Egypte en Nazareth – de jonge Jezus

images (439×720)

Op een marktje in Frankrijk pikte ik het op: Christ the Lord out of Egypt. Een engelstalige roman door Anne Rice (2006). Ik had nog nooit van de dame gehoord, maar echtgenoot herkende haar naam meteen. Ze schijnt ettelijke romans over vampiers geschreven te hebben. Op niveau, dat wel. Hmm. Niet van de vampiers zijnde vroeg ik me af wat deze titel dan wel zou inhouden. Na wat gebladerd te hebben kwam ik bij het voorwoord dat zeer intrigerend was. De auteur was tot het christendom bekeerd na jaren van atheïsme. Eigenlijk kan ik beter zeggen, ze was teruggekeerd naar de Rooms Katholieke kerk waarin ze was opgegroeid. Maar nu met een levend geloof, na jaren van studie en onderzoek en het lezen van boeken. Deze roman, zo schrijft ze, gaat uit van de historische betrouwbaarheid van de Evangeliën en van de Godheid van Jezus. Bijzonder. (Het gerucht gaat dat ze zich inmiddels weer ontrokken heeft aan de kerk, maar ik kon daarover geen informatie verder vinden.)

De kraam met tweedehands boeken, Engels en Frans, stond wat in een hoekje van de markt. Terwijl ik aan het snuffelen was luisterde ik mee met een gesprek van de eigenaresse en een klant, beiden woonachtig in de omgeving, zo klonk het. De vrouw zou ’s middags ‘een sjamanistisch ritueel gaan uitoefenen’. Mijn oren klapperden. Sjamanisme? Ik ken het uit Korea, waar we jaren woonden. Een duistere religie. Gestorvenen nemen bezit van de sjamaan die in trance verkeert en boodschappen doorgeeft uit de ‘andere zijde’. Je kon de huizen van sjamaans herkennen aan de lange, dode bamboetak die boven het huis uitstak en er met rood lint aan was vastgebonden. Men ging naar de sjamaan met ziekten, met problemen en allerhande zaken. In de ziekenhuizen ving men vaak de doodzieke mensen op die eerst geholpen waren door de sjamaan, zonder resultaat. Vaak wel met brandplekken als resultaat van de gebruikte methodes. Mensen die tot geloof kwamen voelden zich letterlijk bevrijd van een duistere macht.

En dan sta ik hier op dit idyllische, zonovergoten Franse marktje, met dit ‘gelovige’ boek in mijn hand, bij mensen die zich vrijwillig overgeven aan deze animistische religie, vaak zonder te beseffen hoe donker en gevaarlijk dat is. Typische westerlingen die denken de krenten uit de pap van Oosterse religies te kunnen halen. Zal ik ze aanspreken? Niet gedaan…

Terug naar het boek. Ik heb het gelezen en vind het een meesterlijke poging te beschrijven hoe het gegaan zou kunnen zijn met de bewustwording van Jezus als kind dat hij meer dan een mens was. Het boek beschrijft een periode van een jaar of twee. De terugkeer van Jozef en Maria met Jezus en de rest van de familie uit Egypte, terug naar hun oude woonplaats Nazareth. De auteur plaatst die episode in de geschiedenis van het Romeinse rijk en het volk Israël. De opstootjes die plaatsvonden onder de Joden, wreed neergeslagen door de Romeinen. De tempelfeesten in Jeruzalem, die onder spanning plaatsvinden, vanwege de politieke situatie. Alleen daarom al boeiend.

Maar de subtiele wijze waarop Rice de gemoedstoestand van het kind Jezus, dat toch God is, ook dan, tracht te peilen vind ik ontroerend goed geslaagd. Je anders voelen dan anderen en toch hetzelfde zijn. Een begrip en inzicht hebben in de Thora dat uitstak boven elk gemiddelde en toch kind zijn, willen spelen en ravotten. Het bewust worden van zijn bijzondere natuur moet geleidelijk zijn gegaan, en deze roman probeert dat enigszins woorden te geven. Anne Rice volgt daarbij de Katholieke tradite van de vroege wonderen van het kind Jezus dat, zijns ondanks, uit klei vogels echte vogels maakt; een vriendje tijdens het spelen vervloekt vanwege oneerlijk spelgedrag, waardoor het kind dood neervalt. Jezus doet hem dan weer levend worden. Verhalen waar geen historische basis voor is. Ook blijft Maria maagd. Ook de interactie tussen haar en haar zoon is heel teder omschreven.

De moeite van het lezen waard.

Menage á trois…

Toevalligerwijs de naam van onze mobilhome 😀
Toevalligerwijs de naam van onze mobilhome 😀

Onze laatste dagen in Frankrijk, dus nog maar een Franse titel ertegenaan. Die tot op bepaalde hoogte de lading dekt 🙂

SAM_1814

Op vakantie met een dove zus en een zichzelf (onbewust) af en toe van de buitenwereld afsluitende echtgenoot, is voor iemand die ALLES hoort af en toe een beproeving. In de ochtend, tot half elf of zo, verdraagt Zus geen gehoorapparaten en verstaat dus weinig, maar wil wél graag weten wat er gezegd wordt. Echtgenoot verdiept zich in zijn Franse krantje en is alleen bereikbaar door hem nadrukkelijk aan te spreken. De volgende conversaties ontwikkelen zich dan:

Ik tegen echtgenoot: je koffie staat hier!
Zus, hard: Wat zeg je?
Echtgenoot, door de harde stem opgeschrikt uit zijn krant, tegen zus: zei je iets, Zus?
Ik, opnieuw: Je koffie staat hier!
Zus: Ik drink alleen thee ’s ochtends…
Echtgenoot: Is er thee?
Ik drink de koffie van echtgenoot op en verlaat de bühne.

Of, een andere situatie: Ik lees. Kan dat niet als er om me heen gepraat wordt. Zus heeft de gewoonte veel hardop te doen. Echtgenoot is ook niet van de stillen (behalve wanneer hij leest). Och arme….ik die alles en elk geluid hoor, kom soms niet verder dan twee zinnen, voor ik me terugtrek in een geluidsarme ruimte, onze 2,5 bij 2,5 slaapkamer.

SAM_1789

Maar de taken zijn goed verdeeld. Ik heb geluk want ik mag koken, de anderen ruimen op! Af en toe gooit echtgenoot een lading was in de machine op de camping en hangen Zus en ik de was rondom onze mobilhome en lijken we even op een Travelers familie.

We vermoeden dat er op de camping druk wordt gespeculeerd wie nu uiteindelijk de Echte vrouw van echtgenoot is. Zus zit altijd voorin de auto (die is van haar), loopt na het voetbal in de kantine stijf gearmd terug in het donker met echtgenoot (zij blijft vaak langer kijken). Maar dan lopen ik en echtgenoot ook weleens langs, hand in hand.

En we lachen wat af! De dagen vliegen voorbij, vrijdag gaan we weer rijden, de campinggasten achterlatend met vraagtekens. Ik achterin waar ik eindelijk kan lezen. Echtgenoot en Zus zorgen voor de muziek en de route. Heerlijk!

Toch nog kunnen lezen:

Heartbreaking_Work_Dave_Eggers.jpg (312×475)Heartbreaking Work of Staggering Genius – Dave Eggers (autobiografische roman, fascinerend, met liefde, tederheid en boosheid geschreven. Over zijn eigen geschiedenis waarin hij als 22-jarige de verantwoordelijkheid krijgt voor zijn 14 jaar jongere broertje, na de dood van beide ouders. Overweldigend, ontroerend, en af en toe stuitend vanwege de  VELE vloeken, waarmee hij uiting geeft aan zijn woede)

 

 

images (258×400)Gould’s Book of Fish, a novel in twelve fish – zeer origineel en boeiend, over de gruwelijke situatie van Engelse veroordeelden in de kolonie Tasmanië. Met vele lagen. (Hoort in de categorie ‘metafictie’, een genre waarbij de auteur inbreekt in het verhaal en zich richt tot de lezer op verschillende manieren). Afstotelijke wreedheden worden beschreven op een ‘humoristisch/cynische’ wijze. En toch ook teder en empatisch.

Beide boeken nog eens doornemen met mijn dochter die de laatste titel heeft gebruikt tijdens de college’s die ze gaf over Cultural Memory Studies. Ik heb een hooggeleerde dochter, met wie ik heerlijk over boeken kan praten. We wisselen titels uit en zo ben ik steeds meer in de literatuur terechtgekomen, vooral de Engelstalige. Mijn paradijs op aarde? In alle stilte, een kop koffie naast me, liefst liggend, LEZEN.

 

Biafra

Wie weet nog waar ‘Biafra’ over ging? Ik was een jaar of twaalf toen dit woord een betekenis voor me kreeg. Het stond gelijk aan hongersnood. Kinderen met een Biafrabuikje, zo praatten we erover. Dat was dan een kind met zo’n  gezwollen buikje, terwijl de rest van het lichaam letterlijk vel over been was. Armen en benen als luciferhoutjes. En de buik dik van hongeroedeem.

Meer dan honger en de daarmee gepaard gaande ellende kan ik me niet herinneren. Welk conflict er speelde, waarom er hongersnood was, dat is me toen ontgaan. Afrika, Biafra, hongersnood, het was een trits die bij elkaar hoorde. Het was zeker aanleiding voor vaders en moeders toen, die ook de oorlog hier en de hongerwinter hadden meegemaakt sterk aan te dringen op het leeg eten van je bord. Voedsel was kostbaar, en niet alleen in termen van geld.

Nu was mijn moeder een softie. Hongerwinter of Biafra, ik hoefde geen dingen te eten die ik niet lekker vond en dat was veel, zal ik eerlijk bekennen. Maar dit terzijde.

Ik was dus een jonge tiener toen er een conflict uitbrak in Nigeria. Ik weet nu waar het over ging omdat ik net de roman van Chimamanda Ngozi Adichie heb gelezen: Half of a Yellow Sun. Het conflict begon met de afslachting  van de uit het Oosten van Nigeria afkomstige Igbo, door de noordelijke, Hausa-sprekende stam.  Er waren meer bevolkingsgroepen destijds, maar het conflict begon tussen deze groepen. De Igbo scheidden zich af en stichtten de onafhankelijke republiek Biafra. Tussen de troepen van de regering van centraal Nigeria en het in alle haast opgerichte leger van Biafra woedde er 2,5 jaar oorlog. Voedsel kwam mondjesmaat binnen en uiteindelijk stierven 1 miljoen als gevolg van de oorlog en van de honger. Nigeria nam het land weer in.

Dit is de geschiedenis die Adichie beschrijft in haar roman. Een onthutsende, aangrijpende roman. De wreedheid, de vervreemding tussen volken die eerst samenleven, de liefde en de moed van mensen die vechten voor een (onbereikbaar) ideaal, het menselijke verhaal van de (in Londen opgeleide) zussen Olanne en Kainene met hun partners, de houseboy Ugwu, hun vlucht, hun strijd om in leven te blijven, het is een adembenemend mooi geschreven verhaal. Het brengt de duizenden verhalen van vluchtelingen van nu dichtbij.

Adichie is zelf nazaat van Biafranen, haar beide grootvaders stierven in de oorlog die duurde van 1967 – 1970. Ze heeft de verhalen gehoord van familie en vrienden en de geschiedenis verwerkt in een fictief verhaal.

Wat bijna niet genoemd wordt is dat de strijd begon als een gevolg van (politieke) spanningen tussen de islamitische Hausa en de christelijke Igbo. Speelde het religieuze motief geen rol nog? De christelijke identiteit van de Igbo komt in deze roman slechts heel zijdelings ter sprake. De invloed van het animisme lijkt sterker aanwezig.

Een aanrader voor wie wel wat aankan. Ook Americana van dezelfde schrijfster is meer dan de moeite waard.

Gelezen

Gelezen:
caleb21. Searching for Caleb, 1975
Auteur: Anne Tyler
recensie: New York Times Bookreviews

De Pecks, vier generaties van een welgestelde familie in Baltimore, vormen de achtergrond van het verhaal. Beheerst, terughoudend, gericht op decorum is de familie te benauwend voor twee van de familieleden. In het verleden voor Caleb, de broer van Daniel de patriarch, die 60 jaar geleden spoorloos verdween en in het heden voor de kleinzoon van Daniel, Duncan. Rusteloos en altijd op weg van de ene woonplaats en baan naar de andere, vergezeld door zijn vrouw, volle nicht Justine, die (amateur)waarzegster is. Grootvader Daniel en Justine gaan samen zoeken naar Caleb en het verleden. Justine is zichzelf ergens onderweg van kind naar volwassene kwijtgeraakt, door de onrust van haar man. Hoort ze wel bij de Pecks, hoort ze er niet bij?  Hun dochter is in karakter en gedrag ten volle een Peck. Ook die raakt ze kwijt. Of toch niet? Prachtige tekening van familieverbanden, verwijdering en liefde, herinneringen en gedeelde emoties. Met veel humor en fantasie geschreven.

caleb12. The Beginners Goodbye, 2012
Auteur: Anne Tyler
recensie: USAtoday

Min of meer willekeurig uitgekozen om op mijn Kindle te lezen. Intrigerend verhaal over het verdriet van een (jonge) weduwnaar die zijn vrouw verliest door een omvallende boom op hun huis. Prachtige karaktertekening, humor, en onverwachte gebeurtenissen. 

De Overgave en White Squaw

De Overgave van Arthur Japin vertelt het verhaal van Cynthia Ann Parker, een 9 jarig meisje dat in 1836 ontvoerd wordt door Comanche Indianen in het zuiden van Texas, toen een nog niet gekoloniseerd gebied in Amerika. De Comanche Indianen zijn bekend om hun primitieve levensstijl, vergeleken met andere stammen en hun exceptionele wreedheid. Ze leefden van bisonjacht en (wilde)paardenhandel. Ze waren uiterst bedreven in het vangen en temmen van de kleine wilde mustang paarden (ooit geïntroduceerd door de Spanjaarden in de 16e eeuw) die in kuddes over de prairies zwierven.

 

foto van Cynthia Ann, na de ‘bevrijding’ door haar blanke familie, volkomen tegen de gebruiken van die tijd is ze met ontblootte borst gefotografeerd.

Het beeld van de nobele Indiaan, alleen door onderdrukking van de blanken tot wanhoop, oorlog en wreedheid gebracht werd voor mij wel enigszins bijgesteld toen ik over deze stam en bijbehorende familieclans (bonden) las. Tot op zekere hoogte vreedzame Indianen volken waren er zeker, vooral in het Oosten van de VS. En blanken deden niet onder in wreedheid in de verovering van gebieden op de Indianen (of elders!). Maar de Comanche waren, zelfs onder andere Indianenstammen, gevreesd. Hun levensstijl was primitief, in de zin dat ze geen voedsel verbouwden, zich nergens vestigden en  van het vlees (en alle andere producten) van de bisons leefden. In vroegere tijden veracht door andere Indianen raakten ze in de 19e eeuw oppermachtig door hun behendigheid in het oorlog voeren te paard. In vliegende vaart zakten ze langs de hals van het paard naar rechts of links en konden ze al hangend nog schieten, hetzij met pijl en boog, hetzij met geweren, een andere erfenis van de Spanjaarden.

Het feit alleen al dat ze paardreden was bijzonder. In de 19e eeuw hadden de meeste Indianenvolken geen beschikking over rijdieren. Ook dat beeld is mij voorgeschoteld door Hollywood.

Ze vervolgden en verdreven andere stammen, zoals de Apaches en de Ute indianen uit hun oorspronkelijke leefgebieden en stalen links en rechts kinderen (ook van andere Indianenstammen) om die óf te adopteren als eigen kinderen (het sterftecijfer van de Comanche was hoog, vrouwen vaak onvruchtbaar) óf hen als slaven te verkopen aan wie dan ook, met name Mexicanen en andere nogal louche figuren, die de kinderen vaak doorverkochten (met winst!) aan de oorspronkelijke families. Het was allemaal niet zo gezellig daar in het Wilde Westen in de vorige eeuw. Mocht ik dat ooit gedacht hebben op grond van Little House on the Prairie, ik heb veel geleerd de afgelopen zomer! Het leven was er keihard, hing altijd aan een zijden draadje door ziekte, honger, extreem weer of aanvallen door Indianen.

Cynthia Ann’s familie wordt overvallen door een grote groep Comanches, getallen in de verslagen variëren van 100 tot 600 man. De mannen worden vermoord, de vrouwen worden eerst verkracht, gemarteld en dan vermoord of voor dood achtergelaten. Jonge baby’s evenzo. Het is de eerste keer dat een hele familie zo gruwelijk wordt aangevallen. Dat heeft ook te maken met het feit dat deze familieclan zich vestigt in een gebied waar pioniers zich nog niet gewaagd hadden, zonder bescherming van het leger.We hebben het dan over het verre zuiden van Texas, voorbij de Mississippi, in de buurt van de Red River, toen nog officieel Mexicaans grondgebied (tot 1836). Het is dus ook een waarschuwingsteken van de Comanches, dit is ons gebied, blijf hier weg. Het is geen enkele verontschuldiging voor de overmatige wreedheid, maar het geeft wel de spanning van die tijd aan. Van wie is dit machtig grote, lege land?

Het verhaal van Cynthia Ann, in de roman van Japin verteld vanuit het perspectief van de grootmoeder, die de verkrachtingen en martelingen overleefd, vind ik, naast schokkend, fascinerend. Ik lees het voor de tweede keer nadat ik in de vakantie een geschiedenis las van de Comanches waarin dit verhaal een belangrijke rol speelt. Het dramatische voorval vormt de kapstok waaraan de schrijver de strijd tussen blanke kolonisators, Amerikaanse overheid, westerse beschaving enerzijds en de Indianen als oorspronkelijke bewoners anderzijds in een uitgebreid historisch perspectief plaatst. Ik realiseer me steeds meer hoe sterk verweven die geschiedenis is en hoe tragisch die uiteindelijk verlopen is voor de ‘Native Americans’. Nieuw voor mij is dat er onderling tussen de stammen ook veel wreedheid en strijd was, al voor de blanken zich vestigden in Amerika.

Cynthia Ann wordt, na aanvankelijk wreed behandeld te zijn, volledig opgenomen in de stam. Ze trouwt met een leider en krijgt drie kinderen met hem. In een strijd met de blanken wordt haar man gedood en neemt men haar, na 24 jaar, mee terug naar de wereld van haar familie.

Maar ze is totaal ontheemd, is haar taal vergeten en wil alleen maar terug

naar haar Indiaanse familie. Ze verkeert in de veronderstelling dat haar twee jongens dood zijn, maar haar oudste zoon Quana zal nog een belangrijke rol spelen in de, in feite al verloren, strijd met de blanke overheersers. Ze leeft nog een aantal jaren, maar wanneer haar dochtertje Prairiebloem sterft aan influenza kwijnt ze uiteindelijk weg. Ze sterft en zal haar zoons nooit weerzien. Tot aan haar dood blijft ze een bezienswaardigheid en houdt ze ook vast aan Indiaanse rituelen en gebruiken. Zo snijdt ze zichzelf als teken van rouw over de dood van haar man en kinderen.

Ongelofelijk tragisch en tegelijk fascinerend onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis.

Mede naar aanleiding van:

– Empire of the Summer Moon, S.C. Gwynne, the Rise and Fall of the Comanches, the most powerfull Indian tribe in American history, Simon and Schuster, 371 pag.
– De Overgave, Arthur Japin, Arbeiderspers, 367 pag.

 

 

 

9/11, Beckman en HTM

Bah, ik heb mijn boek uit…Ik ga na ieder gelezen boek door een fase van ontwenningsverschijnselen. Ik zoek iets, het is er niet en ik denk: oh nee het was er eigenlijk niet, behalve in mijn verbeelding. Elk (nou ok, bijna elk) boek dat ik lees is even een extra werkelijkheid, met mensen en gebeurtenissen die deel uitmaken van mijn leven. De laatste drie boeken die ik las waren (toevallig!) alle drie verhalen geschreven vanuit het perspectief van een kind van rond de 10. Het laatste was echt geweldig goed geschreven. Auteur: Jonathan Saffran Foer; titel: extremely loud & extremely close. Er zijn twee verhaallijnen. Een is die van een jongetje dat besluit het slot te zoeken wat bij een sleutel past die hij vindt bij de spullen van z’n overleden vader. Die vader is omgekomen tijdens 9/11, de aanval op het World Trade Center in New York in 2001. De tweede verhaallijn is die van zijn grootmoeder. Hoe zij in New York terechtkomt vanuit het Duitsland na de 2e WO. Ze woonde in Dresden, dat werd plat gebombadeerd door de geallieerden. Heel aangrijpend en soms humoristisch verhaal. Over familie, liefde, gemis, en volharding.

Het tweede boek is van Donna Tart, Little Friend. Vond ik niet overtuigend en verveelde me een beetje. Ik heb nog een derde boek vanuit kinderperspectief gelezen maar ben nu even de titel kwijt.

Voor onze verjaardagen kregen we twee boeken van Willem Jan Otten. Van Jes, onze dochter. De gedichten zijn prachtig wat betreft taalgebruik, maar zeer cryptisch…Ik was net weer begonnen om voor het slapen gaan een gedicht te lezen en een bundel van Gerrit Achterberg naast mijn bed gelegd. Vond ik al vrij moeilijk. Maar Otten is nog cryptischer! Toch vind ik het een bijzondere ervaring, gedichten lezen. Soms is het maar 1 zinnetje wat net iets tot uitdrukking brengt waar je mee bezig bent. Ik vond in een boek een gedicht dat ik in 1989 had gescheurd uit een kalender. Ik had erop geschreven: zo ervaar ik het leven in Nederland (we waren na 8 rustige jaren in Korea net 1 jaar terug). Zo begint het gedicht:

September is nog niet voorbij
en reeds denk ik aan sneeuw
en aan de kilheid van november
We hebben nood aan tijd-
aan trage tijd vol nietsdoen
en verveling.

Vooral die laatste 3 zinnen vind ik prachtig. Trage tijd vol nietsdoen…Heerlijk.

Welaan..over nietsdoen gesproken. vorige week eindelijk weer met m’n vriendin Ank naar Amsterdam geweest voor een middagje cultuur. Tentoonstelling van werk van Max Beckman (overleden in 1950) + lezing. Interessant en boeiend. Niet opwekkend…Geen vrolijke baas, die Max. Kon wel prachtig schilderen en vooral zijn portretten vond ik heel mooi.

Verder vandaag eindelijk iets gedaan waar ik altijd stiekem op hoop dat een ander het ooit voor mij zal doen..In de vermaledijde trams in Den Haag moet je gepast betalen wanneer je een kaartje wil. Heb je geen munten dan kun je uitstappen en eerst ergens gaan wisselen. Is me een paar keer overkomen. Zo irritant! Vanmorgen stapte er iemand in die alleen maar 50 euro had en hem werd te verstaan gegeven dat hij kon uitstappen. Triomfantelijk haalde ik mijn 40 strippen kaart uit mijn tas en zei grootmoedig: hier neem maar wat strippen van me. Oh wat een genot met zulke simpele dingen als drie tramstrippen iemands leven te veraangenamen!

foe

Tot nu toe drie boeken gelezen van Coetzee. Disgrace, Waiting for the Barbarians en nu Foe. De eerste twee vond ik zeer aangrijpend en knap geschreven. Vooral Waiting for the Barbarians is een boek wat je dagen achtervolgt. Dreigend, donker, en heel subtiel en sober geschreven. Het gaat over hele krachtige emoties, die het verhaal bij jou als lezer ook oproepen. Het verhaal is tijdloos. Het kan zowel in verleden of in de toekomst geplaatst worden. En wie foltert wie, hoe meet je kwellingen in termen van ondragelijkheid? Alles wordt bevraagd door Coetzee, niets is voorspelbaar. Het kwaad zit in ieder van ons.

In Foe wordt dezelfde manier van losmaken uit herkenbare kaders toegepast. Het verhaal is gebaseerd op Robinson Crusoe, die op een onbewoond eiland aanspoelde. Een klassieker van Daniel Defoe, uit de 19e eeuw. Coetzee introduceert een nieuw personage: Elizabeth Barton. Zij spoelt aan op het eiland. Er onstaat een vaag soort relatie met een zwijzame Crusoe. Samen komt ze met Friday terug in Engeland. Crusoe is overleden. Ze zoekt contact met Foe, de schrijver van het verhaal. Haar dochter komt aan de deur, maar het is helemaal niet haar dochter, volgens Elizabeth. Duidelijk wordt dat Foe de schrijver personages invoegt en weer wegschrapt uit haar leven. Zelf is ze immers ook verzonnen. Het is knap geschreven en ik kreeg zelfs in het verwarrende plot toch een band met Elizabeth. Maar ik vond uiteindelijk het spel wat Coetzee speelt met de karakters en zijn mix van werkelijkheid en verbeelding te zeer het verhaal overheersen. Zoals alle verhalen is ook dit donker en droevig. Dit, in combinatie met de voortdurende opzettelijke verwarring over het wel of niet ‘echt’ bestaan van personages werd deze amateur-criticus te veel. Overigens is hij juist daarom wel geslaagd in z’n opzet!

Van de weeromstuit ben ik een lekker historisch boek gaan lezen. “Bentinck, of de onverdraagzaamheid van karakter”, van Hella Haasse. Een briefwisseling uit de 18e eeuw tussen verschillende personen vooral nav het huwelijk van Bentinck met een onuitstaanbare, verwende hysterica. Excuse me. Misschien verandert m’n mening nog.

%d bloggers liken dit: