Linzensoep

20151126_171152Op verzoek weer eens een recept. Linzensoep met kip. Voor de vegetariërs kan het evengoed zonder kip. Gebruik dan een 1 á 2 groentebouillonblokje(s).

Ingrediënten:
2 wortels
2 aardappels
200 gram rode linzen
2 knoflooktenen (naar smaak)
1 stuk gember (duimgroot)
bosuitjes 3 á 4
1 ui

Bereiding:

Snijdt de kip in reepjes (ik gebruikte kippendijfilet) en bak die aan in wat kokosolie of olijfolie. Snijdt ondertussen alle groenten in blokjes en begin (in een grotere pan) met het fruiten van de aardappelblokjes, wortel en ui. Voeg dan de knoflook en gember toe en fruit even mee. Voeg de linzen toe, bak even mee en voeg dan voldoende water toe zodat alles ruim onder water staat. Voeg de kip toe, evt. een laurierblad, zout en peper naar smaak en laat ongeveer 20 á 30 minuten zacht koken tot de groenten zacht zijn. Proeven hoe de smaak is en kruiden naar smaak erbij doen. Kokosroom erbij is ook erg lekker. Eventueel erdoor met de staafmixer om een romige gladde soep te maken. Vergeet de bosuitjes niet aan het eind en kokosrasp voor wie ervan houdt.

20151126_174939 20151126_175401

Laat het weten wanneer iets niet duidelijk is. Ik kook op gevoel dus een recept opschrijven is best lastig.

Zacht en knapperig, pitjespap

Eenmaal in de week kook ik bij de kleinzoons. Ik haal ze uit school, één gaat na de boterham weer terug en de jongste blijft thuis. Dat is de spelletjes-man. Dit keer gaat hij uit spelen, dus de middag is rustig. Tegen vijven, de jongens achter de tv, begin ik aan de maaltijd. Vandaag wordt het nasi. Groente snijden, rijst koken, en oh ja, ik zou ook boontjes maken. Met sajoer kruiden. En saté saus.

foto  www.goddelijke-recepten.nl
foto http://www.goddelijke-recepten.nl

Ik maak het zelf wel, had ik tegen mijn dochter gezegd. Is ook simpel. Uitje, knoflookje, pindakaas, water erbij en kruiden. Niet te pittig, want dat vinden de kinderen niet lekker. Geen sambal dus. Ik schud vrolijk met de potjes kerrie, de koriander en zoek nog iets anders lekkers. Ah, komijn, ook altijd pittig van smaak. Ik strooi wat in de saté en zie tot mijn schrik dat het zaadjes zijn. En in mijn enthousiasme waren er best veel zaadjes in de prut gevallen. Ik proef. De smaak is prima, maar oh, oh, de substantie is wat vreemd. Het heeft iets weg van pitjespap…

Weet je wat, denk ik, ik zeg niks. Over de rijst heen merk je er vast niets van. Ik weet namelijk dat de jongste kleinzoon niet van zaadjes en pitjes houdt. Op brood. Maar dit is anders. Hoop ik. Alles staat op tafel, de jongens hebben trek en we scheppen de borden vol. De eerste happen gaan naar binnen. Ik kijk stiekem richting de jongste en zie aan zijn gezicht dat er iets niet helemaal in orde is. Nu zul je het hebben!  ‘Mamma, ik proef iets wat ik niet ken. Iets raars’. ‘Oh ja?’, zegt mamma met een stalen gezicht. Ze eet rustig verder. ‘Ja’, hij draait zich in haar richting ‘ik weet niet wat het is’, hij zoekt naar woorden en kijkt er niet vrolijk bij. ‘Het is’, (smak, smak) ‘het is zacht en knapperig…en ik vind het niet lekker’,

Uit alle combinatie van groente, rijst, vlees en kruiden haalt hij precies de vermaledijde komijnzaadjes eruit. Inderdaad, zacht en knapperig. Pitjespap, zeg maar.

Kayakken, kokkels en Jackson Pollock

Wat een dag gisteren. Eerder in de week was ik uitgenodigd door Lynn, iemand van Grace Church, de kerk die ik bezoek terwijl ik in de Hamptons logeer, om mee te gaan kayakken. Een kerkuitje. Na de dienst. Er is maar één dienst op zondag en de dochter bij wie ik logeer werkt op zondag, dus het leek me een leuke manier om de rest van de dag door te brengen. Tenminste, wel met enige aarzeling want ik heb nog nooit van mijn leven gekayakt. Wel ’s geroeid, maar dat is het zo’n beetje.

Maar de unieke gelegenheid om door de Accabonac Harbor te drijven, op een herfstige middag, in het gezelschap van een stel aardige mensen die alles van de omgeving weten, trok me geweldig. Wat te dragen? Korte broek, zwempak want je gaat wel eens ondersteboven (oh nee, wil ik echt wel?). Droge kleren voor daarna.

Nu zouden we eerst naar de kerkdienst, dus ik had me redelijk netjes aangekleed. Ook al omdat mijn begeleidster, Lynn, eerst naar een ander event moest als Trustee van de gemeente East Hampton. Ik meende me daar enigszins keurig voor te moeten kleden. Dikke rugzak mee met bij elkaar gegraaide kleding. Op het strand had ik laatst een zwembroek gevonden die nu goed te pas kwam als korte broek (netjes gewassen eerst uiteraard). Ik had voor de zekerheid ook nog een fietsbroek mee. En lunch, want ik wist niet waar we gingen eten. En mijn regenjas, want het miezerde, uitgerekend die dag. Het was een lastig schema om goed voorbereid voor de dag te komen!

Na de dienst wachtte ik op Lynn die zich ging verkleden. Ik vermoedde in galakleding want ze zag er al netjes uit. Maar nee, ze komt uit de WC met haar trainingsbroek en regenjack en kaplaarzen. Hmm. Ik voel me lichtelijk overdressed.  De event is niet helemaal wat ik ervan dacht blijkbaar. Nou ja, vooruit met de geit, ik zie het wel.

Jij kunt je daar wel omkleden, zegt Lynn. Daar is de Grootste Clam Competitie an East Hampton in Amagansett, een jaarlijks terugkerend evenement, georganiseerd door het bestuur van East Hampton. Ik heb werkelijk geen idee wat ik me daarbij moet voorstellen. Ik weet wat clams zijn, wij noemen ze kokkels. Witte schelpen met daarin licht roze/oranje diertjes. Erg lekker. Dat ze hier veel gevangen worden is duidelijk. Het was en is een van de grootste industrieën van Long Island. Bij mijn weten worden de kokkels die in Nederland gekweekt worden allemaal naar Spanje en Portugal geexporteerd, voor de tapas. Wij eten alleen mossels, die ze hier weer minder eten.

Het lijkt me leuk om mee te maken. Ik ga naast Lynn in de auto zitten (met, net als in de meeste Amerikaanse auto’s, een enorme puinhoop van plastic flesjes, kranten en andersoortig afval) die me al rijdend veel vertelt over wat we zien. Ze is hier geboren en getogen. Na een periode van studie en werk in Californië, Boston en West Virginia (moleculaire biologie) is ze teruggekeerd en nooit meer weg gegaan. Ze werkt in het familiebedrijf van haar broers en ouders. Jachthavens langs de baai van de Long Island Sound. Haar familie beheert er vier langs de kust daar. We hebben ze alle vier even aangedaan. Een haven voor de rijken, een haven voor de midden inkomens en twee voor gewone mensen. Veel eiland bewoners hebben een boot. De rijkere bootbezitters gaan meestal in het winterseizoen naar het Caribisch gebied. Zou ik ook doen.

Als we bij de Competitie aankomen in Amagansett (door de Indianen zo genoemd:Goed water land, stadje gesticht door Nederlanders, de broers Scheliinger in 1690) is alles al in volle gang. Het is kleinschalig en een gebeurtenis voor de autochtonen. Met hier en daar een gast van buiten, zoals ik,  maar die hebben dan al zo lang een tweede huis daar dat ze er bij horen (daar hoor ik dan weer niet bij, helaas). Een grasveld met  wat kraampjes. Iedereen kent iedereen en er staat een lange rij bij de oester/kokkel kraam. Er staan serieus kijkende proevers bij de clamchowder en wegers bij de, wat ik eerst aanzie voor broodjes, maar wat dus giga kokkels blijken te zijn.

In de WC trek ik mijn Clam Contest outfit aan. Lynn blijkt vooral soep te moeten inschenken voor de lange rijen liefhebbers, Later blijkt er van de minstens 100 liter nog een derde over. Ik krijg ook wat mee, hoewel dit niet mijn favoriete chowder is. Die moet lekker dik en romig zijn. Deze heeft bouillon samenstelling. Maar een gegeven paard..

Rond half drie is het feest afgelopen. Prijzen worden uitgedeeld, De grootste clam blijkt iets van 2 kilo te wegen. Zorgvuldig worden ze allemaal in een tank gedaan en terug gebracht naar het water. Lynn legt me aan de hand van kaarten uit welke gebieden onder de jurisdictie van de negen trustees vallen. De kust is in tegenstelling tot Nederland niet in handen van de overheid maar grote delen zijn in particulier bezit, soms tot aan het water. Een doorn in het oog van Lynn en haar collega’s, want voor iedere maatregel moeten ze overleggen met -tig adressen. Vooral de grote landbezitters zijn niet erg coöperatief. Ze hebben veel land, veel geld en houden van hun vrijheid. Dit is Amerika natuurlijk. Lynn vertelt dat juist in deze oostelijke omgeving van Long Island families wonen met oude namen. Ze noemt Vicks (van de snoepjes, ja), Briar mij niet bekent. En dan de grote namen als Spielberg, McCartney enzovoorts. Sommigen zijn actief betrokken bij het reilen en zeilen van de omgeving, maar vaak niet ten positieve. Een citaat van de website:

In fact, some of those egos frequently try to do battle with one of these ancient governing bodies, the Town Trustees, who hold legal title to the waterways and the land under the waterways in the town. The Trustees hold their title by virtue of a land patent from a colonial governor (Dongan) which predates the existence of the State of New York and yet has been upheld repeatedly by the courts of New York. 

We rijden langs de schitterende kust van de baai. Inhammen, moerassen, bossen, en dan weer zicht op het water, Je kunt je iets voorstellen van hoe het leven hier verliep toen er alleen nog maar Indianen woonden. Die wonen inmiddels in een tweetal reservaten.

Tot mijn grote opluchting is het kayakken afgezegd. Het is namelijk gaan regenen en waaien en ik zag mezelf al in een bootje rond dobberen. Lynn neemt me mee naar de havens van haar familie, we rijden door naar de baai waar we zouden gaan varen. Dan door naar een ander mooi uitzichtpunt waar ik de mooiste schelpen verzamel! Door naar het huis waar Jackson Pollock met vrouw woonde en de studio waarin hij schilderde. Ik ken hem van de ‘gooi-en-smijt-verf’ schilderijen, maar heb de week daarvoor een tentoonstelling gezien van vroeger werk van hem in een plaatselijk museum. Mijn achting is gestegen.

We halen koffie bij de General Store in Springs, om de hoek bij de Pollocks, die er nog net zo uit ziet als in de vijftiger jaren. Erg leuk en inmiddels natuurlijk een bezienswaardigheid, maar nog gewoon een winkel waar je voor van alles terecht kunt. Inclusief biologische maaltijden en koffie.

Vermoeid, vol indrukken kom ik zeer voldaan weer thuis. Dochter klimt door een open raam (gelukkig) want we zijn de sleutels vergeten. Binnen gekomen maken we nog wat te eten. Juist: Heldere clamchowder. Met mijn vergeten lunchboterhammen omgetoverd tot tosti’s.

Eet meer onkruid! – met dank aan hetkanWel.nl

Overgepikt van een hele leuke site over duurzaamheid.

“Wist je dat heel veel ‘onkruid’ heel goed eetbaar is? Dus de volgende keer dat je gek wordt van het zevenblad in je tuin gooi je het gewoon door de soep. Of pluk je onderweg naar huis wat vlierbessen of walnoten. Er is meer in het wild te vinden dan je denkt, zelfs in de stad, zie http://www.plukdestad.nl. Een paar onkruiden om op te eten:

Paardebloem: jonge blaadjes in de sla, oogsten hele jaar door. Ideaal voor een zuiverende voorjaarskuur: bloedzuiverend, laxerend en veel vitamine C.
Brandnetel: jonge blaadjes en toppen in de soep, oogsten in het voorjaar. Bevat veel mineralen, kalk en ijzer en zuivert het bloed.
Zevenblad: in salades, soepen of roergebakken, oogsten vroeg in het voorjaar. Smaakt een beetje naar selderij.
Komkommerkruid: bloemetjes zijn eetbaar en staan leuk in de sla of ingevroren in ijsblokjes. Trekt ook veel bijen aan.
Zuring: blad geeft frisse smaak aan salades of soepen, oogsten hele jaar door. Bladeren zitten vol met vitamine C.”

Zo da’s nog eens een positieve benadering van dat soms zó irritante onkruid in mijn tuin…

Lekkere eenpansgerechten – Spaans omelet

Spaans omelet voor 3 personen (afhankelijk van de grote van je pan, maar veel groter zou ik niet doen, moeilijk te keren nl.

Nodig:
NB: een goeie koekepan die niet plakt!
Een deksel of koekepan of bord net iets groter dan de pan die je gebruikt voor het omelet.
Een beetje handigheid in het omdraaien van gerechten in een koekepan 🙂 Al doende leer je!

Ingrediënten:IMG_5151
-per persoon 2 á 3 eieren van middelmatige grootte
-geraspte kaas 1,5 ons
-aardappelen, per persoon 2 van middel grootte, in plakjes gesneden van max. een euro dikte
-een Spaans pepertje,zonder de zaadjes
-1 ons Chorizo
-1 ui
-2 bosuitjes
-1 of 2 tenen knoflook

-Olijfolie

Je begint met de aardappelplakjes goed droog te maken met keukenpapier. Olie in de pan, 2 á 3 eetlepels en leg de schijfjes aardappel erin. Een paar minuten goed heet bakken,maar in de gaten houden dat het niet gaat walmen. Dan het vuur wat temperen en evt. een deksel op de pan, of wat olie erbij. Als de aardappels (eentje proberen!) niet meer hard zijn, de uien, knoflook en pepertjes erbij.

Nog een paar minuten bakken. Dan chorizo in stukjes erover heen. Alles egaal maken en de geklutste eieren, met de kaas er doorheen, over de inhoud van de pan gieten. Zorg dat alles goed bedekt is met het eiermengsel en zet het vuur laag.
IMG_5150 
Langzaam laten stollen. Af en toe met een spatel voelen of er niets aankoekt. Langs de kanten wat losmaken, het vloeibare naar de kanten laten vloeien door de pan scheef te houden.
Even geduldig zijn tot je voelt dat de bodem vast genoeg is. Dan een andere koekepan erop leggen of een groot deksel. Pan optillen en in een keer ondersteboven draaien. Onderkant komt boven en je laat de koek terugglijden in de pan, nu met de nog ongare kant onder.IMG_5153-1 

Dan is het een kwestie van een paar minuten tot ook die gaar is.
In stukken snijden en serveren met salade en een lekker wijntje. Yumm.IMG_5154
Het is echt de moeite van het proberen waard, want het is erg lekker. Misschien moet je een paar keer experimenteren. De mijne lukt ook niet altijd even goed. Soms zijn de eieren kleiner en heb ik er niet genoeg gebruikt, soms plakt m'n pan ondanks alles..enz. Maar de ingrediënten zijn goed en je krijgt ze altijd gaar, wel of niet in de gewenste vorm :)! 

Koreaanse stijl tofu met groentes en rijst

IMG_4682 

In Korea heb ik voor het eerst  kennis gemaakt met tubu, een soort kaas gemaakt van sojamelk. In die tijd, de 80'er jaren, was dat in Nederland een volkomen onbekend product, terwijl je het nu in iedere supermarkt kunt kopen, het ligt in de schappen bij de vleesvervangers en de vegetarische producten. In Nederland wordt de Japanse naam gebruikt: tofu. Super makkelijk om in de koelkast op voorraad te hebben. Ik gebruik de tofu meestal in een Koreaans gerecht.

Tofu 
Het blokje witte soja'kaas' is verpakt in water, waardoor je de tofu eerst goed moet drogen. Dat kan door hem een uur of wat in een vergiet te leggen met iets zwaars er bovenop, maar goed drogen met keukenpapier volstaat meestal. De verpakte versie is toch wat droger dan de redelijk verse die ik in Korea kocht en die je ook wel in Turks/Marokkaanse/Chinese supermarkten koopt.

Ik snij de tofu in plakjes van een halve cm. In een koekepan zonnebloemolie verwarmen, een bodempje. Niet te zuinig, anders gaat het plakken. Halfhoog vuur en als de olie goed warm is, de plakjes in de pan schikken en zeker 5 minuten laten bakken. De onderkant moet goudbruin zijn en dan omkeren. Als de plakjes aan beide kanten mooi bruin zijn Japanse sojasaus toevoegen, een scheutje sesamolie, wat cayennepeper en een scheutje tomatencatchup. Goed roeren en de plakjes ermee bedekken.

IMG_4258 
 
Ondertussen in een wok/hapjespan op hoog vuur groenten wokken. Eigen keus, maar mooi is een combi van groen, rood, oranje en wit. Op de foto: Broccoli, wortel en rode paprika. Een ui, wat teentjes knoflook (naar smaak) en in volgorde van gaartijd wokken. Eerst de ui, dan bijv. wortel, dan broccoli en als allerlaatst de rode paprika. Als dat klaar is ook bij de groentes wat sojasaus, sesamolie, evt. wat water en iets pittigs als cayennepeper of chilies (gedroogd in zo'n draaimolen) en zout naar smaak. Rijst is inmiddels klaar. Over de rijst de groenten en de tofuplakjes. In een droge koekepan kun je evt. wat sesamzaad roosteren en dat er nog over heen strooien.

Hmmmm. Eet smakelijk!

Koreaanse Ddukkuk=soep met plakjes rijstdeeg

Ik heb in de binnenstad een nieuwe Chinese supermarkt ontdekt met een aantal producten die ook in de door mij geliefde Koreaanse keuken wordt gebruikt. Sommige uit Korea zelf, zowaar rode peper pasta met die onnavolgbaar zoetig hete smaak van de Koreaanse rode pepers. Heel anders dan de loeihete rode pepers uit India of zo.
Verder ontdekte ik daar producten van rijstdeeg. Enigzins te vergelijken met noodles, maar dan in de vorm van, zeg maar, een dunne banketstaaf. Zo ziet het in Korea er tenminste uit. Deze Chinese rijstdeeg-staaf was enigzins plat en kort, in pakjes van 2 in een cellofaantje en het hele pakket bestond uit 6 pakjes. Genoeg voor 4-6 personen.Img_1233
De staafjes snij je in plakjes, het liefst schuin, dan heb je het meeste oppervlakte en het is Oosters.

Nu voor de soep.

Je hebt er voor nodig:
de rijststaafjes, 1 pp in plakjes
gehakt 100 gr. pp (of minder/meer)
bosuitjes of lenteuitjes
sesamolie
sojasaus
een paar eieren
zeewiervelletjes (hoeft niet per se)
bouillonblokjes

Zoals gezegd, snij de rijstdeegstaafjes in plakken
Bak het gehakt in wokolie met een beetje sesam erbij;
als het bijna gaar is water toevoegen, (een beetje op gevoel 🙂 Ik zou zeggen een liter) en bouillonblokjes naar smaak, (ik deed 1,5);
als de bouillon lekker smaakt de rijstplakjes erbij doen en laten pruttelen in de soep;
ook de in ringen gesneden bosuitjes kunnen erbij;
de eieren kloppen en een platte omelet maken. Op een bord leggen, oprollen en sliertjes snijden.
Idem met de zeewiervelletjes
de soep op smaak maken met sojasaus, (geen ketjap!, maar kikkoman bijv.) en wat extra sesamolie, evt. nog wat verse zwarte peper.
In grote kommen doen, en op de soep de sliertjes ei en zeewier.

Helaas ben ik vergeten een foto van het resultaat te maken. maar het smaakte onvervalst naar Koreaanse dduk-kuk. Yum.

%d bloggers liken dit: