DOG
De Dog, die zwarte, (zie eerdere blogs) is vertrokken. Ik merk duidelijk verschil met, zeg, 2 maanden geleden. Het was toen iedere dag bikkelen, nadenken over hoe het onbehagen te bezweren, verdragen, verzachten. Dat is heel inspannend merk ik altijd weer. Van al dat gedenk en al die bewuste keuzes wordt een mens moe.
Het meest sprekende kenmerk van terugkeer naar normaliteit is het me niet voortdurend bewust zijn van mezelf. Maarten van Buren schreef in Kikker gaat fietsen, een boek over zijn depressie, dat depressie een soort super bewustzijn teweeg brengt. Maar dan één die alleen het negatieve, het zware en het moeizame waarneemt. Dode vogeltjes en onkruid en de rotzooi in huis, zeg maar. In feite een bewustzijnsvernauwing. Het kost dus enorme inspanning om jezelf steeds er weer van te overtuigen dat het niet de hele werkelijkheid is die je ervaart, maar dat het de depressie is die de werkelijkheid vervormt. Zoals een bril met te sterke (of zwakke) glazen het zicht beïnvloedt. En soms is iedere inspanning tevergeefs. Van Buren gaat fietsen, 100 km of meer om te voorkomen dat het zo ver komt. Goed van en voor hem. Dat zit er voor mij niet in, maar naar buiten gaan is zeker een wapen in de strijd geworden. Lopen, wandelen, fietsen, de deur uit!
De depressie is grotendeels voorbij wanneer de dingen weer ‘vanzelf’ gaan.
Als ik niet bij iedere stap hoef te denken: oh nee, ik moet weer een stap zetten, bij wijze van spreken.
Als ik mezelf weer hoor denken dat ik ‘even’ dit of dat zal doen. Gewoon…éven. Moeiteloos.
Als ik ’s ochtends wakker word en niet gelijk denk: kon ik maar blijven slapen.
De gewoonste zaken worden gelukzalig als ik ze zonder denken kan doen. Ik heb geen grootse dingen nodig, haha. Geef mij maar een dagje huishouden (niet mijn hobby) zonder die donkere schaduw en ik ben gelukkig.
Wat maakt dat de depressie ontstaat en ook weer verdwijnt? Wie zal het zeggen. Natuurlijk zijn er factoren die (in mijn geval) maken dat het risico op depressie groter is. Vermoeidheid. Teveel of te lang geen ‘eigen’ tijd hebben (voor mij altijd een lastige omdat het zo trendy en egocentrisch klinkt, vroeger hadden mensen ook geen eigen tijd..). Maar het is de tijd die ik nodig blijk te hebben om prikkels (die waren er vroeger minder??) te verwerken, tot mezelf te komen, enzovoort. Ik wil dat eigenlijk allemaal niet nodig hebben. Anderen lijken eindeloos door te kunnen gaan, zonder daar last van te hebben. Ik doe dat ook wel, maar de reactie komt later en is meestal onvoorspelbaar. Dát vooral is moeilijk te verteren. Wanneer je ergens huiverig over bent en het dan toch maar doet, gebeurt er niets en doorsta je alles prima. De volgende keer doe je hetzelfde en je valt op je gezicht.
DOCHTERS

Dochter-1 kwam terug van haar bewogen reis naar Korea en Dochter-2 uit New York is geweest voor 10 dagen. Het was goed. Maar wat gaat de tijd angstaanjagend snel voorbij! Toen we Dochter-2 weer afzetten op Schiphol na 10 dagen, leek het nog geen dag geleden dat we haar ophaalden!
Als gezin zijn we met een hele club van jong en oud naar het Instituut voor Beeld en Geluid geweest en daarna gegeten in een leuk pannenkoekenrestaurant in Baarn, de Wildenburg. (vrij nieuw en zeer kindvriendelijk) Zo kon iedereen elkaar weer zien en spreken na de reis van dochter -1 en de lange afwezigheid van dochter-2.
Beeld en Geluid is trouwens een aanrader voor een familie-uitje. Nostalgie over oude tv programma’s gegarandeerd! Maar ook veel inter-activiteiten, voor zowel kinderen (vanaf 7 zou ik zeggen) als volwassenen! Later kun je verschillende opnames die je ter plekke maakt (je kunt het nieuws lezen, meepraten in programma’s) via een link in je mail terugluisteren/zien. Hilarisch! Lezen van een autocue is moeilijker dan je denkt! En een opname van jezelf is nogal lachwekkend als je blijft zitten ipv te gaan staan. Het enige zichtbare zijn mijn fladderende oogleden terwijl ik mezelf serieus voorstel aan het publiek…
DAGELIJKS LEVEN
Na dochters’ vertrek was het huis een paar dagen vreemd leeg. Het dagelijks leven moest weer worden opgepakt. Tommy, onze kat werd veel geknuffeld, de boel werd weer opgeruimd. En ik ben weer afspraken gaan maken. Gaan bellen met mensen. Weer dingen op de rail gaan zetten. Het is alsof je even van de wereld bent geweest tijdens een depressie.
Wat me staande houd en helpt om door te gaan is een tekst uit de bijbel in het Nieuwe Testament, Handelingen 17:28:
Want in Hem (God) leven we, bewegen we ons en zijn we.
Dat is een citaat uit een toespraak die Paulus (een zendeling in de 1e eeuw) hield in Athene voor allerlei geleerden en gewone mensen uit die tijd die de Griekse goden vereerden. Paulus vertelt over de God van de bijbel.
Die tekst beschrijft de werkelijkheid die ik geloof. Als de bodem van mijn bestaan soms gaten lijkt te vertonen, moedig ik mijn angstige zelf aan: zak er maar doorheen, je hoeft niet bang te zijn. In God ben je geborgen. Aan de andere kant van de angst is er dan niet onmiddelijk een luid geroep van Hosanna, maar wel (tijdelijk) Rust. Rust in die zin dat ik de depressieve gevoelens, voor een periode weer, kan accepteren. Een groeiend besef dat lijden een integraal onderdeel is van dit gebroken leven. En dat lijden ook leidt tot het vermogen de meest basale dingen in het leven dieper te waarderen en er meer van te genieten dan al het andere: relaties, liefde, goede gesprekken en samenzijn. Dan is er toch werkelijk zegen.