De coronazomer van 2021

Geen lange reizen

Het is een vreemde, lange zomer geweest met weinig zomerweer en slechts korte vakanties en/of belevenissen. Toch maakte die diversiteit de zomer ook weer leuk. We hebben veel echt Nederlandse dingen gedaan, iets waar we door naar het buitenland te reizen veel minder aan toe komen. Echtgenoot is al voor de tweede zomer op rij niet in het buitenland geweest, wat een unicum is. Als warmte- en zonminnaar vertrekt hij zo gauw het kan voor vakantie naar zuiderlijke oorden, waar ik dan weliswaar smelt, maar geniet van zijn genot. Corona maakte alles anders. Geen buitenlandse reizen voor ons samen. Behalve een moederdaggeschenk van mijn oudste dochter: in juni naar hun familiehuis in Griekenland! Intens genoten.

Toen moest de zomer echter nog beginnen. Het weer bleef matig, maar we hebben toch veel ondernomen. Eigenlijk was het ‘mijn’ zomer. Al zo lang wil ik eens in Nederland op vakantie, maar zwicht steeds voor de zonverlangens van echtgenoot, zoals gezegd. Ik weet dat hij die warmte nodig heeft om een Nederlandse grijze winter te doorstaan. Maar goed. Dank zij corona kon het dit keer niet anders.

Ik hou ervan mijn regio te verkennen. Wat speelt er, wat gebeurt er nu en wat gebeurde er vroeger? Ik lees met plezier plaatselijke krantjes en folders en hou bij wat er allemaal georganiseerd wordt. En wanneer je dat eenmaal doet valt het op hoe actief mensen zijn in stadjes en dorpen! Zoveel initiatieven op muzikaal en ander cultureel gebied. Waar ik woon zijn ontzettend veel vrijwilligersorganisaties die de leukste dingen bedenken!

Herman de Man

Zo was er de maand waarin de schrijver Herman de Man werd herdacht met een heus festival. Hij groeide op o.a. in Gouda, Woerden, Lopikerkapel en Polsbroek, de laatsten kleine dorpen in deze omgeving, die Lopikerwaard genoemd wordt. Zijn romans spelen zich allemaal af in deze polders. Ook IJsselstein, mijn woonplaats, wordt vaak vermeld. Ik was geen de Man-kenner maar het intrigeerde me dat hij zo uitgebreid over de regio waar ik de laatste tien jaar woon heeft geschreven! Een gebied waar ik inmiddels wel wat verknocht aan ben geraakt. Dat betekende dus de romans gaan lezen. Ooit begonnen in het meest bekend geworden ‘Het Wassende Water’ maar toen blijven steken vanwege het dialect. Opnieuw begonnen en gaandeweg zo geboeid geraakt dat ik achter elkaar drie andere gelezen heb. ‘Rijshout en Rozen’;  ‘De Bittere Winter van Negentig’ en ‘Maria en  haar Timmerman’.

Mini manie

Zo ontstond er een mini Herman de Man manie. Want alom werden activiteiten georganiseerd die ons mee op pad namen om een aspect van het leven van de personages in zijn romans te proeven. We bezochten een eendenkooi (ik had geen idee wat het was tot we er een zagen). We zagen een solo theatervoorstelling door Gerda Hoogendijk gebaseerd op het Wassende Water, in een oude boerderij, begeleid door accordeon en piano. We fietsten langs paden en wegen die door waarden en polders voerden met langs de weg lokale producten en antiek. Het was zo leuk! En wat heb ik veel geleerd! Over polderbestuur en waterbeheer aan het begin van de 20e eeuw, over het harde leven van de boeren, over hun verstokte  liefde voor het oude polderland en de (kerkelijke) tradities.

Herman de Man vind ik een geweldige schrijver. Zijn mensenkennis, zijn inzicht in de innerlijke strijd die elk mens voert, zijn prachtige beschrijvingen van het boerenland, de seizoenen, zo belangrijk voor boeren, en zijn mildheid ondanks kritiek op de vastgeroeste boerengewoontes en hun starre godsdienst. Opvallend is ook zijn menselijke beschrijving van zijn karakters inclusief de erotische gevoelens. Ik ben begonnen in een biografie over hem van Gé Vaartjes. Ik geloof de meest uitvoerige biografie die er is. Daarin komt de Man naar  voren als een nogal onuitstaanbaar mannetje. IJdel, onbetrouwbaar en dominant. Ik was teleurgesteld maar realiseerde me dat talent niet altijd samengaat met een makkelijk karakter. Hij is niet de eerste schrijver die in het dagelijks leven moeilijk in de omgang is.

Boerderij waarachter de eendenkooi is.
Een oer-Hollandse, vertelling door Gerda Hogendijk, vrij naar het boek van Herman de Man. Met muzikale begeleiding door Janet van Diest (accordeon)en Jean Marie Dosogne (piano).Theatervertelling op de deel.
Brocante langs de weg
Boerderij bij Jaarsveld

Herman de Man, echte naam Salomon Hamburger, heeft een grillige levensloop. Zijn ouders zijn joods, maar nauwelijks religieus. Hij is pacifist in zijn jonge jaren en moet daarvoor naar de gevangenis omdat hij dienst weigert. Later ook nog eens voor fraude. Hij wordt vaak ontslagen of raakt in conflict met mensen om hem heen. Hij trouwt met een Joodse vrouw en heeft zeven kinderen met haar. Na hun trouwen treden ze toe tot de Katholieke kerk. Vóór het uitbreken van de oorlog vertrekt de Man naar Frankrijk. Vandaar vlucht hij naar Engeland en werkt  voor radio Oranje. Zijn vrouw en vijf van zijn kinderen zal hij tragisch genoeg, nooit meer zien. Zij worden vermoord in Auschwitz. Zelf keert hij, na nog een korte periode op Curaçao, terug naar Nederland, bij zijn twee overgebleven kinderen, die ondergedoken waren in de oorlog. In 1946 komt hij om bij een vliegtuigongeluk. Hij wordt begraven in Vianen waar zijn graf enkele jaren geleden is gerestaureerd.

De grafsteen in Vianen

Ik voel me door het lezen van zijn romans nog meer verbonden met mijn omgeving. De lange historie van dit gebied, dat grotendeels nog bewaard is gebleven in de oorspronkelijke vorm wat betreft de indeling van de polders met oude namen.

Nu moet ik me nog ertoe zetten de serie het Wassende Water te gaan kijken die in de jaren tachtig op TV was en nu op YouTube nog te zien is. Ik ben geen fan van series van eigen bodem maar het schijnt wel de moeite van het kijken waard te zijn.

Egypte en Nazareth – de jonge Jezus

images (439×720)

Op een marktje in Frankrijk pikte ik het op: Christ the Lord out of Egypt. Een engelstalige roman door Anne Rice (2006). Ik had nog nooit van de dame gehoord, maar echtgenoot herkende haar naam meteen. Ze schijnt ettelijke romans over vampiers geschreven te hebben. Op niveau, dat wel. Hmm. Niet van de vampiers zijnde vroeg ik me af wat deze titel dan wel zou inhouden. Na wat gebladerd te hebben kwam ik bij het voorwoord dat zeer intrigerend was. De auteur was tot het christendom bekeerd na jaren van atheïsme. Eigenlijk kan ik beter zeggen, ze was teruggekeerd naar de Rooms Katholieke kerk waarin ze was opgegroeid. Maar nu met een levend geloof, na jaren van studie en onderzoek en het lezen van boeken. Deze roman, zo schrijft ze, gaat uit van de historische betrouwbaarheid van de Evangeliën en van de Godheid van Jezus. Bijzonder. (Het gerucht gaat dat ze zich inmiddels weer ontrokken heeft aan de kerk, maar ik kon daarover geen informatie verder vinden.)

De kraam met tweedehands boeken, Engels en Frans, stond wat in een hoekje van de markt. Terwijl ik aan het snuffelen was luisterde ik mee met een gesprek van de eigenaresse en een klant, beiden woonachtig in de omgeving, zo klonk het. De vrouw zou ’s middags ‘een sjamanistisch ritueel gaan uitoefenen’. Mijn oren klapperden. Sjamanisme? Ik ken het uit Korea, waar we jaren woonden. Een duistere religie. Gestorvenen nemen bezit van de sjamaan die in trance verkeert en boodschappen doorgeeft uit de ‘andere zijde’. Je kon de huizen van sjamaans herkennen aan de lange, dode bamboetak die boven het huis uitstak en er met rood lint aan was vastgebonden. Men ging naar de sjamaan met ziekten, met problemen en allerhande zaken. In de ziekenhuizen ving men vaak de doodzieke mensen op die eerst geholpen waren door de sjamaan, zonder resultaat. Vaak wel met brandplekken als resultaat van de gebruikte methodes. Mensen die tot geloof kwamen voelden zich letterlijk bevrijd van een duistere macht.

En dan sta ik hier op dit idyllische, zonovergoten Franse marktje, met dit ‘gelovige’ boek in mijn hand, bij mensen die zich vrijwillig overgeven aan deze animistische religie, vaak zonder te beseffen hoe donker en gevaarlijk dat is. Typische westerlingen die denken de krenten uit de pap van Oosterse religies te kunnen halen. Zal ik ze aanspreken? Niet gedaan…

Terug naar het boek. Ik heb het gelezen en vind het een meesterlijke poging te beschrijven hoe het gegaan zou kunnen zijn met de bewustwording van Jezus als kind dat hij meer dan een mens was. Het boek beschrijft een periode van een jaar of twee. De terugkeer van Jozef en Maria met Jezus en de rest van de familie uit Egypte, terug naar hun oude woonplaats Nazareth. De auteur plaatst die episode in de geschiedenis van het Romeinse rijk en het volk Israël. De opstootjes die plaatsvonden onder de Joden, wreed neergeslagen door de Romeinen. De tempelfeesten in Jeruzalem, die onder spanning plaatsvinden, vanwege de politieke situatie. Alleen daarom al boeiend.

Maar de subtiele wijze waarop Rice de gemoedstoestand van het kind Jezus, dat toch God is, ook dan, tracht te peilen vind ik ontroerend goed geslaagd. Je anders voelen dan anderen en toch hetzelfde zijn. Een begrip en inzicht hebben in de Thora dat uitstak boven elk gemiddelde en toch kind zijn, willen spelen en ravotten. Het bewust worden van zijn bijzondere natuur moet geleidelijk zijn gegaan, en deze roman probeert dat enigszins woorden te geven. Anne Rice volgt daarbij de Katholieke tradite van de vroege wonderen van het kind Jezus dat, zijns ondanks, uit klei vogels echte vogels maakt; een vriendje tijdens het spelen vervloekt vanwege oneerlijk spelgedrag, waardoor het kind dood neervalt. Jezus doet hem dan weer levend worden. Verhalen waar geen historische basis voor is. Ook blijft Maria maagd. Ook de interactie tussen haar en haar zoon is heel teder omschreven.

De moeite van het lezen waard.

Biafra

Wie weet nog waar ‘Biafra’ over ging? Ik was een jaar of twaalf toen dit woord een betekenis voor me kreeg. Het stond gelijk aan hongersnood. Kinderen met een Biafrabuikje, zo praatten we erover. Dat was dan een kind met zo’n  gezwollen buikje, terwijl de rest van het lichaam letterlijk vel over been was. Armen en benen als luciferhoutjes. En de buik dik van hongeroedeem.

Meer dan honger en de daarmee gepaard gaande ellende kan ik me niet herinneren. Welk conflict er speelde, waarom er hongersnood was, dat is me toen ontgaan. Afrika, Biafra, hongersnood, het was een trits die bij elkaar hoorde. Het was zeker aanleiding voor vaders en moeders toen, die ook de oorlog hier en de hongerwinter hadden meegemaakt sterk aan te dringen op het leeg eten van je bord. Voedsel was kostbaar, en niet alleen in termen van geld.

Nu was mijn moeder een softie. Hongerwinter of Biafra, ik hoefde geen dingen te eten die ik niet lekker vond en dat was veel, zal ik eerlijk bekennen. Maar dit terzijde.

Ik was dus een jonge tiener toen er een conflict uitbrak in Nigeria. Ik weet nu waar het over ging omdat ik net de roman van Chimamanda Ngozi Adichie heb gelezen: Half of a Yellow Sun. Het conflict begon met de afslachting  van de uit het Oosten van Nigeria afkomstige Igbo, door de noordelijke, Hausa-sprekende stam.  Er waren meer bevolkingsgroepen destijds, maar het conflict begon tussen deze groepen. De Igbo scheidden zich af en stichtten de onafhankelijke republiek Biafra. Tussen de troepen van de regering van centraal Nigeria en het in alle haast opgerichte leger van Biafra woedde er 2,5 jaar oorlog. Voedsel kwam mondjesmaat binnen en uiteindelijk stierven 1 miljoen als gevolg van de oorlog en van de honger. Nigeria nam het land weer in.

Dit is de geschiedenis die Adichie beschrijft in haar roman. Een onthutsende, aangrijpende roman. De wreedheid, de vervreemding tussen volken die eerst samenleven, de liefde en de moed van mensen die vechten voor een (onbereikbaar) ideaal, het menselijke verhaal van de (in Londen opgeleide) zussen Olanne en Kainene met hun partners, de houseboy Ugwu, hun vlucht, hun strijd om in leven te blijven, het is een adembenemend mooi geschreven verhaal. Het brengt de duizenden verhalen van vluchtelingen van nu dichtbij.

Adichie is zelf nazaat van Biafranen, haar beide grootvaders stierven in de oorlog die duurde van 1967 – 1970. Ze heeft de verhalen gehoord van familie en vrienden en de geschiedenis verwerkt in een fictief verhaal.

Wat bijna niet genoemd wordt is dat de strijd begon als een gevolg van (politieke) spanningen tussen de islamitische Hausa en de christelijke Igbo. Speelde het religieuze motief geen rol nog? De christelijke identiteit van de Igbo komt in deze roman slechts heel zijdelings ter sprake. De invloed van het animisme lijkt sterker aanwezig.

Een aanrader voor wie wel wat aankan. Ook Americana van dezelfde schrijfster is meer dan de moeite waard.

De Overgave en White Squaw

De Overgave van Arthur Japin vertelt het verhaal van Cynthia Ann Parker, een 9 jarig meisje dat in 1836 ontvoerd wordt door Comanche Indianen in het zuiden van Texas, toen een nog niet gekoloniseerd gebied in Amerika. De Comanche Indianen zijn bekend om hun primitieve levensstijl, vergeleken met andere stammen en hun exceptionele wreedheid. Ze leefden van bisonjacht en (wilde)paardenhandel. Ze waren uiterst bedreven in het vangen en temmen van de kleine wilde mustang paarden (ooit geïntroduceerd door de Spanjaarden in de 16e eeuw) die in kuddes over de prairies zwierven.

 

foto van Cynthia Ann, na de ‘bevrijding’ door haar blanke familie, volkomen tegen de gebruiken van die tijd is ze met ontblootte borst gefotografeerd.

Het beeld van de nobele Indiaan, alleen door onderdrukking van de blanken tot wanhoop, oorlog en wreedheid gebracht werd voor mij wel enigszins bijgesteld toen ik over deze stam en bijbehorende familieclans (bonden) las. Tot op zekere hoogte vreedzame Indianen volken waren er zeker, vooral in het Oosten van de VS. En blanken deden niet onder in wreedheid in de verovering van gebieden op de Indianen (of elders!). Maar de Comanche waren, zelfs onder andere Indianenstammen, gevreesd. Hun levensstijl was primitief, in de zin dat ze geen voedsel verbouwden, zich nergens vestigden en  van het vlees (en alle andere producten) van de bisons leefden. In vroegere tijden veracht door andere Indianen raakten ze in de 19e eeuw oppermachtig door hun behendigheid in het oorlog voeren te paard. In vliegende vaart zakten ze langs de hals van het paard naar rechts of links en konden ze al hangend nog schieten, hetzij met pijl en boog, hetzij met geweren, een andere erfenis van de Spanjaarden.

Het feit alleen al dat ze paardreden was bijzonder. In de 19e eeuw hadden de meeste Indianenvolken geen beschikking over rijdieren. Ook dat beeld is mij voorgeschoteld door Hollywood.

Ze vervolgden en verdreven andere stammen, zoals de Apaches en de Ute indianen uit hun oorspronkelijke leefgebieden en stalen links en rechts kinderen (ook van andere Indianenstammen) om die óf te adopteren als eigen kinderen (het sterftecijfer van de Comanche was hoog, vrouwen vaak onvruchtbaar) óf hen als slaven te verkopen aan wie dan ook, met name Mexicanen en andere nogal louche figuren, die de kinderen vaak doorverkochten (met winst!) aan de oorspronkelijke families. Het was allemaal niet zo gezellig daar in het Wilde Westen in de vorige eeuw. Mocht ik dat ooit gedacht hebben op grond van Little House on the Prairie, ik heb veel geleerd de afgelopen zomer! Het leven was er keihard, hing altijd aan een zijden draadje door ziekte, honger, extreem weer of aanvallen door Indianen.

Cynthia Ann’s familie wordt overvallen door een grote groep Comanches, getallen in de verslagen variëren van 100 tot 600 man. De mannen worden vermoord, de vrouwen worden eerst verkracht, gemarteld en dan vermoord of voor dood achtergelaten. Jonge baby’s evenzo. Het is de eerste keer dat een hele familie zo gruwelijk wordt aangevallen. Dat heeft ook te maken met het feit dat deze familieclan zich vestigt in een gebied waar pioniers zich nog niet gewaagd hadden, zonder bescherming van het leger.We hebben het dan over het verre zuiden van Texas, voorbij de Mississippi, in de buurt van de Red River, toen nog officieel Mexicaans grondgebied (tot 1836). Het is dus ook een waarschuwingsteken van de Comanches, dit is ons gebied, blijf hier weg. Het is geen enkele verontschuldiging voor de overmatige wreedheid, maar het geeft wel de spanning van die tijd aan. Van wie is dit machtig grote, lege land?

Het verhaal van Cynthia Ann, in de roman van Japin verteld vanuit het perspectief van de grootmoeder, die de verkrachtingen en martelingen overleefd, vind ik, naast schokkend, fascinerend. Ik lees het voor de tweede keer nadat ik in de vakantie een geschiedenis las van de Comanches waarin dit verhaal een belangrijke rol speelt. Het dramatische voorval vormt de kapstok waaraan de schrijver de strijd tussen blanke kolonisators, Amerikaanse overheid, westerse beschaving enerzijds en de Indianen als oorspronkelijke bewoners anderzijds in een uitgebreid historisch perspectief plaatst. Ik realiseer me steeds meer hoe sterk verweven die geschiedenis is en hoe tragisch die uiteindelijk verlopen is voor de ‘Native Americans’. Nieuw voor mij is dat er onderling tussen de stammen ook veel wreedheid en strijd was, al voor de blanken zich vestigden in Amerika.

Cynthia Ann wordt, na aanvankelijk wreed behandeld te zijn, volledig opgenomen in de stam. Ze trouwt met een leider en krijgt drie kinderen met hem. In een strijd met de blanken wordt haar man gedood en neemt men haar, na 24 jaar, mee terug naar de wereld van haar familie.

Maar ze is totaal ontheemd, is haar taal vergeten en wil alleen maar terug

naar haar Indiaanse familie. Ze verkeert in de veronderstelling dat haar twee jongens dood zijn, maar haar oudste zoon Quana zal nog een belangrijke rol spelen in de, in feite al verloren, strijd met de blanke overheersers. Ze leeft nog een aantal jaren, maar wanneer haar dochtertje Prairiebloem sterft aan influenza kwijnt ze uiteindelijk weg. Ze sterft en zal haar zoons nooit weerzien. Tot aan haar dood blijft ze een bezienswaardigheid en houdt ze ook vast aan Indiaanse rituelen en gebruiken. Zo snijdt ze zichzelf als teken van rouw over de dood van haar man en kinderen.

Ongelofelijk tragisch en tegelijk fascinerend onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis.

Mede naar aanleiding van:

– Empire of the Summer Moon, S.C. Gwynne, the Rise and Fall of the Comanches, the most powerfull Indian tribe in American history, Simon and Schuster, 371 pag.
– De Overgave, Arthur Japin, Arbeiderspers, 367 pag.

 

 

 

3 verwende vrouwen

Sorry hoor, maar dat is m’n conclusie na lezing van 3 boeken over 2 vrouwen uit de 18e eeuw en 1 vrouw uit de 20e eeuw. Te weten: Belle van Zuylen (brieven en dagboeknotities), Sophie Bentinck (verzamelde brieven en dagboeknotities in Onverenigbaar van karakter enz. van Hella Haasse) en de derde vrouw, Rika Nods-van der Lans uit Den Haag, (biografie door Annejet van der Zijl, Sonny Boy)

In de recensies worden vaak dingen geschreven als: sterke vrouwen die zich niets lieten gezeggen door wat cultuur en milieu voorschreven, onmogelijke liefdes werden mogelijk omdat ze zo onafhankelijk durfden zijn. Dat waren ze zeker. Maar tegelijk zou ik ze ook egocentrisch willen noemen en uit op eigen geluk op de eerste plaats. Jammer voor echtgenoten, kinderen en partners van hun geliefden. Die deden er minder toe blijkbaar…Belle van Zuylen is in dat opzicht het meest bescheiden. Sophie Bentinck het meest doorgeslagen. Heeft een decennialange verhouding met de man van haar stiefzus NB! Krijgt kinderen van hem, die ze dan weer laat adopteren door anderen, leeft zelfs samen met hem onder het dak van hem en z’n vrouw…Verlaat haar eigen kinderen in Nederland om haar minnaar achterna te reizen. Het spijt me, ik ben dan misschien een burgertrut, maar ik maak me daar nog boos over, al is het dan al 2 eeuwen geleden!!

Rika van der Lans, later Nods verlaat haar man omdat hij haar mishandelt, dat is nog te begrijpen. Maar ook zij geeft haar 4 kinderen op omdat ze met een 15 jaar jongere Surinaamse jongen die bij haar kamers woont een verhouding begint. We hebben het over de dertiger jaren. Ik lees daar niets over in recensies. Over verantwoordelijkheid en keuzes. Alleen over hoe erudiet en onderdrukt deze vrouwen waren. Hoe ze door hun doorzettingsvermogen toch kregen wat ze wilden, blah, blah. Maar de pijn van de kinderen, hoe verraden die zich voelden, als gevolg van de keuzes van hun moeders, dat blijft ondergeschikt aan de hoge, onvermijdelijke lotsbestemming: het nastreven van de liefde….

Alle drie boeken wel heel boeiend en beeldend geschreven! En zeker ook het lezen waard. Het feit dat ik ‘boos’ werd op alle drie de vrouwen bewijst in elk geval dat ze echt tot leven komen!!

%d bloggers liken dit: