Nederland kent van oudsher ‘Dankdag’. Maar die is van een heel andere orde dan ‘Thanksgiving’ in Amerika. ‘Dankdag voor gewas en arbeid’ is de enigszins statige titel van de (voorzover ik weet) uitsluitend kerkelijke viering van dankdag in Nederland. Jammer eigenlijk. Zoals zaaien en oogsten ver van ons af is komen te staan, zo is thuis dankbaarheid vieren ook een onbekend fenomeen geworden. Veel kerken hebben geen aparte samenkomsten meer. Het danken wordt meegenomen in de reguliere diensten op zondag. Nog weer een stapje verwijderd van de rauwe werkelijkheid van bloed zweet en tranen op de akkers. Ja, natuurlijk onze agrarische sector werkt niet meer als Adam met de blote handen in dorre aarde. Wij hebben computers en machines en weet ik wat al niet meer (ik ben geen boerendochter) die het zaaien en oogsten makkelijker maken. Laat de rest van de wereld maar ploeteren, bij ons ligt alles gewoon in de winkel, en als het klimaat even niet mee zit importeren we de spullen toch? Dus ja, dankbaarheid?
Thanksgiving in Amerika is als een oogstfeest begonnen. Kolonisten alias vluchtelingen (of andersom) uit Engeland hadden nauwelijks het eerste jaar in Massachusets overleefd. Meer dan de helft was overleden door ontberingen en honger. Toen er eindelijk geoogst kon worden hielden ze een dankmaal. Samen met de oorspronkelijke bewoners van de streek, de Wampanoag. Na veel hongerlijden was er eindelijk een overvloed aan eten. Op de vlucht voor de religieuze politie van de Anglicaanse kerk in Engeland waren de protestantse Puriteinen via Nederland naar Amerika gevlucht om daar een nieuw leven te beginnen. Tegenwoordig is er veel kritiek op de romantische versie van het verhaal, met name vanuit de beweging van de oorspronkelijke bewoners van het land. De komst van de blanke Europeanen heeft onbeschrijflijk veel ellende gebracht en hele stammen zijn uitgeroeid. Niet alleen door geweld, aanvankelijk ook door ziekte en alcohol. Het vieren van Thanksgiving wordt door hen als pijnlijk ervaren. Gezien vanuit hun perspectief zeer begrijpelijk.

Hoe dan ook, op het eerste oogstfeest waren meer Wampanoag aanwezig dan Puriteinen. Ze brachten geen pompoentaart en cranberries mee maar, volgens een ooggetuigeverslag, vier herten.
De Thanksgiving-viering, zoals Amerika die nu kent als familiefeest, begon in feite pas in de 19e eeuw. Hier en hier staan leuke artikelen daarover.
Waarom dit hele verhaal? Omdat ik de traditie in Nederland zou willen introduceren. De commercie heeft Black Friday helaas wel overgenomen (koopjesdag na Thanksgiving in de VS), maar heeft het Dankfeest laten liggen. Maar danken in familie- en vriendenkring is fantastisch. Om de tafel, met feestelijk eten en even niet over meer, maar over wat er allemaal al is om dankbaar voor te zijn. Dat hoeft niet eens perse een christelijk feest te worden, hoewel danken wel een richting naar Iemand lijkt te hebben. Het is helend en verrijkend. Voor het eerst sinds jaren vierden wij het deze keer met vrienden. Tijdens het eten, tussen de kip (nee, geen kalkoen..) en de pompoentaart in namen we een moment om persoonlijke ervaringen te delen waar we waar we God voor wilden danken.
We zongen een lied en we lazen een oogstpsalm (psalm 62). Niks bijzonders zou je zeggen, maar de setting van een feestmaal, het intieme van het delen van onze dankpunten en het altijd vreugdvolle van samen zingen en vervolgens samen God danken en loven, maakten het verrassend mooi.
We zeiden bij het afscheid, ‘dit is iets wat we als huiskringen zouden kunnen doen volgend jaar!’ En zo is er misschien een nieuwe traditie geboren. Daar hebben we geen Puriteinen of kalkoenen voor nodig. En we hoeven er ook geen werelddeel onterecht voor te veroveren. Het is simpel gezegd een Dankbaarheidsfeest.