Ik had laatst een afspraak bij een specialist. Hij heeft een praktijk aan huis, vertelde de dame die de afspraak met me maakte door de telefoon. Ik zette mijn fiets tegen een boom en zocht bij het huis met het juiste nummer naar de patiënten ingang. Die was er blijkbaar niet. Er was maar één deur, de voordeur. Naast de voordeur zat een naamplaatje met de naam van de arts, die ik herkende. Maar verder geen aanduiding van zijn beroep. Er stond namelijk familie NN. Ik twijfelde of de praktijk toch niet elders zou zijn, maar adres en naam klopten exact.
Enigszins in verlegenheid belde ik toch maar aan. Door het raam van de woonkamer zag ik iemand in beweging komen. Misschien personeel met koffiepauze, dacht ik nog. De deur werd geopend door een vrouw. Ze liet me binnen, nam vriendelijk mijn jas aan en wees naar de gang, ik kon doorlopen. Automatisch zocht ik een deur met het bordje wachtkamer. Maar de vrouw haalde me in, liep voor me uit, een kamer in en verwachtte duidelijk dat ik haar zou volgen. Het verbaasde me dat ik zo persoonlijk ontvangen werd. De vrouw zou wel de assistente zijn, maar zoals ze mijn jas had opgehangen aan de kapstok en me zo hartelijk ontving..Dat had ik nog nooit eerder meegemaakt bij een arts of hulpverlener. Vreemd.
De dame wees me een stoel en wat ongemakkelijk ging ik zitten. Ik was namelijk in de woonkamer terecht gekomen. Daar bestond geen twijfel over. Leuk en comfortabel ingericht. De tv stond aan, met het geluid uit. Ik was duidelijk aan het storen. De vrouw, ze moest wel de echtgenote van de arts zijn, zei me dat ik nog even geduld moest hebben. De vorige afspraak van haar man was uitgelopen. Of ik misschien een kop koffie wilde tijdens het wachten? Thee kon ook. Ze liep al richting de keuken toen ik op de gang stemmen hoorde. De voordeur opende en de patiënt voor me liep langs het raam richting haar auto. De arts stak zijn hoofd om de hoek van de deur: ga je mee? Uit de keuken riep zijn echtgenote dat ze de koffie wel boven kwam brengen.
Ik was in een soort artsenparadijs terecht gekomen, dacht ik, terwijl ik achter de arts aan de trap op, naar boven liep, richting zijn praktijkruimte, die ergens naast de slaapkamers was. Ik voelde dat ik inbreuk maakte op de privacy van deze mensen, maar kon het ook niet helpen. Blijkbaar vond deze specialist het zo prima. Privé en werk met elkaar verweven.
Bovenstaande situatie is natuurlijk fantasie. Bij mijn weten hebben alleen predikanten lange tijd hun beroep uitgeoefend zoals boven beschreven. Ergens, in een tot studeerkamer omgebouwde slaapkamer, op de eerste of tweede verdieping van hun huis. Bezoekers moe(s)ten dwars door het huis, soms onder de was aan het wasrek door, en over de rommel heen van kinderen of tieners.
Tegenwoordig is er steeds meer sprake van studeerkamers buitenshuis, of gescheiden van de privé woonsituatie. En dat is een enorme verbetering. Ik kan het weten, want ik ben een ervaringsdeskundige.
Ik ben gastvrij van nature. Vind het ook niet moeilijk om af en toe een praatje te maken met deze of gene. Maar de voortdurende verweving van werk en privé in het leven van een predikant en zijn gezin, is niet goed voor een mens. Dan lag ik lekker lui (eindelijk, na mijn werk) op de bank een detective te kijken, kwam de afspraak voor mijn echtgenoot van negen uur al om half negen, (koffie of thee?) Of de afspraak van zeven uur moest na afloop van gesprek of catechisatie wachten op een lift, die dan pas na een halfuur op kwam dagen (koffie of thee?). Of echtgenoot wachtte tot de koffie was doorgelopen en bleef met het bezoek een halfuur beneden plakken (koffie of thee?).
Koffie of thee, hoe vaak heeft dat zinnetje niet uit mijn mond geklonken?
Goeie afspraken maken aan de keukentafel. Wie doet de deur open? Wie zet de koffie of thee? Een koffiezetapparaat in de studeerkamer is al een hele verbetering. En een elektrische waterketel voor de theeleuten. Het vergt voorbereiding. De spullen moeten er staan. Een voorraad kopjes en glazen. Het lijkt simpel, maar vereist toch enige doordenking. Het zou voor ons beter zijn geweest. Beter nog een aparte studeerruimte die niet middenin het zenuwcentrum van ons huis lag, met een dunne wand gescheiden van slaapkamers van kinderen of mezelf.
Er is nu aandacht voor. Uit het oogpunt van professionaliteit. Of privacy. Of om, door scherpere scheiding tussen werk en privé, een burnout te voorkomen.
Maar ook voorheen zouden velen met mij zich vreemd gevoeld hebben om door de vrouw van hun arts (of andersom bijvoorbeeld)ontvangen te worden en ergens boven in het huis een consult te krijgen naast de slaapkamer van de kinderen.
Waarom vonden we het toch zo gewoon van een predikant? Ik zou graag reacties krijgen. Vooral collega predikantsvrouwen! Ben erg benieuwd naar jullie ervaringen hierin. Als ik het zo opschrijf lijkt het egocentrisch en liefdeloos, maar ik ben ervan overtuigd dat het geen goede situatie was. Is het nu beter? Het was niet alleen zo omdat ik niet werkte, bijvoorbeeld, want dat deed ik wel, vanaf midden jaren negentig. Het had (heeft?) echt te maken met de toch weinig geprofessionaliseerde wijze van bezoekers ontvangen. Het ontbreken van een wachtruimte, het ontbreken van faciliteiten voor koffie/thee, het ontbreken van een goede werkruimte.
Ik raad alle aanstaande predikanten met hun vrouwen aan alleen een studeer/werkruimte in de pastorie te accepteren, mits die een eigen ingang heeft, met mogelijke wachtruimte. Het is echt een voorwaarde voor gezond en vrolijk predikantsvrouw zijn!
En dan kun je zelf de tijden bepalen waarop je met plezier aan je bezoek uit de kerk de vraag kan stellen: Koffie of thee?