Wat een dag gisteren. Eerder in de week was ik uitgenodigd door Lynn, iemand van Grace Church, de kerk die ik bezoek terwijl ik in de Hamptons logeer, om mee te gaan kayakken. Een kerkuitje. Na de dienst. Er is maar één dienst op zondag en de dochter bij wie ik logeer werkt op zondag, dus het leek me een leuke manier om de rest van de dag door te brengen. Tenminste, wel met enige aarzeling want ik heb nog nooit van mijn leven gekayakt. Wel ’s geroeid, maar dat is het zo’n beetje.
Maar de unieke gelegenheid om door de Accabonac Harbor te drijven, op een herfstige middag, in het gezelschap van een stel aardige mensen die alles van de omgeving weten, trok me geweldig. Wat te dragen? Korte broek, zwempak want je gaat wel eens ondersteboven (oh nee, wil ik echt wel?). Droge kleren voor daarna.
Nu zouden we eerst naar de kerkdienst, dus ik had me redelijk netjes aangekleed. Ook al omdat mijn begeleidster, Lynn, eerst naar een ander event moest als Trustee van de gemeente East Hampton. Ik meende me daar enigszins keurig voor te moeten kleden. Dikke rugzak mee met bij elkaar gegraaide kleding. Op het strand had ik laatst een zwembroek gevonden die nu goed te pas kwam als korte broek (netjes gewassen eerst uiteraard). Ik had voor de zekerheid ook nog een fietsbroek mee. En lunch, want ik wist niet waar we gingen eten. En mijn regenjas, want het miezerde, uitgerekend die dag. Het was een lastig schema om goed voorbereid voor de dag te komen!
Na de dienst wachtte ik op Lynn die zich ging verkleden. Ik vermoedde in galakleding want ze zag er al netjes uit. Maar nee, ze komt uit de WC met haar trainingsbroek en regenjack en kaplaarzen. Hmm. Ik voel me lichtelijk overdressed. De event is niet helemaal wat ik ervan dacht blijkbaar. Nou ja, vooruit met de geit, ik zie het wel.
Jij kunt je daar wel omkleden, zegt Lynn. Daar is de Grootste Clam Competitie an East Hampton in Amagansett, een jaarlijks terugkerend evenement, georganiseerd door het bestuur van East Hampton. Ik heb werkelijk geen idee wat ik me daarbij moet voorstellen. Ik weet wat clams zijn, wij noemen ze kokkels. Witte schelpen met daarin licht roze/oranje diertjes. Erg lekker. Dat ze hier veel gevangen worden is duidelijk. Het was en is een van de grootste industrieën van Long Island. Bij mijn weten worden de kokkels die in Nederland gekweekt worden allemaal naar Spanje en Portugal geexporteerd, voor de tapas. Wij eten alleen mossels, die ze hier weer minder eten.
Het lijkt me leuk om mee te maken. Ik ga naast Lynn in de auto zitten (met, net als in de meeste Amerikaanse auto’s, een enorme puinhoop van plastic flesjes, kranten en andersoortig afval) die me al rijdend veel vertelt over wat we zien. Ze is hier geboren en getogen. Na een periode van studie en werk in Californië, Boston en West Virginia (moleculaire biologie) is ze teruggekeerd en nooit meer weg gegaan. Ze werkt in het familiebedrijf van haar broers en ouders. Jachthavens langs de baai van de Long Island Sound. Haar familie beheert er vier langs de kust daar. We hebben ze alle vier even aangedaan. Een haven voor de rijken, een haven voor de midden inkomens en twee voor gewone mensen. Veel eiland bewoners hebben een boot. De rijkere bootbezitters gaan meestal in het winterseizoen naar het Caribisch gebied. Zou ik ook doen.
Als we bij de Competitie aankomen in Amagansett (door de Indianen zo genoemd:Goed water land, stadje gesticht door Nederlanders, de broers Scheliinger in 1690) is alles al in volle gang. Het is kleinschalig en een gebeurtenis voor de autochtonen. Met hier en daar een gast van buiten, zoals ik, maar die hebben dan al zo lang een tweede huis daar dat ze er bij horen (daar hoor ik dan weer niet bij, helaas). Een grasveld met wat kraampjes. Iedereen kent iedereen en er staat een lange rij bij de oester/kokkel kraam. Er staan serieus kijkende proevers bij de clamchowder en wegers bij de, wat ik eerst aanzie voor broodjes, maar wat dus giga kokkels blijken te zijn.
In de WC trek ik mijn Clam Contest outfit aan. Lynn blijkt vooral soep te moeten inschenken voor de lange rijen liefhebbers, Later blijkt er van de minstens 100 liter nog een derde over. Ik krijg ook wat mee, hoewel dit niet mijn favoriete chowder is. Die moet lekker dik en romig zijn. Deze heeft bouillon samenstelling. Maar een gegeven paard..
Rond half drie is het feest afgelopen. Prijzen worden uitgedeeld, De grootste clam blijkt iets van 2 kilo te wegen. Zorgvuldig worden ze allemaal in een tank gedaan en terug gebracht naar het water. Lynn legt me aan de hand van kaarten uit welke gebieden onder de jurisdictie van de negen trustees vallen. De kust is in tegenstelling tot Nederland niet in handen van de overheid maar grote delen zijn in particulier bezit, soms tot aan het water. Een doorn in het oog van Lynn en haar collega’s, want voor iedere maatregel moeten ze overleggen met -tig adressen. Vooral de grote landbezitters zijn niet erg coöperatief. Ze hebben veel land, veel geld en houden van hun vrijheid. Dit is Amerika natuurlijk. Lynn vertelt dat juist in deze oostelijke omgeving van Long Island families wonen met oude namen. Ze noemt Vicks (van de snoepjes, ja), Briar mij niet bekent. En dan de grote namen als Spielberg, McCartney enzovoorts. Sommigen zijn actief betrokken bij het reilen en zeilen van de omgeving, maar vaak niet ten positieve. Een citaat van de website:
In fact, some of those egos frequently try to do battle with one of these ancient governing bodies, the Town Trustees, who hold legal title to the waterways and the land under the waterways in the town. The Trustees hold their title by virtue of a land patent from a colonial governor (Dongan) which predates the existence of the State of New York and yet has been upheld repeatedly by the courts of New York.
We rijden langs de schitterende kust van de baai. Inhammen, moerassen, bossen, en dan weer zicht op het water, Je kunt je iets voorstellen van hoe het leven hier verliep toen er alleen nog maar Indianen woonden. Die wonen inmiddels in een tweetal reservaten.
Tot mijn grote opluchting is het kayakken afgezegd. Het is namelijk gaan regenen en waaien en ik zag mezelf al in een bootje rond dobberen. Lynn neemt me mee naar de havens van haar familie, we rijden door naar de baai waar we zouden gaan varen. Dan door naar een ander mooi uitzichtpunt waar ik de mooiste schelpen verzamel! Door naar het huis waar Jackson Pollock met vrouw woonde en de studio waarin hij schilderde. Ik ken hem van de ‘gooi-en-smijt-verf’ schilderijen, maar heb de week daarvoor een tentoonstelling gezien van vroeger werk van hem in een plaatselijk museum. Mijn achting is gestegen.
We halen koffie bij de General Store in Springs, om de hoek bij de Pollocks, die er nog net zo uit ziet als in de vijftiger jaren. Erg leuk en inmiddels natuurlijk een bezienswaardigheid, maar nog gewoon een winkel waar je voor van alles terecht kunt. Inclusief biologische maaltijden en koffie.
Vermoeid, vol indrukken kom ik zeer voldaan weer thuis. Dochter klimt door een open raam (gelukkig) want we zijn de sleutels vergeten. Binnen gekomen maken we nog wat te eten. Juist: Heldere clamchowder. Met mijn vergeten lunchboterhammen omgetoverd tot tosti’s.
Vind ik leuk:
Like Laden...