Hysterisch historisch, Tafeltranen en Breakdance

Negen jaar heb ik bij ons om de hoek, in het Westbroekpark in Scheveningen, de Parade (een rondtrekkend theaterfestival) opgebouwd zien worden. Wel eens over het terrein gelopen maar nooit een voorstelling gezien. Tot mijn vriendin Ans zei dat ze nooit iemand kon vinden die met haar mee wilde naar de Parade. Dat was een goeie aanleiding om samen af te spreken op het festival in Utrecht, in het Moreelse park. Het weer was schitterend en het was alsof we even op vakantie waren, in Franse sferen. Het theaterfestival wordt een weeklang gehouden en op het terrein worden allerlei tenten en paviljoenen gebouwd. Veel lijken zo uit het begin van de vorige eeuw te komen en zijn of echt antiek of knap nagemaakt. Er staat een vintage draaimolen, er is een kinderprogramma en overal kun je eten en drinken. De ambiance is geweldig.

Mijn vriendin had een selectie gemaakt van drie voorstellingen, elk van een half uur en ik sloot me erbij aan. Het karakter van alle optredens op de Parade is enigszins bizar en absurdistisch, dat wist ik van tevoren. Verder had ik geen idee wat te verwachten. We begonnen bij ‘Tisch und hihi tranen’, opera-achtig theater. Met drie spelers, twee vrouwen en een man. In een krappe ruimte met houten banken, waar we hutje mutje zaten. Ik begreep er weinig van, maar de nabijheid van de spelers, hun theatrale expressie en de muziek van Purcell, die de droefheid der mensheid moest uitdrukken, raakte me toch. Iets van een rauwe klacht klonk erdoorheen. Vooral Dido’s Lament, gezongen door Benjamin Meirhaeghe, de maker van het stuk, bezorgde me kippenvel. Lees hier de lovende recensie in de Volkskrant.

Na een half uur gingen de deuren van het snikhete minizaaltje weer open en konden we door naar de volgende: Hysterisch Historisch, de geschiedenis der mensheid in 30 minuten. Via ludieke methodes, waaronder ballen gooien, kon het publiek kiezen waar de geschiedenisles over zou gaan. Geheel ‘democratisch’ kwamen we tot het onderwerp Griekse Liefde in de oudheid.

Daar gaan we dan, dacht ik. Ik had liever een ander onderwerp gekozen, haha. Wat volgde was (uiteraard) een ludieke, maar toch leerzame les over wat die Griekse liefde inhield. Het kwam er op neer dat Griekse mannen grenzeloos hun gang konden gaan, ten koste van slaven, slavinnen en vrouwen. Naderhand hadden vriendin en ik nog een interessant gesprek over de christelijke seksuele moraal die vooral tegen deze achtergrond revolutionair moet zijn geweest. Vriendin ziet alleen onderdrukking in de kerk. Dit was een nieuw perspectief. Gelijkheid van man en vrouw in het huwelijk. Geen misbruik van slaven en/of slavinnen. Monogamie. Voor vrouwen was dat een ware verheffing. (1 Kor.7:1 – 5; )

Het is goed voor een man om niet te trouwen. 2 Maar om te voorkomen dat jullie verkeerde dingen gaan doen, is het toch beter om te trouwen. Iedere man moet zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. 3 Het is goed voor een echtpaar om regelmatig met elkaar naar bed te gaan. 4 Als de man graag wil, moet zijn vrouw geen nee zeggen. En als de vrouw graag wil, moet de man geen nee zeggen. 5 Het kan gebeuren dat je samen afspreekt om een poosje niet met elkaar naar bed te gaan. Bijvoorbeeld omdat je meer tijd wilt hebben om te bidden. Maar daarna ga je weer gewoon met elkaar naar bed. Anders krijgt de duivel de kans om je te verleiden tot verkeerde dingen, omdat je je niet kan beheersen. (Basisbijbel)

Na deze ongezochte maar toch leuke verdieping kregen we nog een half uur breakdance en acrobatiek te zien door de Ruggeds. Blijkbaar erg bekend door World of Dance. Een competitie op TV. De grootste theaterzaal was dan ook afgeladen vol. Gaaf om te zien, maar soms wat lang uitgesponnen scenes voor onze smaak. Maar het publiek was laaiend enthousiast.

Wij waren klaar. De hitte in de zaaltjes was vermoeiend en we waren toe aan verkoeling en wat te eten. Het leek of we dagen weg waren geweest, zo compleet is de ervaring. Bij een biertje en een lekkere hap praatten we nog een tijd na. Onder de koele schaduw van hoge bomen en een zachte avondwind.

Kazim sagt ‘nein’ – reisperikelen

Goed op tijd arriveer ik op Jolly Grant (:))Airport in Dehra Dun. Echtgenoot mag niet mee het gebouw in dus op dat moment begint mijn reis terug naar Nederland. Ik rol mijn twee lichtgewicht, fel oranje koffers naar de incheckbalie en wordt vriendelijk geholpen. Handkoffer is te zwaar dus die moet ingecheckt, over gewicht wordt niet gezeurd. Ik ben zo opgelucht dat ik geen bezwaar maak wanneer blijkt dat ik bij mijn overstap in Frankfurt de bagage opnieuw moet inchecken. Ben al lang blij dat ik er straks in Delhi niet mee hoef te zeulen.

We vertrekken op tijd voor de korte vlucht naar Delhi. Daar heb ik ruim de tijd, dus alles loopt voorspoedig. Als we opstijgen voor de vlucht naar Frankfurt is er de gebruikelijke mededeling van de piloot over weer en route. Denk ik. Dan spits ik mijn oren want er wordt iets gezegd over ‘rerouten’. Storm misschien? Nee, als gevolg van spanningen tussen Pakistan en India is het luchtruim waar wij doorheen zouden vliegen gesloten. Hmm. Nooit bij stil gestaan dat dit mijn vlucht zou beïnvloeden, eerlijk gezegd. Het blijkt dat we twee uur langer over de vlucht gaan doen! Dat is balen, want zoveel overstaptijd heb ik niet straks in Frankfurt. Dat ga ik nooit redden. Ik kijk om me heen. Springen er mensen op in paniek, is er verrassing, verbazing, verbijstering? Nee, geenszins. Het lijkt erop dat iedereen zijn/haar eindbestemming zal bereiken in Frankfurt.

Er komen geen verdere mededelingen van piloot of staf. Dan zelf maar informeren. Nee, die vlucht ga je niet halen, zegt de steward laconiek. Wordt er voor een andere vlucht gezorgd? Daarvoor moet ik me straks op het vliegveld tot Air India wenden. Aangezien ik op 3000 meter hoogte verder niets kan doen leg ik me er maar bij neer. Ik zie het straks wel. Ondertussen gaan er wel allerlei gedachtes door me heen. Onze ophaler moet ingelicht. En mijn telefoon is minder dan halfvol..

Eenmaal geland in Duitsland (19.40) ren ik zo hard ik kan (niet erg snel dus) naar de bagageband. Zonder enige zin want mijn koffers komen natuurlijk bijna als laatsten tevoorschijn. Is er een karretje? Ja, maar er moet een muntje in…wie heeft dat nou weer verzonnen. Mijn roepies passen niet dus, hoppa, rennen weer, nu met mijn oranje gevaartes. Waarheen? Ik kan alleen maar de aankomsthal in waar blije mensen staan te wachten. Maar ik moet hier helemaal niet zijn, ik moet weer vertrekken. Buiten adem meld ik me bij Lufthansa (20.35), kan ik nog mee? Waarmee, vraagt een dame glazig. Als ze hoort welke vlucht (20.50) ik bedoel zegt ze resoluut: Nee. Onmogelijk. Ga maar terug naar Air India. Volgende vlucht is morgen om 9 uur. Ik baal. Nu weer zoeken in de gigantische vertrekhal naar een Air India-loket. De hal is verlaten en het duurt even voor ik het vind. Een persoon is nog aanwezig.

Hij stelt me gerust en helpt met het omboeken van de vlucht en zegt dat hij een hotel gaat reserveren. Als hij gaat bellen zie ik zijn gezicht betrekken: het hotel is vol. Nou, zeg ik, dan bellen we een ander hotel. Nee, alleen dit hotel mag gebeld van de leiding. Ik zucht. Kijk moeilijk en kondig aan dan maar in de hal te gaan slapen. Hij kijkt bedenkelijk. Dan zet ik vol in op mijn oudere leeftijd en het feit dat ik een alleenreizende vrouw ben. Hij gaat alsnog bellen en zoeken. Hij noemt een Transithotel, geen idee wat dat is, maar ik vind het best. Als Schengen-inwoner heb ik daar eigenlijk geen toegang, maar…hij doet zijn best. Na veel bellen en praten is het zover. Met mijn nieuwe incheckkaart, zonder koffers (achtergelaten bij Lufthansa) lopen we naar het gedeelte van het vliegveld waar dit hotel zich bevindt. Het is internationaal gebied dus ik moet weer door paspoortcontrole.
Voor we daar zijn stuiten we echter op Kazim. Als een soort Petrus bij de hemelpoort moet hij mij toegang verlenen tot de paspoortcontrole. Hij bekijkt mijn incheckkaart en zegt dan ferm: Nein. De vlucht is morgen, dus ik mag pas morgen naar binnen. Hij is onvermurwbaar. ‘Nur um nul uhr’ mag ik naar binnen. Ik ben in Duitsland, merk ik. Het is 22.30 uur. Opnieuw springt mijn beschermengel bij. Op de een of andere manier lukt het hem een document te bemachtigen wat Kazim over zijn hart doet strijken. Komm mal herein. Ik vermoedde in een soort asielzoekersopvang terecht te komen, maar het hotel is prima. Na India waan ik me in een vijf sterrenhotel! Om 11.30 lig ik in een brandschoon bed na de eerste echte douche in twee maanden. Later lees ik dat de kamer 200 euro kost.

Zonder verdere problemen land ik de volgende dag in Nederland. Alwaar het gewone leven wachtte en de grijze regenluchten van Holland. Maar ook de familie, ons huis en het comfort van de Nederlandse welvaart. Even de tijd nemen om te landen.

Kerstpakketten en Athene

Het draaiboek wordt bijgehouden tot op de kleinste details. Plakbandrollers, dozen, boodschappenlijsten, vrijwilligerslijsten en heel veel meer grote en kleine lijstjes. De voorbereidingen beginnen al in oktober en duren tot de dag er dan eindelijk is. Dan nog zijn er op het moment suprême benodigdheden die ontbreken…’Ik dacht dat jij die zou meenemen!’ ‘ Ik weet nergens van..!’ Gelukkig zijn er altijd winkels waar op het laatste moment nog spullen gehaald kunnen worden en is thuis dichtbij genoeg om even op en neer te fietsen.

Zo start de zoveelste editie van de Kerstpakkettenactie IJsselstein 2018 op 17 december. Her en der worden dozen vol met voedselproducten en speelgoed opgehaald. Een aantal scholen hebben verzameld, particulieren brengen tassen vol, bedrijven sponsoren en supermarkten leveren tegen korting (soms) en hier en daar gratis producten. De hal van het gebouw Het Kruispunt waar alles zich afspeelt, staat afgeladen vol.

we verzamelen alles in de hal

Al jaren voeren de gezamenlijke kerken in IJsselstein (verenigd in het Diakonaal Overleg IJsselstein) deze actie. Klein begonnen maar inmiddels worden er zo rond de 230 pakketten bezorgd in Ijsselstein. De adressen krijgen we van sociale organisaties en de kerken. Dit jaar uiteraard met toestemming van de ontvanger in verband met de wet op de privacy. In vorige jaren was het meestal een verrassing. Nu niet meer helaas.

In de loop van de dag wordt de giga berg spullen langzaamaan gesorteerd in categorieën. Op lange tafels in de vorm van een U. Scholieren die een maatschappelijke stage lopen vouwen 230 dozen in elkaar. En uur na uur lopen vrijwilligers langs de tafels om pakketten samen te stellen voor gezinnen, alleenstaanden of echtparen. Ik ben iedere keer weer onder de indruk van de gigantische hoeveelheid producten die in een korte tijd volledig op zijn, verdwenen in de dozen die weer door andere vrijwilligers bezorgd worden in het stadje.

Een behoorlijk inspannende actie, voor een relatief beperkte groep mensen. Maar ieder jaar een succes.

Van een heel andere orde is de actie ‘We gaan ze halen’. Vrijdag de 21e december vertrekken rond de 60 auto’s met chauffeurs en bijrijder en een grote bus naar Athene om daar oorlogsvluchtelingen, die in mensonterende omstandigheden leven, een hart onder de riem te steken. En wellicht er 150 mee terug te nemen. Hoeveel kans van slagen dat zal hebben? Weinig denk ik. Er is officiële toestemming nodig van de Griekse regering om mensen mee te nemen en eveneens van de Nederlandse regering. Zullen ze die krijgen? Niet waarschijnlijk. Is de actie daarom zinloos? Ik geloof het niet. Deze actie is een statement. Waar ik me helemaal in kan vinden. Iets moet er gedaan. We kunnen mensen toch niet zomaar laten creperen?

Als ik eenzaam was of arm in IJsselstein en iemand kwam mij een kerstpakket brengen zou ik blij verrast zijn. Er wordt aan me gedacht! Als ik vluchteling zou zijn in een kamp in Griekenland zou ik me gesteund en gezien weten als er opeens een paar honderd mensen voor mijn neus staan die het niet langer konden uithouden en hun comfortabele kerst-met-kalkoen opgeven om mij te laten weten dat we niet vergeten worden. En even komen delen in mijn misère. Is dat ook niet de essentie van kerst? God die onze misère kwam delen?

Gezien worden. Gekend worden. Wij kunnen het een ander maar in kleine, gebroken beetjes geven. Maar het is Jezus imiteren Die ons ook kwam opzoeken in onze gebrokenheid om echte hoop te bieden. Vergeving en een nieuw leven. In IJsselstein of Athene, ik kijk er halsreikend naar uit!

Behouden vaart naar Athene en dat alle kampen waar geleden wordt snel verleden tijd mogen zijn!

Waarom stierf Pieter van Katwijk niet thuis?

Op een dinsdagochtend trek ik naar mijn geboortestad, Schiedam. Het is een van die herfstdagen waarop de hemel eindeloos hoog lijkt en staalblauw is, de zon nog warm aanvoelt en de atmosfeer zo helder is dat alles mooi lijkt. Zelfs de verpauperde Hoogstraat in het centrum van de stad krijgt een soort allure. Ik sta voor het gebouw waar Pieter van Katwijk, een van mijn voorvaders van moeders kant in de vroege 19e eeuw zijn laatste dagen of weken doorbracht. Het is een imposant bouwwerk, in neo-klassieke stijl gebouwd en lijkt eerder een Griekse tempel dan een Tehuis voor ouden van dagen en zieken, wat het toch eeuwen was. Nu huist het Stedelijk Museum er. Hoe Pieter zich hier gevoeld heeft is niet te zeggen. Hij was dertig, ziek en is er gestorven.

Ik loop het voorplein op en probeer me in te denken hoe het hier geweest moet zijn. Het is 1813. Napoleon is net verslagen. Schiedam is in transitie na een roerige tijd.  De stad moest niets hebben van de rijke regenten die de stad bestuurden en tijdens de Bataafse Republiek heersten enthousiaste republikeinen veelal vanuit de burgerbevolking. Er ging een ware geest van revolutie door het land. 

Pieter was gereformeerd en zal oranjegezind geweest zijn en zich niet gemengd hebben in de opstand. Hij groeide wel op tijdens een turbulente periode in zijn stad en land. Geboren in 1783, gestorven in 1813, zo’n beetje de hele revolutionaire periode en de regering van Lodewijk Napoleon. 

Op zijn overlijdensakte staat dat hij kuiper was. Een ambacht dat veel voorkwam in Schiedam vanwege de visserij en later de jeneverindustrie. De tonnen werden daaraan geleverd. Het was een zwaar, fysiek beroep. Had zijn vroege dood daar iets mee te maken? Een bedrijfsongeval? 

Twee dingen intrigeren me: de jonge leeftijd waarop Pieter sterft (zelfs voor die tijd) en meer nog, dat hij in het Jacobs Gasthuis sterft. Ik heb al heel wat overlijdensaktes verzameld uit de 19e eeuw, maar tot nog toe sterven alle voorouders thuis. Ook de kinderen, soms wel vijf of zes in een gezin, sterven allemaal thuis. 

Pieter echter is naar het Gasthuis gebracht. Dat functioneerde toen eigenlijk als een opvang van de Hervormde Kerk voor ‘ouden van dagen’ (boven de veertig) en behoeftigen. Je ziet op de overlijdensakte dat de twee mannen die zijn dood komen melden op het gemeentehuis ‘oude’ mannen zijn van in de zestig. 

Dit vraagt om nader onderzoek en het bekijken van de archieven van het Jacobs gasthuis om te zien of ik zijn naam kan terugvinden en wellicht een doodsoorzaak. Pieter liet twee jonge kinderen en een weduwe na. Gelukkig kreeg zoon Jan van Katwijk een talrijk nageslacht en verging het hem economisch een stuk beter. Hoewel hij bij zijn huwelijk nog een akte van onvermogen (armoede)  moest aanvragen om onder het betalen van leges uit te komen (en tegelijk zijn maand oude dochtertje Maria echtte), bouwde hij in de loop van zijn leven een handel in verf op. 

De zaak werd voortgezet door Jacob Jansz., mijn betbetovergrootvader. Het werd een familiebedrijf dat tot in de jaren zestig van de 20e eeuw bekend was als Van Katwijks Glas- en Verfhandel in Schiedam.

advertentie uit 1956


Jacob Jansz 1830-1915          Jan Jacobsz 1856-1955      Jacob Jansz 1894-1949

Ook mijn opa Jacob Jansz is begonnen als huisschilder bij zijn vader Jan Jacobsz, maar volgens mijn moeder was hij daar erg ongelukkig mee. Al gauw werd hij ambtenaar bij de Raad van Arbeid (een voorloper van de Sociale Verzekeringsbank) in Rotterdam, waar hij tot zijn dood in 1949 gewerkt heeft. De verfhandel was toen al in handen van nazaten van zijn broers. Pas in 1955 overlijdt zijn vader Jan, nogal eenzaam, in een verpleeghuis in Vlaardingen, 98 jaar oud.

Op die blinkende herfstdag heb ik door Schiedam gelopen. De straten gezocht waar het verhaal van mijn familie zich heeft afgespeeld. Slechts een familielijn. Met zoveel verhalen van armoede, kindersterfte en keihard werken. Van verbeterende levensomstandigheden, maar net zo goed met de moeiten van het leven. Een broer van mijn opa verongelukt jong in 1929 werk.

krantenbericht 1929

Er wordt een gehandicapt kind geboren. Het oudste dochtertje van mijn opa en oma, Marietje, overlijdt als kind. Zoveel verhalen. Ik probeer ze in hun tijd te plaatsen. Wat gebeurde er om hen heen? Hoe stonden ze in het leven? Ze waren allemaal lid van de Hervormde cq Gereformeerde kerk. Uit familieberichten spreekt geloof en liefde. 

Het fascineert me bovenmate. Er zullen nog wel tochten volgen naar mijn bakermat Schiedam. En verhalen!

Grofbaan Schiedam uit de beeldbank van het archief. In deze steeg werd JanPietersz. van Katwijk geboren in 1808. Inmiddels is deze steeg afgebroken en staat er nieuwbouw.

*bron o.a Geschiedenis van Schiedam van dhr. Feyst, een uitgave uit 1975 en verder het geweldige Schiedams (Beeld)Archief.

 

Vakanties en vreemde ogen

Vreemde ogen dwingen, zeggen ze wel. Maar vreemde ogen zien soms ook dingen die je zelf niet (meer) ziet. Neem vakanties bijvoorbeeld. De hoeveelheid vrije dagen die wij in Nederland hebben is in de ogen van veel buitenlanders ongelooflijk. Onze dochter keerde na vijf jaar New York terug en was stomverbaasd (na de harde werkelijkheid van Amerikaanse werkomstandigheden) dat hier aan de telefoon doodleuk gezegd wordt bij de meest officiële instanties: Oh sorry, die is er pas volgende week weer, hij heeft wat vrije dagen opgenomen. Ze belde met een instantie (als de Zorgvergelijker of iets dergelijks) en stelde haar urgente vraag over verzekeringen ‘na verblijf in het buitenland.’ Degene die de telefoon beantwoordde wist er zo gauw geen antwoord op. Bij de volgende vraag bleef het ook stil. Dochter vroeg ‘vriendelijk’ of er misschien iets was wat hij wel wist, waarop hij moest lachen en eerlijk antwoordde dat hij alleen was ingehuurd om de telefoon te beantwoorden.

‘Dat zou je in Amerika nou echt nooit horen’ sprak een verontwaardigde terugkerende emigrant die nog in een cultuurschok verkeerde. De maanden juli en augustus spendeerde ze veel tijd aan nutteloze telefoontjes, waarbij het antwoord meestal was dat ‘die en die op vakantie was’.

Later op haar werk werd ze geconfronteerd met de realiteit dat in Nederland veel vrouwen in deeltijd werken. Als vervangend management-assistent via Tempoteam bestond een groot deel van haar werk in het regelen van afspraken met artsen en zorgverleners die allemaal op verschillende dagen werkten en ook nog eens verspreid over het hele land, op verschillende locaties.  Een ingewikkelde klus. 

Laatst las ik in de krant dat we het beste pensioenstelsel hebben vergeleken met veel Europese landen en zeker ook met Amerika. En vandaag nog las ik in het Nederlands Dagblad hoe goed onze kindercultuur ontwikkeld is. Uit de hele wereld komen hier mensen uit onderwijs, media en culturele instellingen kijken hoe wij dat doen. Dat speelse, interactieve leren.

Maar dan toch nog even die vakanties. In India kent men dat ook niet. Echtgenoot is gevraagd om een semester te gaan doceren daar. Maar de definitieve beslissing blijft uit zolang een aantal zaken nog niet formeel geregeld zijn. Dat vraagt wat tijd, want ja, inderdaad. Degene die daar verantwoordelijk voor is, is namelijk met vakantie… Je schaamt je bijna om dat te zeggen tegen hardwerkende rectoren die niet met pensioen kunnen en zes dagen per week werken…..

Toch zie ik het als een zegen. Er is in onze cultuur ruimte voor gezin en vrije tijd. Voor ontspanning en samenzijn. Als wij ervaren dat alles zo ‘druk, druk’ is, moeten we misschien weer even door ‘vreemde’ ogen naar ons leven kijken. Echt we leven in een paradijsje.

Kunst in Wassenaar

 

“Zullen we samen een dagje weg”, vraagt mijn oudste dochter. Daar zeg ik nooit nee op. Altijd een voorrecht om met een van je volwassen kinderen op pad te gaan! We kiezen voor Wassenaar, Museum Voorlinden. Ik had er al eens over gelezen, maar wist niet meer exact hoe of wat. Moderne kunst, dat wist ik nog wel.

IMG-20180920-WA0017

Als we aankomen zijn we direct onder de indruk nog voor we binnen zijn. De locatie zelf is al schitterend. Het nieuwe, imposante gebouw staat op een oud landgoed, Voorlinden, met prachtig aangelegde tuinen door meester hovenier Piet Oudolf. Grote, weidse borders met luchtige pluimgrassen en veel bloeiende (herfst)bloemen. Glooiende weides die overlopen in duin en bos. Tussen de zee en Voorlinden ligt het natuurgebied Meijendel. Het landhuis in Engelse stijl is ruim honderd jaar oud en wordt als restaurant voor het museum gebruikt (ook voor wandelaars op het landgoed toegankelijk).

In het museum (helaas kunnen we onze museumjaarkaart niet gebruiken) lopen we eerst te genieten van de ruime, lichte atmosfeer. Veel hoge raampartijen geven het museum veel ademruimte. Er zijn twee exposities en een opstelling uit de vaste collectie.

We beginnen bij de moderne: Stage of Being. Moderne Kunst vind ik altijd een soort hersengymnastiek. Je ziet iets, je denkt ‘hmm’, vervolgens lees je de duiding (in soms onnavolgbare, gezwollen conservator-taal) in de hoop op meer begrip  en dan denk je alsnog ‘hmmm’, of ‘aha!’ afhankelijk van de uitleg. (Ik neem ook innerlijk afstand van  het verhaal in de gids: Ooit boden religies antwoord op leegte en eenzaamheid, maar nu…)

Stage of Being is zeer gevarieerd. Aan sommige objecten, duidelijk bedoeld om te ‘ontregelen’ loop ik voorbij. Vooral de zeer erotisch geladen (softporno-achtige) exemplaren: ‘wie ervoor staat wordt gedwongen tot voyeurisme’ lees ik in het voorbijgaan op een bordje ernaast. Genoeg om door te lopen dus. Ik hou er helemaal niet van ergens toe gedwongen te worden, zeker niet tot het voyeurschap!

Goed, er was meer dan dat. Installaties die me wat betekenis betreft niet zoveel doen maar wel boeiend zijn. Mooie structuur, mooi materiaal, sterke vormen. Of grappig.  Twee voorbeelden zie je bovenaan de pagina. Links een gehaakt object van
Louise Bourgeois, met, zeg maar, ‘moederlijke’ vormen. Rechts een mensfiguur van ‘Mass’ van Antony Gormly dat in de lucht ‘hangt’, driedimensionaal is en gemaakt van aan elkaar gelaste korte staafjes. Enorm, wat een vakmanschap!

We zagen veel. Het zwembad waar je onder het water kon lopen, de reuze man en vrouw

IMG-20180920-WA0007

IMG-20180920-WA0004

 

het doolhof van hoge bronzen wanden, de mini-liftjes, en eindeloos veel creatieve dingen, groot, klein, heel abstract, soms realistisch. Maar zo gevarieerd dat het leuk bleef. Een installatie gebouwd van houten kozijnen uit traditionele Chinese huizen die werden afgebroken vanwege de vooruitgang is een van de hoogtepunten! Het is gebouwd als een grote kamer en gevuld met lampen die weerkaatst worden aan de zijkanten en boven en onder door spiegels. Een fantastisch effect!

 

Daarna, na de lunch, het tweede deel. Ook interessant, maar de energie was tanende. De lichte, frisse schilderijen van de Amerikaanse kunstenaar Wayne Thiebaud (1920). Thiebaud vat vormen samen in die van een ‘taartpunt’. Ieder object dat hij schildert, vooral heel gewone, zoals een knakworst of een ijsje, of een taartpunt schildert hij afzonderlijk van elkaar. Hij maakt geen mooi gerangschikte composities. Alles lijkt ook wat in de lucht te hangen. Apart. Maar ik vond zijn kleurgebruik erg mooi. IJsblauw, parelmoer, azuur.

IMG-20180920-WA0008

Er hing veel moois. Maar na nog een uur kijken naar al deze ijsjes en taarten waren we zelf daar ook wel aan toe.

Thiebaud is te zien tot 28 oktober 2018
Stage of Being tot en met januari 2019

Ook nog te zien Rhapsody in Blue. Een opstelling van kunst in het bezit van het museum met Blauw als thema. Mooi gedaan.

Een bezoek meer dan waard (E15) en een tweede ook nog wel!

Foto’s Jesseka Batteau

 

Maart

Maart was een drukke en intensieve maand. Niet alleen lijkt iedereen in mijn familie jarig te zijn (waaronder ikzelf en echtgenoot), het was ook nog verkiezingscampagne! Voor het eerst van mijn leven stond ik op een lijst voor de gemeenteraad. Niet dat ik nu verkiesbaar was, want nummer vier, en dat is, in de plaats waar ik woon, voor de ChristenUnie een onbereikbare droom. Het ging in de campagne dus om een goeie enkele zetel. En dan tellen alle stemmen. Dat zie je maar in de plaatsen waar na de verkiezingen nog hertellingen plaats vonden, met 1 stem verschil kon je een restzetel winnen of aan je neus voorbij zien gaan.

Campagne activiteit 

Campagne voeren is wel uit je comfortzone stappen merk ik. Ik ben niet goed in (mezelf) verkopen en dat moet je toch wel kunnen als je in een campagne zit. Maar gaandeweg kreeg ik er lol in. Opnieuw door te werken op mijn eigen manier. In het klein, met de mensen die ik ken en in mijn directe omgeving. Ik ben echt overtuigd ChristenUnie lid. Kan me vinden in de waarden van de partij en dat helpt bij het anderen enthousiast maken.

Maar politiek blijft lastig. Je kunt idealen hebben, ideeën en plannen, maar de praktijk is zo weerbarstig. Compromissen sluiten is onvermijdelijk. Ieder standpunt ligt genuanceerder dan simpel ja of nee. Ik merkte dat toen ik de kieswijzer invulde van onze gemeente. Ik kwam tot mijn grote schrik uit bij de lokale partij! Toen ik mijn antwoorden vergeleek met de standpunten van de plaatselijke CU begreep ik wel waarom. De kieswijzer dwingt tot ja of nee. Terwijl de CU hele genuanceerde posities inneemt. Populistische partijen kunnen niet zoveel met nuances. Gedwongen tot ja/nee keuzes kwam ik dus toch uit bij die partij die totaal niet mijn ideeën vertegenwoordigt.

ChristenUnielunch met Taalmaatjes

Het leukst tijdens de campagne vond ik de lunch met een aantal van mijn taalvriendinnen uit verschillende landen. Ik had wat campagnemateriaal in huis gehaald en de lijsttrekker was er. De dames mochten allemaal stemmen, sommigen voor het eerst. Een Somalische zei dat ze stemmen leuk vond en altijd (ze was al 11 jaar in Nederland) meedeed. Een Syrische dame stemde voorheen PvdA, omdat Wouter Bos ervoor gezorgd had dat ze met haar gezin weg kon uit Ter Apel. Een dame uit Taiwan stemde VVD, want dat stemde haar Nederlandse man. Zo persoonlijk ligt een stem dus. Dit keer gingen ze allemaal voor mij stemmen 🙂

Helpen bij NLDoet

Als Denk in onze stad was geweest zou die weleens aardig wat stemmen hebben kunnen krijgen. Hoewel er ook weer veel negatieve gevoelens zijn over de Turks/Marokkaanse gemeenschap waar mijn taalmaatjes tussen wonen. Drugs, overlast door jongeren, de klacht is vaak hetzelfde. Dus in hoeverre zo’n Turks islamitische partij dan stemmen wint onder moslims uit andere landen?

Ik had trouwens voor de lunch kippensoep met linzen gemaakt, maar vergeten om halal kip te kopen. Twee vrouwen sloegen de soep over. Volgende keer op tijd langs de toko. De Syrische, ook moslima, deed er niet moeilijk over en vond dat de twee Somalische dames gewoon de soep van Margreet moesten eten. Voordat er ruzie ontstond gauw het onderwerp verandert.

We kregen 120 extra stemmen dit keer. In alle wijken een stel meer. Toch mooi als je beseft dat de PvdA nu kleiner is dan de ChristenUnie hier.

Slow Traveler – Lukas Batteau

Bron: http://www.ekko.nl/productie/lukas-batteau-1

Op 22 maart kun je opnieuw kennismaken met de muziek van Lukas Batteau. Dan is de releaseshow van zijn laatste CD: Slow Traveler. Muziek en teksten die me raken. Ik ben natuurlijk niet objectief, maar ik heb wel mijn muziekvoorkeuren. En de muziek en teksten gaan ergens over. Je hoort in de teksten de pijn en wrijving van het leven doorklinken. Maar ook hoe die wrijving een soort slijpen is wat tot inzicht en diepere levenservaring leidt.
Zoals bijvoorbeeld in Telescope, het eerste lied dat hij schreef na een periode van burnout: We having nothing to prove…
In het lied hoor je de bewuste acceptatie van onze menselijke beperking en hoe die in feite leidt tot het gebruiken van juist datgene waar we goed in zijn. Ongeacht waardering, hoe fijn die ook is. Maar een mens leeft niet bij de gratie van die waardering.

Wat roem kan doen met een mens hoor je in het nummer Car Crash, een van mijn favoriete nummers omdat de stem zo mooi warm en melodieus is. Lukas schrijft daarover zelf dit:

“Een schip op het strand is een baken in zee”. It’s a Dutch expression and it means something like “A ship on the beach is a beacon to the sea”. It’s the first line of my new single The Car Crash that is out today.

I remember seeing a picture of Amy Winehouse, taken by some paparazzi photographer in the middle of the night. You see her getting out of a taxi with her husband, ghastly pale and thin, she looks like she’s on the verge of death. It’s an ugly sight. But somehow we glorify it, hence the crowd of photographers. We love seeing it happen. Fame is hell someone wrote, and to me that picture portrays it most vividly.

Kom zelf luisteren!

Ekko releaseshow 22 maart!

Voor 10 euro kun je een avond genieten!
Voor 20 euro kun je een avond genieten en heb je de CD. (Ook via mij te bestellen)

%d bloggers liken dit: