Spondylodiscitis – Verslag van een vreemde aandoening II

Ik wilde mijn koffiekopje neerzetten, op bezoek bij iemand en mijn rug ging op slot. Voorzichtig aan, het lijkt wel spit, meer dacht ik niet.  Op de fiets terug naar huis voelde het niet echt goed. Met voorzichtige bewegingen stap ik af, zet mijn fiets weg en loop naar binnen. In de loop van de dag word ik stijver en krijg meer pijn, dus ik slik mijn eerste simpele paracetamollen. Het helpt niet veel en op den duur ga ik toch maar liggen. Even die zere rug ontlasten. Maar ja, iedere rugpijnlijder weet dat, als het fout zit, er eigenlijk geen enkele houding meer is waarin je lekker zit, staat of ligt.

De volgende dag bellen we even met de huisarts omdat de pijn inmiddels verhevigd is en onze huis-tuin en keukenpijnstillers geen soelaas meer bieden. Ik kom in het spit-protocol. Diclofenac en paracetamol met codeine en dergelijke. Ik slik met nieuwe hoop. Een dag later komt de vervanger van onze huisarts even een kijkje nemen, op echtgenoot’s aandringen, die de zaak niet vertrouwt en lichtelijk radeloos is van mijn pijn. Veel anders dan nog wat sterkere pijnstillers kan ze ook niet aanbieden. ‘Spit is erg pijnlijk, even doorbijten’. Ja, dokter. Bedankt.

Dat spit pijnlijk is weet ik uit ervaring, maar dit, deze wee-achtige krampen heb ik nog nooit meegemaakt. Ze snijden me de adem af. ’s Nachts bellen we met een arts van de huisartsenpost en die krabt zich ook achter de oren. Hij suggereert dat de spit op mijn lange rugspieren is gaan zitten, wat vervolgens de krampen veroorzaakt. Het kan mij allemaal niet schelen, ik wil alleen maar van de rotpijn af en van de krampen die in mijn rug schieten als ik maar wijs naar iets. Naar de WC  is geen optie meer. We halen luiers in huis. Ik ben al zover heen dat ik dat alleen maar als opluchting ervaar!

We tobben het weekend nog door. Dinsdagochtend komt onze eigen huisarts. Kim heeft namelijk in de ochtend mijn temperatuur opgenomen en die blijkt 38.4.  Bij spit denk je niet aan koorts, dus we hadden nog niet eerder aan temperaturen gedacht. Het verontrust ons niet direct, maar als de arts het hoort onderneemt ze actie en belt een ambulance.

Ik herinner me vaag dat er ambulanceverplegers de kamer binnenkomen, maar hoe ik de trap af, in de ambulance terecht ben gekomen, is verdwenen uit mijn geheugen. Gelukkig maar, denk ik. Of misschien hebben ze me wel een spuitje gegeven, Ik weet het niet meer. Evenals het verblijf op de Eerste Hulp, foto’s die daar genomen zijn, MRI-onderzoeken, bloedprikken, enzovoorts, alles is een zwart gat.

Mijn eerste herinnering is het bed in St.Antonius Utrecht waarin ik door de eindeloos lange gangen naar mijn plek wordt gereden, in de hoek, bij het raam (zonder uitzicht). Uit de onderzoeken is gebleken dat ik de aandoening met die lange naam heb. Via een infuuus in de arm krijg ik de eerste zak antibiotica toegediend en een dikke dosis pijnstillers. Eindelijk kan ik slapen!

Ik schrijf zo uitvoerig omdat de aandoening zeldzaam is en het verloop dus anders was geweest (eerder ziekenhuis+antibiotica=minder pijn) als ik mijn temperatuur had bijgehouden. Misschien heeft iemand er wat aan in de toekomst!

Mijn volgende blog voor het laatst over spondylodiscitis. Over het ziekenhuis nog wat en de weken erna. Afkicken van morfine bijvoorbeeld!

 

%d bloggers liken dit: