bijbel, vind ik: “Eeuwig leven is dat (wij) U kennen en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus”. Vooral als je beseft dat kennen niet ‘weten over’ is, maar liefhebben en gekend zijn.  De vorige paus zei het zo: ‘Onsterfelijkheid huist niet in de mens zelf. Ze berust op een relatie (met Jezus MB)’.

(Een mooi artikel van ds. Gert van den Brink (die overigens mijn vader begraven heeft) kun je hier lezen: RE2010_86-02.pdf. Een gezamenlijke uitgave van het weekblad de Reformatie en Opbouw, tegenwoordig Onderweg geheten.)

Het troost me om te weten dat de geesten van mijn geliefden nu al bij God zijn en het goed hebben. Mogen rusten en genieten,  iets wat ze door lichamelijke afbraak niet meer konden. Als ik ze mis vraag ik weleens aan God hen te groeten…

En straks zien we elkaar weer.

Tonio

Tonio Een requiemroman
A.F.Th. van der Heijden
Uitgeverij Bezige Bij
ISBN 9789023479857

Hij stond al een tijd op mijn lijstje ‘te lezen boeken’, de roman Tonio van A.F.Th. van der Heijden, Requiemroman voor zijn verongelukte zoon. Een relaas van de ontreddering van een vader na het sterven van zijn enige zoon, 21 jaar,  ten gevolge van een auto ongeluk.

Het is een aangrijpend verslag, hartverscheurend om te lezen. De ouders van Tonio zijn volkomen verslagen en kapot na zijn overlijden. Er is geen troost. Dat hij zomaar, op het verkeerde moment, op de verkeerde plaats was, is een voor de schrijver kwellende gedachte. Waarom reed hij juist die route, middenin de nacht? Waarom ging hij alleen naar huis en niet mee met vrienden? Als hij een minuut vroeger of later was vertrokken had hij net die ene auto gemist. De schrijver raakt geobsedeerd door die gedachtes. Steeds maakt hij constructies waarbij Tonio seconden wint of verliest aan tijd om maar niet precies op het moment van de aanrijding ter plekke te zijn. Hij wil de pijn helemaal doormaken en begint aan een exacte reconstructie van de laatste dagen van Tonio’s leven. Wat vond er precies plaats die nacht? Zo leest het boek soms als thriller/detective, soms als dagboek, soms voelde ik me bijna voyeur wanneer hij intieme huiskamerscene’s  beschrijft waarin hij en zijn vrouw, avond aan avond, de alcohol hun pijn laat verdoven. 

Knap verweeft de schrijver, door de beschrijving van zijn zoektocht en zijn pijn heen, de geschiedenis van Tonio vanaf zijn geboorte tot het moment van overlijden op zijn 21e. De vreugde en vooral ook de zingeving die de auteur ervaart door de geboorte van zijn zoon is tastbaar. Nu Tonio er niet meer is valt ook de zin van het bestaan voor hem weg. Hij ervoer eigenwaarde door het voortbrengen van een mooi mens, maar die mens ligt nu in een graf te verteren. De enige manier om hem in leven te houden is zichzelf te dwingen de pijn ten volle te beleven. Alleen voor zijn vrouw wil hij nog verder. Om samen zo Tonio voor de vergetelheid te behoeden. Verder is er geen hoop, geen troost, geen perspectief. Het leven is een ruïne die nooit meer herbouwd kan worden.

Van der Heijden probeert tot het uiterste te gaan in het verwoorden van de leegte en de pijn die hij ervaart. Hij schrijft regelmatig ook over de schuld die hij voelt: ‘Ik kon mijn verlangen naar een kind nooit los zien van de heilige gelofte, de dure eed om dat kind, als het er eenmaal was, tot het uiterste te beschermen, desnoods met mijn eigen leven. Het kind is er gekomen, ik heb het zo beschermd mogelijk laten opgroeien, en dan, nog maar net onder mijn handen uit, sneuvelt het alsnog in de boze buitenwereld. Ik kan mijn falen wegredeneren zo veel ik wil (Tonio was volwassen, woonde zelfstandig, droeg de verantwoordelijkheid voor zijn eigen veiligheid), maar dat verlost me nog niet van de schaamte om mijn eigen tekortschieten.

Ik heb het boek achter elkaar uitgelezen. Het boeit en slokt je op. De troosteloosheid raakte me. Je enige kind verliezen. Het is intens verdrietig. Vorig jaar maakte ik van dichtbij het overlijden van een pasgeboren baby mee. De verslagenheid die er dan heerst is zo diep en pijnlijk.

Op bijbelkring vorige week spraken we onder andere over de tekst in Hebreeën 2: 17 en 18, dat Jezus ons in alles kan bijstaan omdat hij mens werd zoals wij. Ik noemde het boek Tonio en de ervaring van een vader en moeder die hun (enige) kind verliezen. Kan Jezus dat meevoelen? Niet getrouwd en zonder kinderen? Toen vielen plotseling een heel aantal teksten uit het Oude Testament op hun plek. Teksten over God de Vader die diep treurt over Zijn kind Israël, zijn enige kind. Die Abraham verhoedt zijn kind te doden omdat Hij het Zelf gaat doen. Zijn enige Zoon offeren.

Dat thema is het grote Thema in de Bijbel. De Zoon die door de Vader opgeofferd wordt. De Vader die zijn enige Zoon ziet lijden en sterven. Niet ten gevolge van een ongeluk, maar uit vrije keuze. Want zo had God ons lief, dat Hij zijn enige Zoon gaf, zodat wie in Hem gelooft voor altijd bij God mag leven, één van de kernteksten van het Johannes evangelie.

Ik bedoel hiermee niet het lijden te bagatelliseren. Dat doet de bijbel ook niet. Er wordt wat af gehuild en geklaagd in de bijbel! Daar kunnen we nog wat van leren. Maar we klagen en huilen niet in een leeg universum dat het worst zal wezen hoeveel tranen ik pleng op het graf van mijn gestorven kind. We mogen huilen en rouwen bij een God die weet wat sterven is, wat lijden is, wat rouwen is. Het gebed van David in psalm 56: bewaar mijn tranen in een fles, staan mijn klachten niet in Uw boek? geeft aan hoe zorgvuldig God met ons verdriet omgaat, met de belofte van troost.

Ik wens A.F. Th. van der Heijden en zijn vrouw die Troost toe. De troost van de Almachtige die niet loslaat wat Zijn hand ooit begon, de schepping van die mooie man: Tonio.

Vrouw als ouderling of predikant 6

Een jaar of zo geleden begon ik met het verslag leggen van een onderzoekje. Wat zijn nu de bijbelse gronden voor de uitsluiting van vrouwen als ouderling, diaken en predikant in mijn kerk (Gereformeerde Kerk vrijg.)Ik was er nog niet aan begonnen of de boeken en rapporten begonnen me om de oren te vliegen. Myriam Klinker, Almatine Leene en nu dan het rapport van de werkgroep van de GKv zelf, geschreven als advies aan de synode van 2014.

Ik moet bekennen dat ik daardoor wat minder hard van stapel liep. Ik wilde een serie blogs schrijven, maar als er over je onderwerp opeens zoveel nieuws in druk verschijnt ben je aan de ene kant verplicht daar grondig studie van te maken. Nu schrijf ik geen dissertatie, scriptie en zelfs geen boek, dus ik mag aan de andere kant gewoon lekker, zonder verward te zijn door enige kennis, verkondigen wat ik wil. Daar is een blog uitstekend geschikt voor! Maar ja, dat is toch mijn eer te na. Ik zat dus nog met mijn neus in de dikke dogmatiek van Wayne Grudem en had eerlijk gezegd moeite mezelf daartoe enige discipline op te leggen. Er kwamen ook zoveel leuke boeken op ander gebied voorbij. Altijd mijn zwakke plek geweest: focussen.

Nu was een van de laatste opmerkingen van één van onze dochters voor ze een periode naar het buitenland vertrok: hé mam ga je nog verder met die serie over vrouwen in de kerk? Een paar vriendinnen vroegen er naar, die vonden ze boeiend om te lezen. Dat prikkelde. En nu is er dan sinds een week het rapport van onze eigen theologische studiebollen. Dat in principe de weg vrij maakt voor vrouwen in onze kerken in alle posities. Enigszins verbazend, zo’n drastische ommekeer, maar dat hoeft op zich niet verkeerd te zijn. In de politiek wordt dat altijd mooi omschreven met ‘voortschrijdend inzicht’. Dan kun je rustig van rechts naar links en andersom switchen. Met goeie argumenten kun je van ieder inzicht terug komen.

In mijn eigen lezen was ik in feite blijven hangen in het hoofdstuk in Grudem’s Systematic Theology over de Drie-eenheid. Het lijkt dor en dogmatisch maar als je erover gaat lezen heel mooi en indrukwekkend.  Hoe ik bij de Drie-eenheid uitkwam? Ik heb nog een afwijking die in het verlengde (of misschien wel aan de basis?) ligt van slecht kunnen focussen.Ik begin ergens over een willekeurig onderwerp te lezen en ga dan terug naar ‘wat eraan vooraf ging’. Met geschiedenis begin ik bij een gebeurtenis in de 18e eeuw of zo en voor ik het weet zit ik in de 7e eeuw AD of de 1e eeuw BC. Dat schiet niet op, hoewel het erg boeiend is.

Zo begon ik te lezen over wie is de man/vrouw en wat is hun betekenis in de bijbel en eindigde bij: wie is God? Want dat we op Hem lijken en in Zijn beeld geschapen zijn is een duidelijke boodschap in de bijbel. Almatine Leene heeft het in haar proefschrift ook over de Drie-eenheid als van betekenis voor het begrijpen van de verhouding man/vrouw. Gelijkwaardig, allebei geschapen volgens de blauwdruk van God zelf. Voor haar volgt daar uit dat er geen onderscheid meer is in de verschillende ‘bedieningen’ in de gemeente. Ik citeer uit een recensie, want het proefschrift zelf heb ik (nog) niet gelezen.

Voorlopig even nog dit: Ik zou willen dat er een heel andere vraag geformuleerd zou worden. Niet: mag de vrouw zus of zo, maar hoe kunnen mannen en vrouwen hun talenten gebruiken in verschillende ambten,taken, bedieningen, noem het zoals je wilt. Is er een eindverantwoordelijke? Iemand of een aantal personen die voor God verantwoording zullen afleggen  over een specifieke gemeente? Het bijbelse patroon vanaf de schepping lijkt te wijzen naar de man. Om redenen die voor mij tot nu toe alleen bij God bekend zijn. In ieder geval niet vanwege mindere betekenis van de vrouw, lagere waarde of wat dan ook in die categorie. Zoals er binnen de Drie-eenheid geen sprake is van minder of meer, maar eerder van schikking en taakverdeling.

Dat in de gereformeerde kerkelijke traditie te weinig oog is geweest voor de wezenlijke bijdrage van vrouwen in de kerk, niet alleen in het vrijwillige dienen, maar ook met een werkelijk geestelijk mandaat is te betreuren, vind ik. Maar de stap naar alle nu bestaande ambten openen voor man en vrouw gaat mij te ver. Ergens moeten we de ‘koppositie’ die de man in de Bijbel heeft (de term komt uit het rapport van deputaten M/V), verdisconteren in hoe we aankijken tegen de positie van vrouwelijke ambten.

Ik ben geen theoloog, ik heb zeker niet alles gelezen op dit gebied, maar kom eigenlijk tot een voorlopig, zoekend standpunt op grond van mijn eigen bijbel lezen. Als ik mijn zeer boeiende roman uitheb (Het land van herkomst van E. du Perron) ga ik me weer eens verdiepen in één van de M/V boeken! Dan kan ik vervolgens daarover weer bloggen.

Starters en stoppers

Als je eerlijk bent over jezelf, kom je pijnlijke dingen tegen, las ik ergens vorige week. Dat klopt. Een van de dingen die ik duidelijk en eerlijk, hoewel pijnlijk, over mezelf weet is dat ik enthousiast met dingen start, maar even zo makkelijk weer er mee op kan houden. Het eerste enthousiasme bekoelt, de discipline ontbreekt en dan is het weer voorbij…

Zo ben ik mijn leven aan veel dingen begonnen: korfbal (nou ja, dat ik daar mee stopte snapt echtgenoot direct), blokfluit (de stress van huiswerk brak me op mijn zesde al op), Duits, Spaans, Koreaans en nog wat andere zaken. Ik steek er natuurlijk altijd wat van op, dat is het voordeel van met veel dingen beginnen. Ik kan nog steeds het Wilhelmus spelen op de blokfluit en niet al te moeilijke melodieën om ergens de wijs van te leren. Ik lees Duits, ben helaas mijn Spaans vergeten, en Koreaans spreek ik ook nog een beetje, ook al heb ik dan geen graad behaald.

Hoe ik hierop kom is vanwege het feit dat ik een tijd terug op deze blog aankondigde een verslag te willen starten van een studie naar wat er in de Bijbel staat over de rol van vrouwen in de kerk. Het plan bedenken was leuk. Maar om er een structureel overzicht van die zoektocht te schrijven blijkt toch wel doorzettingsvermogen te eisen. Het lastige is, dat ik moeite heb om te focussen. Als ik ergens start heb ik de neiging allerlei zijwegen te gaan bewandelen.

Ik vind geschiedenis leuk, maar als ik iets over een gebeurtenis in de 19e eeuw wil lezen eindig ik meestal ergens in de prehistorie. Het ene feit leidt tot het andere. En voor ik het weet ben ik zo duizenden jaren terug in de tijd. Waar was ik nu eigenlijk naar op zoek?

Zo gaat het nu ook met mijn zoektocht naar wat de bijbel zegt over ‘vrouw en kerk’. Iedere vraag heeft een voorvraag, en elke voorvraag leidt weer tot een andere. (Maar misschien zijn het ook allemaal smoesjes om schrijven uit te stellen….)

Nu las ik ook in de krant over een onderzoek van Benjamin de Boer van de Erasmus Universiteit dat er 2 type mensen zijn. Starters en stoppers. De één stópt makkelijker (met roken, rommel maken, FaceBooken enzovoort) en anderen starten makkelijker. Dus niet, ik stop met eten, maar ik begin met bewegen. Niet, ik stop met roken maar, ik begin met 2x per week een dag roken over te slaan. Zoiets.

Ik ben een echte starter, dat mag blijken uit het voorgaande. Ik heb nu bedacht dat ik ga beginnen met af en toe ene verslagje te schrijven van wat ik lees in verband met het onderwerp, vrouw en kerk. Kleine stapjes en toch met het doel bezig zijn…

Ik leer veel van wat ik lees!

Voor dag en dauw…

bron:Bijbelseplaatsen.nl

Het is tien over half twaalf en ik heb er al bijna een halve dag opzitten! Ik ben lid van een kerk die voor haar samenkomsten een gebouw huurt van een andere kerk. Aangezien die om 10 uur begint zijn wij genoodzaakt om half negen te starten. Juist ja, half negen. Dat is vroeg, erg vroeg. Ik stond om tien over acht buiten in het halfdonker te wachten op mijn lift. Mijn echtgenoot die in de Randstad zou gaan preken was nog thuis. Hij ging later de deur uit dan ik, die in 10 minuten in de kerk kan zijn, met de auto.

Nou ja, genoeg geklaagd. Ben je een keer wakker en buiten dan is het verder allemaal niet meer zo moeilijk. We hebben een heerlijk jonge dominee die frisse preken houdt en mooie liederen laat zingen. Hij heeft bij mijn jongste dochter in de klas gezeten, dus aanvankelijk een baby in mijn ogen, maar daar ben ik nu overheen.
Het moeilijkste moment is meestal bijna aan het einde van de preek, die overigens meestal kort maar krachtig is. Dan krijg ik een slaapaanval. Mijn ogen gaan tranen, en willen eigenlijk alleen maar dicht. Gelukkig is er dan weer een lied aan het eind om helder te worden.
Kern van de boodschap: Jezus kwam het goede nieuws van God brengen. Wat me opviel in Marcus 1, waarover de preek ging, was dat twee van de apostelen die later het goede nieuws gaan door vertellen, al leerlingen van Johannes de Doper waren en met Jezus mee naar huis waren gegaan om Hem beter te leren kennen. Het waren vissers, maar vissers die al geraakt waren door de nieuwe beweging van Johannes die bij de Jordaan mensen opriep tot bekering en doopte. Ze hadden zich blijkbaar aangesloten bij die groepering die niet erg populair was bij de kerk van toen. Net zo min als Jezus later.

Toen Jezus later zijn leerlingen uitkoos kenden ze Hem al langer. Als je Marcus leest lijkt het of Hij willekeurige vreemdelingen uitkiest, maar uit Johannes 1 blijkt dat ze al een hele dag persoonlijk met Jezus gesproken hadden. En dan wordt het een kwestie van mond op mond reclame. Andreas haalt zijn broer Simon Petrus erbij, Filippus kwam uit dezelfde plaats, dus kende waarschijnlijk de broers. Hij haalt Nathaniël erbij. Maar dan blijkt dat Jezus hem al lang kende.
Fascinerend, zulke details.

Vrouw als ouderling of predikant? -3

Prisca en Aquila

Paulus is goed bevriend met een echtpaar dat hard werkt in de zending, Prisca en Aquilla. Haar naam wordt altijd eerst genoemd. Wanneer er een enthousiaste Joodse bekeerling tot het christendom uit Alexandrië in Egypte naar de kerk in Efeze komt, waar zij ook lid zijn en ze merken dat hij de boodschap over Jezus wel kent maar nog niets weet over de Heilige Geest, gaan ze hem verder onderwijzen. En opnieuw wordt Prisca daar ook nadrukkelijk bij vermeld. Ze bracht niet alleen de koffie met koekjes bij Aquilla en Apollos. (Romeinen 18 vanaf vers 24)

Paulus is geen vrouwenhater, zoals je wel eens hoort. Als je eerlijk door zijn brieven heen leest kom je vaak passages tegen over vrouwen die hem steunen, assisteren, die duidelijk een rol spelen in het leven van de gemeentes die hij bezoekt. (zie ook Romeinen 16 vers 3, waar hij opnieuw Prisca en Aquila noemt).

Maar dan komen de opmerkingen over de positie van een vrouw in het gemeentelijk leven. En die doen dan mijn wenkbrauwen fronsen. Wat bedoelt hij daar nu mee? Wat bedoelt God er mee? Het lijkt net of Jezus een bepaalde ontwikkeling inzet door vrouwen aan te spreken en te gebruiken in Zijn plan en dat Paulus ons weer onze plek wijst. Alsof hij zich nog niet genoeg heeft losgemaakt van zijn opleiding als Farizese theoloog.

Hij heeft een bepaalde logica. Hij verwijst naar de schepping: eerst is Adam geschapen en toen Eva. En later zegt hij, Eva is gevallen voor de verleiding van de Satan en ze heeft Adam meegesleurd. De eerste tekst heb ik al een keer genoemd. Adam kreeg Eva dus als een gelijkwaardige vrouwelijke tegenpool. Zijn hulp zoals God onze hulp is. Het was wel de bedoeling dat ze samen dingen gingen ondernemen. Niet op hun eentje belangrijke beslissingen nemen, zeg maar. Dat ging natuurlijk goed mis toen Eva besloot dat ze best zo’n lekkere vrucht van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad kon uitproberen. Overleg over de fundamentele vraag of God nu wel of niet de waarheid sprak was op zijn plaats geweest. Nu kiest Adam wel weer erg argeloos om Eva’s voorstel tot proeven op te volgen. Beetje dom. Hij had misschien ook wel vragen kunnen stellen. Helemaal alleen Eva’s schuld was het niet. Dat zie je ook wel in het vervolg van de geschiedenis en in de straf die God dan uitspreekt.

Opvallend is dat God allereerst Adam om verantwoording vraagt. Dat vind ik wel een overtuigend argument dat erop duidt dat Adam, die immers het eerst werd geschapen, eerstverantwoordelijke was voor Woonunit Adam/Eva, Paradijsweg nr.1.

%d bloggers liken dit: