Back to the US of A

Binnenkort vertrekken echtgenoot en ik naar de Verenigde Staten voor vijf weken. Allereerst staat op het program een bezoek aan drie synodes van drie verschillende kerken in de VS. Kleine kerken met elk hun geschiedenis.

De eerste die we zullen bezoeken is de Reformed Church in the US. De synode wordt gehouden in Rapid City, South Dakota. Kleine stad (70.000 inwoners) in het Middenwesten van de VS. Volop Indian country. Onlangs stond er zelfs een berichtje in de krant (ND) dat een of andere organisatie in de VS vindt dat de Black Hills, het gebied rondom Rapid City, terug moet worden gegeven aan de oorspronkelijke bewoners. Inclusief het beroemde Mount Rushmore met de uit de rotsen gebeeldhouwde koppen van vier voormalige presidenten. In elk toeristisch blaadje dat ik tot nu toe over de plek gelezen hebt wordt ook sterk geleund op de erfenis van de native Americans, zoals ze in politiek correct Engels heten.

We zullen het zien. Na Rapid City gaat de reis met een omweg via Yellowstone Park naar Chicago. Maar daar doen we dan een dag of zeven over. We willen in elk geval naar West Franfurt Illinois, waar de vader van echtgenoot werd geboren en opgroeide. Zelf niet meer gelovig stamde hij uit een Southern Baptist geslacht met een vader als parttime predikant! Door de week werkte hij als postbode en in de avonden en weekeindes als predikant. Volgens een ver familielid is er in de kerk waar hij preekte zelfs een glas-in-lood raam aan hem gewijd. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan! We gaan natuurlijk het raam bezichtigen.

In Chicago, waar de synode van de OPC wordt gehouden in de buurt, verblijven we een week in een appartement dat we via http://www.airbnb.com gevonden hebben. Dat zijn kamers, appartementen en soms complete huizen die door de eigenaar te huur worden aangeboden en waar je meestal zelf voor je maaltijden zorgt. Het is net wat informeler dan een Bed&Breakfast en meestal goedkoper. Het voordeel is dat je veel vrijheid hebt, wat betreft eten en drinken. Je kunt namelijk gebruik maken van de keuken. En met de desastreuze Amerikaanse eetgewoonten vinden we het wel fijn zelf wat controle over onze eetporties te hebben!

Daarna gaan we door naar New York waar we opnieuw in een B&B verblijven in Yonkers, ten noorden van de Bronx in New York City. De synode van de United Reformed Churches wordt gehouden in Nyack, een half uur daar vandaan. Een half uur naar NYC voor mij met de trein en een half uur voor echtgenoot met de auto naar Nyack.

Nu nog de moed verzamelen om alleen al die steden te bezoeken terwijl echtgenoot vergadert!

Marktplaats, stenen en de tuin

Sinds we in ons nieuwe (huur)huis wonen wist ik één ding zeker, de achtertuin moet anders. Huurhuis of niet, ik voelde me zó niet lekker in die benauwde, in 100 kleine vakjes opgedeelde ruimte dat ik vanaf dag één droomde over ruimte, licht en lucht.

De achtertuin was namelijk door één van de vorige bewoners veranderd in een soort jungle van pergola’s, vlonders en houten afscheidingen. Een oerwoud aan buxushaagjes, rozenstruiken, klimop, druiven, clematis, bruidssluier en nog eens klimop maakten dat de 50 m2 aanvoelden als een verstikkende cel van 3 m2. Oh en er zat ook nog een vijverbak in. De ligging op het zuidwesten, het feit dat de woning een tussenwoning is en al die woekerende planten gaven me een claustrofobisch gevoel.

De tijd begon te dringen, het was al lente, dus op een goede dag ben ik marktplaats en werkspot.nl gaan afstruinen, op zoek naar een enigszins betaalbare hovenier die ons zou kunnen bijstaan in de ontmanteling en wederopbouw van de achtertuin.

Het had nog heel wat voeten in de aarde. Hoveniers die niet kwamen opdagen, of wel kwamen maar nooit meer iets van zich lieten horen. Of veel te veel geld vroegen. Uiteindelijk voor een duizendpoot gekozen, die begreep dat we niet een ‘keurige’ tuin wilden, maar een ‘rommelige’.

Toen begon het grote ruimen. Werk in eigen beheer. Onvoorstelbaar veel groen, grond, hout en steen hebben we uit die kleine achtertuin weggehaald. Twee, drie volle dagen werk. Nog niet eens alle uren meegeteld die ik van te voren al was bezig geweest me met een machete door de klimop een weg te banen.

Stoeptegels, stoepbanden, verrot hout, keitjes, alles moest eruit. De stenen gestapeld in de garage, voor hergebruik. Een ware Chinese muur! Alle potten met mijn mobiele tuin (veel verhuiservaring!) in de voortuin. Alle vaste planten op een grote hoop, opnieuw voor later hergebruik. En in huis een permanente laag zand, als woonden we nog in Scheveningen.

En nu is de duizendpoot, die in zijn vrije tijd een surfer is, met assistentie van echtgenoot (en af en toe een telg) al twee dagen bezig en buiten ontstaat een oceaan van ruimte, licht en lucht. We krijgen zelfs een postzegel gras(zoden), mijn grote wens. Niets heerlijker dan op een warme dag met mijn blote voeten in het gras te lopen.

Heeft iemand nog een grasmaaier over?

Stilte en As

Het is stil in huis. Net bezoek gehad, dat doorbrak het even, maar verder is het stil. De verwarming suist, de poezen slapen, ik hoor wat gestommel boven van mijn echtgenoot die tot twee keer toe een plank met boeken uit zijn boekenkast zag vallen. Die geluiden versterken alleen maar de stilte.

Mijn onophoudelijk babbelende kleinzoon Kris is weer naar huis. Eerst luid protesterend: ik ben hier nog maar een heel kort stukje geweest, mamma! Maar later op schoot bij haar de bekentenis: ik vind het ook fijn om naar huis te gaan, hoor.

En toen was de wervelwind weg. Is er weer tijd voor andere dingen. Lezen, bloggen, schrijven, bezinnen.

Gisteren was het Aswoensdag. De veertigdagentijd voor Pasen, traditioneel een tijd van soberen, vasten is begonnen. Bezig zijn met geestelijke zaken om je relatie met God te verdiepen. Tijd voor het innerlijke, dat zo gauw ondergesneeuwd raakt door het uiterlijke. Reoriëntatie van het hart, zo noemde Calvijn het vasten, wat toen blijkbaar nog gemeengoed was onder christenen. Op onze bijbelstudie verbaasden we ons erover dat een praktijk die zoveel eeuwen ‘normaal’ was onder gelovigen zo verdwijnen kan, in elk geval in de traditionele protestantse kerken. En ook uit onze eigen levens.

Ik had nog nooit over vasten nagedacht tot ik een jaar of 40 was, denk ik. Ik ben sterk anti-rooms opgevoed. Alles wat maar zweemde naar roomse gebruiken was bij voorbaat verdacht. Dat deed je gewoon niet. Een kruis slaan, vasten, vis eten op vrijdag (ja, wél omdat het dan goedkoop was), een kaars branden als symbool voor gebed of gedenken..Ieder ritueel was rooms en dús verkeerd.

Ach mijn ouders waren kinderen van hun tijd en het geeft verder niet, maar ik vind het wel heel verrijkend dat ik nu vrij ben van al die irrationele vooroordelen (oh, er zijn er nog genoeg over waarschijnlijk, voor andere dingen ) over zogenaamde roomse gebruiken. Veel van de vroegchristelijke gebruiken zijn namelijk bewaard gebleven in een of ander vorm in de katholieke tradities en rituelen. Gereformeerde kerken hebben met het badwater van bijgeloof en volksreligie ook veel kinderen weggegooid, helaas.

Ik vind zo’n kruisje van as bijvoorbeeld, als teken van verootmoediging en afhankelijkheid tegenover God, een mooi teken. Jezelf stilzetten bij wie je bent voor God en heel concreet erkennen, dat je in dit leven voor alles van Hem afhankelijk bent en daar uiting aan geven door een askruisje…hoe duidelijker kan het zijn? Naar jezelf en ook naar je omgeving. Toch maar eens een voorstel doen aan de kerkenraad van onze gemeente?

Mijn gereformeerde achtergrond maakt dat ik direct een stem bezwaar hoor maken: ‘maar we moeten ons daar altijd van bewust zijn…’.Ja, dat argument ken ik. Maar het punt is juist dat we ons dat niet altijd zijn en leven alsof we het allemaal alleen wel trekken. Onder andere daarover verootmoedig je je op Aswoensdag.

En dan de vastenperiode. Op bijbelstudie was het een wat stroeve bespreking. Het staat toch ver van ons af. Waarom zou je vasten? Wat is de meerwaarde?

Ben benieuwd naar ervaringen van lezers van mijn blog!

Voorjaarsvakantie en wabbelende tongen

oma en opa voer, broodje kroket..

Kleinzoon Kris logeert 2 nachtjes bij oma en opa. Altijd genieten. Kris is een echte prater en vertelt de mooiste verhalen. Over Kaj de roofvogel, over de eenzame toverstok. Eerst vertelde mamma verhalen en opa soms, maar nu heeft Kris zelf het heft in handen genomen. Ik ga jou 3 verhalen vertellen, oma, zei hij na vanochtend bij me in bed gekropen te zijn. Gelukkig pas om 8.30 uur. Hij had als een roosje geslapen.

Het verhaal ontvouwt zich met een ware spanningsboog en een duidelijk einde. Er was eens……en toen….en toen…en nu is het uit. Met zijn handen beschrijft hij expressief de gebeurtenissen. Je ziet het allemaal voor je, de roofvogel die maar verder, verder, verder vliegt, omhoog, omhoog, omhoog….met begeleidende armgebaren.

Gegeten, gespeeld, aankleden, koffie, sap en ontbijtkoek, lego-en, rondglijden op de houten vloer, oma tot wanhoop drijvend door alles wat meeglijdt en schuift. Zoals de stoelen en de kleden en de kussens en tafels en stoelen en, en..nou ja. Er is nog maar één tak van een plant gebroken, valt reuze mee. Ik deed alleen maar zó, met zijn armen doet hij voor hoe je takken in een boom naar beneden duwt…

Op dit moment bieden Ernie en Bert luisterplezier. Heel ouderwets, alleen audio, op een CD. Kris zit lekker stil in een stoel te luisteren, met grote ogen vol aandacht voor het gekke duo.

Kris luistert Sesamstraat CD

De mooiste vondst vond ik vanmorgen deze. Zoals hij altijd met zijn handen aan het friemelen is zat hij tijdens het kletsen aan tafel met mijn boek te hannesen. Harde kaft. Open, dicht, open, dicht..Hé, zei Kris, het lijkt wel een mond! En een tóng (de bladzijde die met de kaft omhoog kwam). ‘Een mond met honderd tongen die wabbelen…’

Is er een betere omschrijving voor een boek te vinden?

Een andere week

Parelpad 's ochtendsvroeg

En dan loopt een week totaal anders dan je in je agenda had gepland. Sta ik maandagmiddag opeens te poetsen in het nieuwe huisje van dochter Suzy in Den Haag, na, omdat we er toch waren, een vriendin te hebben opgezocht. We eten bij Havana omdat alles verder dicht is waar we liever wilden eten. (Ben niet zo gek op Cubaans/Mexicaans eten).

En dan zijn we ’s avonds op rouwbezoek bij Michael en Manon die net hun kindje zijn kwijtgeraakt na ernstige complicaties bij de bevalling. We mogen het jongetje zien, een prachtig kindje, 9 pond en 58 cm groot. Volgroeid en ongeschonden. Alleen in het koppie was het ernstig mis.

De ouders zijn verslagen en tegelijk moedig en nuchter. Hun oudere zoontje van bijna drie loopt rond en voor hem moeten en willen ze er zijn. Niet het verdriet verzwijgen, maar ook niet laten overheersen. Het jochie begrijpt er natuurlijk niets van. Er zou een broertje komen met wie hij kon gaan voetballen, maar nu? De ouders hebben hem verteld dat het broertje te veel pijn had en dat de Here Jezus dat niet wilde. Nu mag hij voetballen met Jezus. Zo hoop je de driejarige toch te troosten. En jezelf.

Vanmorgen wilde ik de zon en de kou voelen in mijn gezicht. Ik heb gewandeld en de krakend frisse vrieskou was weldadig. Toen heb ik mezelf getrakteerd op een paar uur bibliotheek in Utrecht. Wat boeken gepakt en met een kop koffie erbij geboeid zitten lezen over de 19e eeuw. De tijd van mijn (over)grootouders in Schiedam en Rotterdam. Een tijd van armoede voor hen en hard werken. Van grote gezinnen en ziekte en sterven van kind op kind. Door slecht water. Door bij gebrek aan borstvoeding ander eten te geven waar de baby’s niet tegen konden. Door griep, door koorts. Wat een misere.

Hoe anders kijk je tegen de wereld aan wanneer honger, ziekte en dood zo dichtbij zijn. Zonder aspirine, sinaspril en antibiotica.

Op de terugweg heb ik weer genoten van het heldere weer, maar de wind was toegenomen en in de schaduw was het ijzig koud. In de tram oefende ik nog wat met het gedicht wat ik als opdracht heb voor mijn schrijfcursus. Het moet gaan over mijn supermarkt. Ik krijg maar moeilijk inspiratie als ik aan de Jumbo denk.

Vrijdag wordt Tristan begraven. Daarom spaar ik mijn energie nog maar wat.

Gedicht van Tjitske Jansen

ALS IEMAND MIJ NOU MAAR

Als iemand mij nou maar
had opgeraapt
en in zijn zak gestopt
en daar gelaten had,
dat af en toe een hand mij vond,
voelde hoe zacht ik was
en dan weer losliet.
Of op de vensterbank gelegd,
op ’t nachtkastje,
in een rommeldoos.
De keukenla!
Ik heb nog nooit een reis gemaakt,
ik moest zo nodig wortel schieten.
Als iemand mij nou maar had opgeraapt,
er was niets aan de hand geweest,
ik was kastanjebruin geweest,
ik had geglansd, geglansd,
wat later was ik wat gaan rimpelen,
en dan, nou ja, maar nu,
nu moet ik onvrijwillig transformeren
en niet zo’n beetje ook.
En steeds als ik zo ongeveer
gewend ben aan mijn nieuwe vorm,
steeds als ik zo min of meer
geaccepteerd heb
dat ik ben zoals ik ben,
dan ben ik alweer anders.
En als het nu zo was dat ik gekozen had
om zo te zijn, dat ik het wilde:
steeds een ring erbij,
zoveel soortgenoten aan mijn takken
in hun veilig stekelhuis,
zo anders dan ikzelf,
maar wat weet ik het nog goed.

Ik heb het opgegeven
te zijn zoals ik ben.
Ik groei maar mee
met wie ik worden zal.
Af en toe hoor ik
Dat iemand zegt
Hoe mooi ik ben.
In mijn schaduw
gebeuren dingen
die de moeite waard zijn.

————————————————-
uit: ‘Het moest maar eens gaan sneeuwen’, 2003.

Tjitske Jansen

Last en lust

niet mijn poes, wel treffend voor mijn gemoedstoestand

Een weblog hebben en onderhouden is een lust. Anders begin je er niet aan. Denk ik.
Anders denk ik wanneer er een virus in mijn lijf zit, ik nergens zin in heb en eigenlijk het liefst lusteloos op de bank hang. Dan denk ik aan mijn blog, waar ik al té lang niets op gepubliceerd heb en ik voel me zo mogelijk nog meer landerig en ellendig.

Vanaf vandaag hoop ik op betere tijden. Ik las namelijk dat negatieve emoties tot betere prestaties leiden, volgens psycholoog Henk Steenbergen. Hij heeft er onderzoek naar gedaan en promoveert er 17 januari op.

Mijn toestand valt toch wel onder de negatieve emoties vind ik (nergens zin in, waarom zou ik schrijven..enzovoort.). Welaan, wie in die gemoedstoestand gaat presteren blijkt veel alerter en tot betere prestaties te komen. Dit wordt een juweel van een blog!
Ik heb dus al een paar weken bij vlagen last van een virus, dat me moe, misselijk en miserabel maakt. Ik begrijp dat er meer mensen mee kampen. Dat helpt altijd wel, vind ik, anders vraag je je na een tijdje af of je iets anders onder de leden hebt. Het schijnt met het zachte weer te maken te hebben. Alle slechte virussen en bacteriën gedijen in dat miezerige, zachte, grijs druilerige weer. Daar zijn het ook van die nare beesten voor, want wie kan zich daar nu senang in voelen?

Vandaag op de fiets gestapt en diep ademhalend de koude lucht ingezogen in de hoop dat het van binnen inmiddels een slachtveld is.

Beleggen

Beleggen is een onderwerp waar ik me zelden in verdiep. Ik heb geen middelen om te beleggen, in tegendeel, ik behoor bij de groep mensen die erg blij is dat er banken bestaan die krediet verlenen voor de grote aankopen. Maar ik behoor wel tot een andere groep die geld te beleggen heeft, nl. kerken Ik ga naar de kerk en daar wordt iedere zondag geld ingezameld voor allerlei doelen. Voor de kerk zelf, gewoon om de kosten te dekken van het salaris van de predikant, de verwarming van de kerkzaal, de electriciteit, de koffie die na de kerkdienst gratis geserveerd wordt en die in een cafeetje toch minstens €1,90-€ 2,00 kost. En nog veel meer van dat soort zaken.

Het geld dat wordt ingezameld voor andere, ‘grotere’ doelen wordt in onze kerken meestal heel gericht gebruikt. Maatschappelijke organisaties, zending enzovoort. Maar er is ook geld, zoals de giften voor het pensioenfonds voor dominees, dat ergens op een centraal punt verzameld wordt en ik neem aan belegd, of op een spaarrekening gezet.

Wij zijn maar een klein kerkgenootschap vergeleken met de PKN en zeker met de Rooms-Katholieke kerk. Daar gaat het over grote geldbedragen. Maar toch. Onlangs is er een onderzoek gedaan door de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling

VBDO is een vereniging die  ‘multinationals en beleggers bewust maakt van hun bijdrage aan een duurzame kapitaalmarkt. Dit doet de vereniging door hen te wijzen op maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Wapenhandel, pornografie, wie wil daar in beleggen? Maar Kees Gootjes van het VBDO wijst erop dat er op een meer positieve manier over nagedacht kan worden. Hoe kunnen kerken beleggen of sparen en bijdragen aan een meer duurzame samenleving? het blijkt om veel geld te gaan.

Duurzaamheid, zorg voor de aarde, we (s)preken er vaak mooi over maar wat doen we concreet?

Ben jij aardig? Dan ben je vast gelukkig.

Gelukkige mensen zijn aardiger. Dat blijkt uit onderzoek. Ad Bergsma promoveert vandaag aan de Erasmus Universiteit op het onderwerp geluk. Het Nederlands Dagblad weidt er een artikel aan. Een fascinerend onderwerp, vind ik.

Iedereen wil gelukkig zijn, toch? Maar, streven naar geluk kan doorslaan. En dan komt er sores. De verwachtingen kunnen zo hoog gespannen zijn, dat alles in het leven alleen maar tegenvalt.  Belangrijk bij het streven naar geluk is om te accepteren dat er beperkingen blijven, aldus Bergsma.
Dat is moeilijk, want het idee van maakbaarheid is in alle hoeken en gaten van ons bestaan doorgedrongen. Wanneer dingen zich niet voegen naar onze wil is dat voor ons moeilijker te aanvaarden dan voor een inwoner van Bangladesh bijvoorbeeld. Mensen in een arm, onrustig land geven zichzelf een veel lager cijfer voor hun geluksgevoel dan mensen in een welvarende maatschappij. Je kan toch moeilijk zeggen dat je niet gelukkig bent wanneer je alles hebt wat je hart begeert aan eten, drinken en kleding? Zelfmoord cijfers in de ‘gelukkigste’ landen van Europa en de VS liggen o.a. daarom ook iets hoger. Er is geen directe aanleiding om ongelukkig te zijn, dus ligt het aan mijzelf. Ik faal. Iedereen is gelukkig, behalve ik. Ik ben een loser.

Geluk maakt een mens aardiger, volgens Bergsma. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Je kunt je niet gelukkig voelen en tegelijk chagrijnig doen tegen anderen.
Sociaal psycholoog Van de Sande vind dat geluk een bijverschijnsel is. Het ontstaat als gevolg van wat anders. Als je het goede doet word je vanzelf gelukkig. Dat is dan nl. de beloning. We doen dus als vanzelf van alles omdat we er gelukkig van worden.

Ik mis in het hele artikel wel een definitie van wat geluk is. Is dat een blij gevoel of een gevoel van voldoening of gewoon, lekker in je vel zitten? Het zal wel een combinatie van alles zijn. Ik zou zelf niet gauw onvoorwaardelijk zeggen: ik ben gelukkig. Er zijn dingen die me blij maken. Mijn gezin bijvoorbeeld. Bij elkaar zijn met vrienden. Zingen in de kerk, soms. En er zijn dingen die me voldoening schenken. Ze zijn moeilijk en ik heb er niet altijd direct zin in, maar ze zijn goed en in overeenstemming met een bepaald levensdoel wat ik me stel. Achteraf zijn ze dan vaak een verrijking.

Er is uit allerlei onderzoek een soort gelukslijstje samen te stellen. Werk, niet geld maakt gelukkig. Het hebben van kinderen maakt niet gelukkiger. Dat snap ik als je geluk als een blij gevoel beschrijft. Nachten wakker, zorgen, ziektes, nooit meer even tijd voor jezelf en noem maar op. En toch. Hoe noem je dan het gevoel wanneer je je kind ziet spelen? Of wanneer je zoon, al is hij al 12, toch nog even tegen je aankruipt? Of wanneer je aan tafel een geanimeerd gesprek hebt met elkaar. Of je kijkt naar zo’n slapend koppie van een moegespeeld kind? Als dat geen geluk is?

Het blijft allemaal wat subjectief. Zolang er geen duidelijke definitie van ‘geluk’ is. Ben je gelukkig wanneer je in een vluchtelingenkamp in Darfur onder miserabele omstandigheden mensen helpt? Ben je gelukkig als je bereid bent te sterven voor vrijheid, zoals nu in het Midden-Oosten. Was Jezus gelukkig op aarde en toen Hij gekruisigd werd? Volgens mij is het trouw volgen van je overtuiging, je keuzes en de minder leuke kanten die daar eventueel bijhoren niet ontlopen, een vorm van geluk. In de Bijbel staat dat Jezus kon doen wat Hij deed omdat Hij erop vertrouwde dat er ‘aan de andere kant’ van de donkere tunnel de beloning lag, onze bevrijding en het weerzien met Zijn Vader. Zo kun je dus tijdelijk ‘ongeluk’ verdragen, wellicht. Om wat er volgt.
Misschien inderdaad wat Van de Sande zegt: gewoon het goede doen en dan volgt het geluk vanzelf.

 

%d bloggers liken dit: