De coronazomer van 2021

Geen lange reizen

Het is een vreemde, lange zomer geweest met weinig zomerweer en slechts korte vakanties en/of belevenissen. Toch maakte die diversiteit de zomer ook weer leuk. We hebben veel echt Nederlandse dingen gedaan, iets waar we door naar het buitenland te reizen veel minder aan toe komen. Echtgenoot is al voor de tweede zomer op rij niet in het buitenland geweest, wat een unicum is. Als warmte- en zonminnaar vertrekt hij zo gauw het kan voor vakantie naar zuiderlijke oorden, waar ik dan weliswaar smelt, maar geniet van zijn genot. Corona maakte alles anders. Geen buitenlandse reizen voor ons samen. Behalve een moederdaggeschenk van mijn oudste dochter: in juni naar hun familiehuis in Griekenland! Intens genoten.

Toen moest de zomer echter nog beginnen. Het weer bleef matig, maar we hebben toch veel ondernomen. Eigenlijk was het ‘mijn’ zomer. Al zo lang wil ik eens in Nederland op vakantie, maar zwicht steeds voor de zonverlangens van echtgenoot, zoals gezegd. Ik weet dat hij die warmte nodig heeft om een Nederlandse grijze winter te doorstaan. Maar goed. Dank zij corona kon het dit keer niet anders.

Ik hou ervan mijn regio te verkennen. Wat speelt er, wat gebeurt er nu en wat gebeurde er vroeger? Ik lees met plezier plaatselijke krantjes en folders en hou bij wat er allemaal georganiseerd wordt. En wanneer je dat eenmaal doet valt het op hoe actief mensen zijn in stadjes en dorpen! Zoveel initiatieven op muzikaal en ander cultureel gebied. Waar ik woon zijn ontzettend veel vrijwilligersorganisaties die de leukste dingen bedenken!

Herman de Man

Zo was er de maand waarin de schrijver Herman de Man werd herdacht met een heus festival. Hij groeide op o.a. in Gouda, Woerden, Lopikerkapel en Polsbroek, de laatsten kleine dorpen in deze omgeving, die Lopikerwaard genoemd wordt. Zijn romans spelen zich allemaal af in deze polders. Ook IJsselstein, mijn woonplaats, wordt vaak vermeld. Ik was geen de Man-kenner maar het intrigeerde me dat hij zo uitgebreid over de regio waar ik de laatste tien jaar woon heeft geschreven! Een gebied waar ik inmiddels wel wat verknocht aan ben geraakt. Dat betekende dus de romans gaan lezen. Ooit begonnen in het meest bekend geworden ‘Het Wassende Water’ maar toen blijven steken vanwege het dialect. Opnieuw begonnen en gaandeweg zo geboeid geraakt dat ik achter elkaar drie andere gelezen heb. ‘Rijshout en Rozen’;  ‘De Bittere Winter van Negentig’ en ‘Maria en  haar Timmerman’.

Mini manie

Zo ontstond er een mini Herman de Man manie. Want alom werden activiteiten georganiseerd die ons mee op pad namen om een aspect van het leven van de personages in zijn romans te proeven. We bezochten een eendenkooi (ik had geen idee wat het was tot we er een zagen). We zagen een solo theatervoorstelling door Gerda Hoogendijk gebaseerd op het Wassende Water, in een oude boerderij, begeleid door accordeon en piano. We fietsten langs paden en wegen die door waarden en polders voerden met langs de weg lokale producten en antiek. Het was zo leuk! En wat heb ik veel geleerd! Over polderbestuur en waterbeheer aan het begin van de 20e eeuw, over het harde leven van de boeren, over hun verstokte  liefde voor het oude polderland en de (kerkelijke) tradities.

Herman de Man vind ik een geweldige schrijver. Zijn mensenkennis, zijn inzicht in de innerlijke strijd die elk mens voert, zijn prachtige beschrijvingen van het boerenland, de seizoenen, zo belangrijk voor boeren, en zijn mildheid ondanks kritiek op de vastgeroeste boerengewoontes en hun starre godsdienst. Opvallend is ook zijn menselijke beschrijving van zijn karakters inclusief de erotische gevoelens. Ik ben begonnen in een biografie over hem van Gé Vaartjes. Ik geloof de meest uitvoerige biografie die er is. Daarin komt de Man naar  voren als een nogal onuitstaanbaar mannetje. IJdel, onbetrouwbaar en dominant. Ik was teleurgesteld maar realiseerde me dat talent niet altijd samengaat met een makkelijk karakter. Hij is niet de eerste schrijver die in het dagelijks leven moeilijk in de omgang is.

Boerderij waarachter de eendenkooi is.
Een oer-Hollandse, vertelling door Gerda Hogendijk, vrij naar het boek van Herman de Man. Met muzikale begeleiding door Janet van Diest (accordeon)en Jean Marie Dosogne (piano).Theatervertelling op de deel.
Brocante langs de weg
Boerderij bij Jaarsveld

Herman de Man, echte naam Salomon Hamburger, heeft een grillige levensloop. Zijn ouders zijn joods, maar nauwelijks religieus. Hij is pacifist in zijn jonge jaren en moet daarvoor naar de gevangenis omdat hij dienst weigert. Later ook nog eens voor fraude. Hij wordt vaak ontslagen of raakt in conflict met mensen om hem heen. Hij trouwt met een Joodse vrouw en heeft zeven kinderen met haar. Na hun trouwen treden ze toe tot de Katholieke kerk. Vóór het uitbreken van de oorlog vertrekt de Man naar Frankrijk. Vandaar vlucht hij naar Engeland en werkt  voor radio Oranje. Zijn vrouw en vijf van zijn kinderen zal hij tragisch genoeg, nooit meer zien. Zij worden vermoord in Auschwitz. Zelf keert hij, na nog een korte periode op Curaçao, terug naar Nederland, bij zijn twee overgebleven kinderen, die ondergedoken waren in de oorlog. In 1946 komt hij om bij een vliegtuigongeluk. Hij wordt begraven in Vianen waar zijn graf enkele jaren geleden is gerestaureerd.

De grafsteen in Vianen

Ik voel me door het lezen van zijn romans nog meer verbonden met mijn omgeving. De lange historie van dit gebied, dat grotendeels nog bewaard is gebleven in de oorspronkelijke vorm wat betreft de indeling van de polders met oude namen.

Nu moet ik me nog ertoe zetten de serie het Wassende Water te gaan kijken die in de jaren tachtig op TV was en nu op YouTube nog te zien is. Ik ben geen fan van series van eigen bodem maar het schijnt wel de moeite van het kijken waard te zijn.

Bij de wilde beesten af…

9789024568727_VRK.jpg (583×900)    9789024568901-de-dieren-van-ver-l-LQ-f.png (160×247)    56e7a70a0d8906.14579214.jpg (593×900)

Ik ging dus mijn lokale boekhandel steunen. Ik ging een jeugdboek bestellen uit een serie waarin wilde dieren een rol spelen van Piers Torday.  Ik woon in een klein stadje en ben ontzettend blij met alle voorzieningen. Theater, bioscoop, een HEMA en een goeie boekhandel. Die moet je steunen. Dus niks bol.com. Wel makkelijk als je haast hebt natuurlijk, binnen een dag bezorgd. Maar ik ben stoer.

Ik vraag mijn boekhandel naar een bepaald jeugdboek. Helaas niet op voorraad. Maar geen probleem hoor, zo besteld! En voor zaterdag (ons Sintfeest) binnen. Zeker weten? 100% zeker, mevrouw! Per post of koerier uiterlijk vrijdagmiddag binnen. Ik ga gerustgesteld en voldaan naar huis. Mijn plaatselijke man gesteund. En een mooi boek onderweg. En op tijd binnen.

Zaterdagmiddag. Een half uur voor het feest arriveert het boek, gelukkig nog net op tijd! Toch wel even melden, denk ik nog vluchtig, goed voor hem om te weten dat je niet helemaal vertrouwen kunt op de uitgever/Post.nl. Dan barst het Sintgeweld los en ik ben alleen maar blij met het boek. Helaas blijk ik deel drie in plaats van deel twee besteld te hebben.

Maandag naar het ‘staadje’ (Utreg’s voor stadje=centrum) getogen om het boek te ruilen. Ik dacht ‘even’ in de betekenis van terugbrengen en opnieuw bestellen en hoppa op de fiets naar huis. Maar…De boekenman is niet happy als ik nog vrolijk gestemd, deel 3 op de toonbank leg met de vraag het andere deel te bestellen voor me.

‘Wat moet ik met deel 3?’, zegt hij nors. ‘Zit helemaal niet in mijn assortiment. Onverkoopbaar’. Het verbaast me. Hij heeft juist een goed aanbod van de betere jeugdboeken.
Er begint in mij iets te bewegen. Een tweegesprek. ‘Dan hou ik deze wel’, wil de conflicthatende Margreet zeggen, die alle problemen zo gauw mogelijk wil oplossen.
‘Ben je gek’, zegt de flinke Margreet, ‘je moet toch een boek kunnen ruilen, wat is dit nou?!’
Ik zet mijn irritatie om in een creatieve oplossing: ‘Bestel de andere 2 delen, die heb je zo verkocht!’

‘Nee’, zegt de brombeer. Dan wordt het mijn probleem. Dan kost het mij geld. En ik ken dat hele boek niet.’

CY9DiN7WwAEDyby.jpg (468×292)

De inmiddels boos-wordende-Margreet denkt: Je zoekt het maar uit. Ik doe mijn best jouw winkel te steunen en dan sta je zo te jeremiëren…Los het maar op!’
Met veel tegenzin bestelt de man het tweede deel van de steengoede serie van Torday.  De sfeer is niet helemaal ‘je van het’, maar het is me gelukt vriendelijk te blijven. Echtgenoot die verderop staat heeft al een paar keer met opgetrokken wenkbrauwen mijn kant uitgekeken.

Voor ik vertrek wil ik hem nog even attent maken op het feit dat de 100% garantie niet helemaal klopte. Naief verwacht ik een kort, maar gemeend antwoord, zoiets als: ‘Oh echt? Sorry, maar ja, het is inderdaad een drukke tijd…volgende keer zal ik iets meer onzekerheid inbouwen..’
Al was het de helft geweest, dan nog had hij mijn volledige begrip gekregen. Maar ik had het kunnen weten.
Wat zegt mijn boekenman tegen zijn klant die juist voor hem de webshop meed:

Met licht dedain zijn schouders ophalend: ‘ Ach ja…een dag..wat is nou een dag..moet kunnen..gewoon een drukke tijd.’

Er is in mij geen innerlijke tweestrijd meer. Ik vind deze man ronduit onaangenaam. En mijn irritatie begint uit mijn oren te stomen. Maar wat zeg je tegen zo iemand? Duidelijk niet bereid om ook maar enige klantvriendelijkheid te tonen. Ik had het helemaal verpest met mijn ruiling.
Ik probeer het nog een laatste keer.
‘Nee, dat snap ik, maar omdat je het over 100% zekerheid had toen ik het bestelde voor de Sint…’ Aan zijn gezicht zie ik dat het geen zin meer heeft.

Nog niet helemaal overtuigd van de gebeurtenis, loop ik met echtgenoot naar buiten.
‘Ik kon mijn oren niet geloven’ , zegt die ‘daar gaan we dus niet meer heen. Wat een volkomen gebrek aan klantvriendelijkheid!’

online-cursus-klantgerichtheid-en-klantvriendelijkheid-15-638.jpg (638×479)

Ik voel me enigszins gesteund. Maar ik ben een twijfelaar en begin mezelf al snel af te vragen of ik nu onredelijk was? Misschien dat boek niet ter ruiling aan had moeten bieden? Wat vinden jullie, lezers?

Een ding weet ik zeker. Volgende keer wordt het niet meer de lokale boekhandel. Ook niet de beroemde webshop. Ik ga voortaan voor boeken naar Van Rietschoten. Excellente, viendelijke en snelle service!

Egypte en Nazareth – de jonge Jezus

images (439×720)

Op een marktje in Frankrijk pikte ik het op: Christ the Lord out of Egypt. Een engelstalige roman door Anne Rice (2006). Ik had nog nooit van de dame gehoord, maar echtgenoot herkende haar naam meteen. Ze schijnt ettelijke romans over vampiers geschreven te hebben. Op niveau, dat wel. Hmm. Niet van de vampiers zijnde vroeg ik me af wat deze titel dan wel zou inhouden. Na wat gebladerd te hebben kwam ik bij het voorwoord dat zeer intrigerend was. De auteur was tot het christendom bekeerd na jaren van atheïsme. Eigenlijk kan ik beter zeggen, ze was teruggekeerd naar de Rooms Katholieke kerk waarin ze was opgegroeid. Maar nu met een levend geloof, na jaren van studie en onderzoek en het lezen van boeken. Deze roman, zo schrijft ze, gaat uit van de historische betrouwbaarheid van de Evangeliën en van de Godheid van Jezus. Bijzonder. (Het gerucht gaat dat ze zich inmiddels weer ontrokken heeft aan de kerk, maar ik kon daarover geen informatie verder vinden.)

De kraam met tweedehands boeken, Engels en Frans, stond wat in een hoekje van de markt. Terwijl ik aan het snuffelen was luisterde ik mee met een gesprek van de eigenaresse en een klant, beiden woonachtig in de omgeving, zo klonk het. De vrouw zou ’s middags ‘een sjamanistisch ritueel gaan uitoefenen’. Mijn oren klapperden. Sjamanisme? Ik ken het uit Korea, waar we jaren woonden. Een duistere religie. Gestorvenen nemen bezit van de sjamaan die in trance verkeert en boodschappen doorgeeft uit de ‘andere zijde’. Je kon de huizen van sjamaans herkennen aan de lange, dode bamboetak die boven het huis uitstak en er met rood lint aan was vastgebonden. Men ging naar de sjamaan met ziekten, met problemen en allerhande zaken. In de ziekenhuizen ving men vaak de doodzieke mensen op die eerst geholpen waren door de sjamaan, zonder resultaat. Vaak wel met brandplekken als resultaat van de gebruikte methodes. Mensen die tot geloof kwamen voelden zich letterlijk bevrijd van een duistere macht.

En dan sta ik hier op dit idyllische, zonovergoten Franse marktje, met dit ‘gelovige’ boek in mijn hand, bij mensen die zich vrijwillig overgeven aan deze animistische religie, vaak zonder te beseffen hoe donker en gevaarlijk dat is. Typische westerlingen die denken de krenten uit de pap van Oosterse religies te kunnen halen. Zal ik ze aanspreken? Niet gedaan…

Terug naar het boek. Ik heb het gelezen en vind het een meesterlijke poging te beschrijven hoe het gegaan zou kunnen zijn met de bewustwording van Jezus als kind dat hij meer dan een mens was. Het boek beschrijft een periode van een jaar of twee. De terugkeer van Jozef en Maria met Jezus en de rest van de familie uit Egypte, terug naar hun oude woonplaats Nazareth. De auteur plaatst die episode in de geschiedenis van het Romeinse rijk en het volk Israël. De opstootjes die plaatsvonden onder de Joden, wreed neergeslagen door de Romeinen. De tempelfeesten in Jeruzalem, die onder spanning plaatsvinden, vanwege de politieke situatie. Alleen daarom al boeiend.

Maar de subtiele wijze waarop Rice de gemoedstoestand van het kind Jezus, dat toch God is, ook dan, tracht te peilen vind ik ontroerend goed geslaagd. Je anders voelen dan anderen en toch hetzelfde zijn. Een begrip en inzicht hebben in de Thora dat uitstak boven elk gemiddelde en toch kind zijn, willen spelen en ravotten. Het bewust worden van zijn bijzondere natuur moet geleidelijk zijn gegaan, en deze roman probeert dat enigszins woorden te geven. Anne Rice volgt daarbij de Katholieke tradite van de vroege wonderen van het kind Jezus dat, zijns ondanks, uit klei vogels echte vogels maakt; een vriendje tijdens het spelen vervloekt vanwege oneerlijk spelgedrag, waardoor het kind dood neervalt. Jezus doet hem dan weer levend worden. Verhalen waar geen historische basis voor is. Ook blijft Maria maagd. Ook de interactie tussen haar en haar zoon is heel teder omschreven.

De moeite van het lezen waard.

Menage á trois…

Toevalligerwijs de naam van onze mobilhome 😀
Toevalligerwijs de naam van onze mobilhome 😀

Onze laatste dagen in Frankrijk, dus nog maar een Franse titel ertegenaan. Die tot op bepaalde hoogte de lading dekt 🙂

SAM_1814

Op vakantie met een dove zus en een zichzelf (onbewust) af en toe van de buitenwereld afsluitende echtgenoot, is voor iemand die ALLES hoort af en toe een beproeving. In de ochtend, tot half elf of zo, verdraagt Zus geen gehoorapparaten en verstaat dus weinig, maar wil wél graag weten wat er gezegd wordt. Echtgenoot verdiept zich in zijn Franse krantje en is alleen bereikbaar door hem nadrukkelijk aan te spreken. De volgende conversaties ontwikkelen zich dan:

Ik tegen echtgenoot: je koffie staat hier!
Zus, hard: Wat zeg je?
Echtgenoot, door de harde stem opgeschrikt uit zijn krant, tegen zus: zei je iets, Zus?
Ik, opnieuw: Je koffie staat hier!
Zus: Ik drink alleen thee ’s ochtends…
Echtgenoot: Is er thee?
Ik drink de koffie van echtgenoot op en verlaat de bühne.

Of, een andere situatie: Ik lees. Kan dat niet als er om me heen gepraat wordt. Zus heeft de gewoonte veel hardop te doen. Echtgenoot is ook niet van de stillen (behalve wanneer hij leest). Och arme….ik die alles en elk geluid hoor, kom soms niet verder dan twee zinnen, voor ik me terugtrek in een geluidsarme ruimte, onze 2,5 bij 2,5 slaapkamer.

SAM_1789

Maar de taken zijn goed verdeeld. Ik heb geluk want ik mag koken, de anderen ruimen op! Af en toe gooit echtgenoot een lading was in de machine op de camping en hangen Zus en ik de was rondom onze mobilhome en lijken we even op een Travelers familie.

We vermoeden dat er op de camping druk wordt gespeculeerd wie nu uiteindelijk de Echte vrouw van echtgenoot is. Zus zit altijd voorin de auto (die is van haar), loopt na het voetbal in de kantine stijf gearmd terug in het donker met echtgenoot (zij blijft vaak langer kijken). Maar dan lopen ik en echtgenoot ook weleens langs, hand in hand.

En we lachen wat af! De dagen vliegen voorbij, vrijdag gaan we weer rijden, de campinggasten achterlatend met vraagtekens. Ik achterin waar ik eindelijk kan lezen. Echtgenoot en Zus zorgen voor de muziek en de route. Heerlijk!

Toch nog kunnen lezen:

Heartbreaking_Work_Dave_Eggers.jpg (312×475)Heartbreaking Work of Staggering Genius – Dave Eggers (autobiografische roman, fascinerend, met liefde, tederheid en boosheid geschreven. Over zijn eigen geschiedenis waarin hij als 22-jarige de verantwoordelijkheid krijgt voor zijn 14 jaar jongere broertje, na de dood van beide ouders. Overweldigend, ontroerend, en af en toe stuitend vanwege de  VELE vloeken, waarmee hij uiting geeft aan zijn woede)

 

 

images (258×400)Gould’s Book of Fish, a novel in twelve fish – zeer origineel en boeiend, over de gruwelijke situatie van Engelse veroordeelden in de kolonie Tasmanië. Met vele lagen. (Hoort in de categorie ‘metafictie’, een genre waarbij de auteur inbreekt in het verhaal en zich richt tot de lezer op verschillende manieren). Afstotelijke wreedheden worden beschreven op een ‘humoristisch/cynische’ wijze. En toch ook teder en empatisch.

Beide boeken nog eens doornemen met mijn dochter die de laatste titel heeft gebruikt tijdens de college’s die ze gaf over Cultural Memory Studies. Ik heb een hooggeleerde dochter, met wie ik heerlijk over boeken kan praten. We wisselen titels uit en zo ben ik steeds meer in de literatuur terechtgekomen, vooral de Engelstalige. Mijn paradijs op aarde? In alle stilte, een kop koffie naast me, liefst liggend, LEZEN.

 

Biafra

Wie weet nog waar ‘Biafra’ over ging? Ik was een jaar of twaalf toen dit woord een betekenis voor me kreeg. Het stond gelijk aan hongersnood. Kinderen met een Biafrabuikje, zo praatten we erover. Dat was dan een kind met zo’n  gezwollen buikje, terwijl de rest van het lichaam letterlijk vel over been was. Armen en benen als luciferhoutjes. En de buik dik van hongeroedeem.

Meer dan honger en de daarmee gepaard gaande ellende kan ik me niet herinneren. Welk conflict er speelde, waarom er hongersnood was, dat is me toen ontgaan. Afrika, Biafra, hongersnood, het was een trits die bij elkaar hoorde. Het was zeker aanleiding voor vaders en moeders toen, die ook de oorlog hier en de hongerwinter hadden meegemaakt sterk aan te dringen op het leeg eten van je bord. Voedsel was kostbaar, en niet alleen in termen van geld.

Nu was mijn moeder een softie. Hongerwinter of Biafra, ik hoefde geen dingen te eten die ik niet lekker vond en dat was veel, zal ik eerlijk bekennen. Maar dit terzijde.

Ik was dus een jonge tiener toen er een conflict uitbrak in Nigeria. Ik weet nu waar het over ging omdat ik net de roman van Chimamanda Ngozi Adichie heb gelezen: Half of a Yellow Sun. Het conflict begon met de afslachting  van de uit het Oosten van Nigeria afkomstige Igbo, door de noordelijke, Hausa-sprekende stam.  Er waren meer bevolkingsgroepen destijds, maar het conflict begon tussen deze groepen. De Igbo scheidden zich af en stichtten de onafhankelijke republiek Biafra. Tussen de troepen van de regering van centraal Nigeria en het in alle haast opgerichte leger van Biafra woedde er 2,5 jaar oorlog. Voedsel kwam mondjesmaat binnen en uiteindelijk stierven 1 miljoen als gevolg van de oorlog en van de honger. Nigeria nam het land weer in.

Dit is de geschiedenis die Adichie beschrijft in haar roman. Een onthutsende, aangrijpende roman. De wreedheid, de vervreemding tussen volken die eerst samenleven, de liefde en de moed van mensen die vechten voor een (onbereikbaar) ideaal, het menselijke verhaal van de (in Londen opgeleide) zussen Olanne en Kainene met hun partners, de houseboy Ugwu, hun vlucht, hun strijd om in leven te blijven, het is een adembenemend mooi geschreven verhaal. Het brengt de duizenden verhalen van vluchtelingen van nu dichtbij.

Adichie is zelf nazaat van Biafranen, haar beide grootvaders stierven in de oorlog die duurde van 1967 – 1970. Ze heeft de verhalen gehoord van familie en vrienden en de geschiedenis verwerkt in een fictief verhaal.

Wat bijna niet genoemd wordt is dat de strijd begon als een gevolg van (politieke) spanningen tussen de islamitische Hausa en de christelijke Igbo. Speelde het religieuze motief geen rol nog? De christelijke identiteit van de Igbo komt in deze roman slechts heel zijdelings ter sprake. De invloed van het animisme lijkt sterker aanwezig.

Een aanrader voor wie wel wat aankan. Ook Americana van dezelfde schrijfster is meer dan de moeite waard.

Bloggen is leuk maar soms even niet

don_t-be-a-slave-to-writer_s-blockJa, dan zit je daar opeens weer met een ‘schrijversblok’. Dat overheersende gevoel van ‘alles is al gezegd, wat heb ik er nog aan toe te voegen?’ Als ik eerlijk ben is dat is natuurlijk waar. Niets van wat ik schrijf is super origineel of uniek, het is simpel mijn kijk op dingen, een verhaal over mijn ervaringen. En blijkbaar geef ik bij tijden weer wat anderen voelen of denken, of in ieder geval is mijn weergave interessant genoeg voor een groepje mensen om te lezen. En dat is leuk. En geeft voldoening. Ook al is het soms moeilijk te bedenken waar ik over schrijven wil.

In feite is het bedenken van een onderwerp niet zo moeilijk, maar mijn eigen meetlat ligt soms zo hoog dat ik halverwege het schrijven van een blog ermee ophoud..schrijven is best zwaar. Opnieuw beginnen, schrappen, inkorten, uitbreiden. En soms denk ik, toedeloe, ik ga lekker een detective kijken.

Maar na een inspirerend artikel (€0,95) over bloggen in mijn lijfblad, het Nederlands Dagblad (sommige bloggers schoppen het zelfs zo ver dat ze er hun brood mee verdienen!), voelde ik de vonk weer. Mijn boterham ermee verdienen gaat niet lukken, maar de voldoening van het schrijven is ook een soort loon. Waarom ik er niet aan kan verdienen ligt aan het volgende: om euro’s  te verdienen aan je blog bestaan er  volgens het artikel twee voorwaarden: 1. iedere dag bloggen en 2. focussen op iets wat jou onderscheidt.

En dat focussen, lezers, is mijn probleem.  Ik kan namelijk niet focussen. Daarom is er nog geen meesterwerk verschenen van mijn hand. linus-and-snoopy3Daarom staat ons huis vol met spullen uit alle tijdperken en periodes; en liggen er minstens 4 boeken op een stapeltje waar ik mee bezig ben.  Naast mijn bed en ook beneden. Ik neem me vaak voor hier wat orde in aan te brengen, maar ik zit blijkbaar zo in elkaar. Van veel een beetje. Van weinig alles.

Mijn hoofdinteresses zijn geschiedenis, en kunst in alle vormen en uitingen. Dat zie ik wel terugkomen in de derivaten die mijn bestaan vullen. Genealogie, en vooral de sociale geschiedenis van mijn familie, het verzamelen van oude spullen, vanwege de historie, de boeken die ik lees, de films die ik bekijk. Mijn hart gaat sneller kloppen zo gauw er oude en andere tijden aan te pas komen!

Mijn statistieken laten zien dat de persoonlijke verhalen het hoogst scoren. Familiegeschiedenis, de blogs over de laatste maanden van mijn moeders leven, de blogs over mijn worsteling met depressies. Ook reisverslagen doen het goed. Ook die zijn redelijk persoonlijk, geen tripadvisor blogs.

Dat is denk ik voor mij de beste focus: persoonlijk schrijven over wat ik lees, zie en meemaak: de mooie en de lelijke, de grote en de kleine dingen, in deze tijden of andere tijden.

Wat vinden jullie als volgers van mijn blog?

 

 

Tommy Wieringa – Joe Speedboat

125 x 200 WT

Hoe vaak heb ik niet gedacht, dat wil ik ook nog eens lezen, als ik Joe Speedboat ergens zag liggen of staan. Ik zit meestal met mijn neus in de Engelstalige literatuur. Die is fantasierijker en neemt me veel meer mee in een andere wereld dan over het algemeen Nederlandse literatuur dat doet. Die is wat aan de sombere kant. Hoe dan ook, toen Tommy Wierenga de Librisliteratuurprijs won in 2013 met Dit zijn de Namen (inmiddels ook gelezen) en mijn vriendin zei: heb je nog nooit wat van hem gelezen??, met zo’n stem dat je direct denkt ‘oeps, hier moet snel iets gebeuren!’, toen besloot ik als eerste dat boek uit de bieb te halen. Ik heb het in één adem uitgelezen.

Het is het verhaal van Fransje Hermans uit Lomark (fictief) die door een tragisch ongeluk als kind (overreden door de maaimachine van zijn vader)  gehandicapt raakt en rolstoel gebonden. Hij is zwaar spastisch en het enige lichaamsdeel dat hij bewegen kan is een arm. Door zijn vrienden wordt hij op sleeptouw genomen, eentje helpt hem met plassen, en op de een of andere manier lukt het hen te communiceren met hem. Vooral de vriendschap met Joe Speedboat (bijnaam) die pas later in Lomark komt wonen is een speciale vriendschap.  Het lijkt een bizar verhaal maar door zijn ene arm te trainen wordt hij kampioen in armworstelen. Hij reist door heel Europa met zijn goeie vriend en coach Joe.

Het verhaalperspectief is vanuit de gedachtewereld van Fransje zelf, die in werkelijkheid, vanwege zijn handicap niet praten kan, wat ik een geweldig perspectief vind. Misvormd van lichaam, niet in staat te spreken, spastisch, ontvouwt zich een volledige persoonlijkheid. Uiteraard, zou je zeggen, maar hoe moeilijk is het niet te communiceren met iemand van wie je alleen die buitenkant ziet? Onze categorieën van communicatie zijn beperkt en worden beïnvloed door wat we zien. Laat ik voor mezelf spreken. Ik vind dat knap lastig. Maar door dit boek bouwt Wierenga als het ware een brug naar mensen die door ernstige handicaps enorme beperkingen hebben. Hij verbloemt niet de moeites die ze hebben, maar het boek ademt geen wanhoop of radeloosheid. Maar toont eerlijk de strijdlust, én ontmoediging. de eenzaamheid én de troost van vriendschap. Kortom het gaat over het echte leven.

Meesterlijk geschreven door Tommy Wierenga met humor en warmte, zonder sentimenteel te worden, integendeel. Aanrader. Maar iedereen heeft het natuurlijk alláng gelezen!

CP in Rotterdam

Apart. Al sinds 1986 hebben wij een dochter met CP. Dat is de Engelse afkorting voor Cerebral Palsy. Het staat voor een stoornis aan het bewegingsapparaat ten gevolge van een hersenbeschadiging, opgelopen voor, tijdens of direct na de bevalling. Een hele mondvol, maar wel een duidelijke omschrijving. In het Nederlands wordt deze afkorting pas sinds het jaar 2000 gebezigd. De Nederlandse term is dan Cerebrale Parese.

Ik was verbaasd dat deze term voor de stoornis eigenlijk pas zo kort in gebruik is. In alle contacten die wij in de loop van de tijd met de medische wereld hadden werd de term al wel gebruikt, maar inderdaad, als wij die gebruikten in gesprek met ‘gewone’ mensen dan wist men meestal niet wat het was. Als ik dan ‘spastisch’ zei klaarden de gezichten op, maar betrok het gezicht van mijn dochter…Begrijpelijk want spastisch is helaas een veel gebruikt scheldwoord.

Onze dochter heeft dus Cerebrale Parese. De stoornis treft haar vanaf haar heupen en daaronder. Met andere woorden, ze heeft moeite met lopen. De hersenbeschadiging (die niet te zien is op hersenfoto’s) heeft tot gevolg dat de seinen die naar benen en armen moeten worden overgebracht om de juiste beweging te maken, niet in balans zijn, waardoor er verkramping optreedt. Er zijn zeer ernstige vormen waarbij het hele lichaam overheerst wordt door spasmen, en ‘mildere’ vormen, zoals ik zag op de info-avond van CP voor volwassenen in Rotterdam. Bij sommige aanwezigen zag je nauwelijks dat er iets niet helemaal ‘goed’ was. Anderen waren niet te verstaan vanwege de hevige spasmen. Onze dochter zit daar tussenin, zo leek het.

De info-avond werd belegd om toelichting te geven op twee proefschriften* die zijn verschenen in de afgelopen jaren. De zorg voor kinderen in Nederland met CP is uitstekend, dat hebben wij ook ondervonden. Maar wanneer deze kinderen volwassen worden houdt van de ene op de andere dag de zorg op. Je valt niet meer onder specialistische zorg, er is geen vanzelfsprekende fysiotherapie, ergotherapie, maatschappelijke zorg enzovoort. Als je het tot je 18e gered hebt wordt er vanuit gegaan dat je blijkbaar de rest van je leven zelf (of je ouders) wel op de rit kunt krijgen.

In onze ervaring vangt dan een lange weg van eindeloos gezeur en formulierenbrij aan om bij gemeentelijke instanties voorzieningen, tegemoetkomingen en subsidies aan te vragen. Tenslotte wil je als volwassene met CP ook leven zoals je leeftijdsgenoten. Zo veel als mogelijk tenminste. Mobiel blijven, niet afhankelijk van altijd anderen om je hier en daar heen te brengen en weer op te halen. Te werken zoals alle anderen, maar wel met begrip voor je beperkingen in energie en wellicht concentratie of geheugen.

1-cerebral-palsy.

Onze dochter heeft ook meegewerkt aan allerlei testen die gedaan werden in het kader van het onderzoek hoe volwassenen met CP zich handhaven. Via de Sophia Revalidatiekliniek heeft ze bijvoorbeeld twee dagen met een meetinstrument gelopen om te zien hoe het zuurstofgebruik is bij haar dagelijkse bezigheden. In het onderzoek van Channah Nieuwenhuizen wordt dit, en allerlei andere meetpunten, afgezet tegen hoe gezonde leeftijdsgenoten het doen. Je ziet in de grafieken dat in alle opzichten menen met CP minder scoren op energie, participatie e.d. Wat wel een hele leuke conclusie was is het feit dat CP’ers beter scoorden op het punt: Doorzettingsvermogen!

Onze dochter is absoluut een kanjer op dat gebied. Ze woont geheel zelfstandig, crosst heel Nederland af in haar Volkswagen automaat en werkt 40 uur per week. Toch zegt ze zelf dat dit wel steeds zwaarder wordt nu ze ouder wordt (36). Lopen kost haar veel energie. Ook het autorijden wordt steeds lastiger. Niet lichamelijk, maar financieel. Er is geen enkele tegemoetkoming om dat autorijden te blijven faciliteren, terwijl het een kostbare bezigheid is. Op het gemeentehuis zegt men dat ze maar met het taxibusvervoer verder moet. Hoezeer dat haar zelfstandigheid ook zou beperken. De auto is een vervanging voor haar benen.

Op die avond in Rotterdam kwamen weer vele herinneringen boven, inclusief de frustraties die ik alweer vergeten was. Maar verwoord door de aanwezige CP’ers kwam er veel bovendrijven. De onbekendheid van veel goedwillende hulpverleners met CP, de onwetendheid van bedrijfsartsen, de ongemakkelijke benadering van de ‘gezonde’ wereld ten opzichte van CP’ers. De conclusie van de avond was dat je behoorlijk assertief moet zijn om je staande te houden en daarnaast ook verder te komen, vooral in de medische wereld.

*mede nav proefschrift van Wilma van der Slot:
Health Issues and Participation in adults with Cerebral Palsy
en een infoavond in Rotterdam georganiseerd door BOSK, organisatie voor mensen met een handicap

Het graf jubelt – Esta Steyn

hetgrafjubeltHet graf jubelt – Kroniek van pijn en genezing na de dood van     een kind
139 pagina’s
Esta Steyn (vertaald uit het Afrikaans)
Uitgeverij Vuurbaak – Plateau
ISBN 978 90 5804 090 9

Als geschenk voor een bijdrage aan een bijbels dagboekje voor volgend jaar, kreeg echtgenoot dit boekje toegezonden. Ik bladerde het wat door om te zien waar het precies over ging, en dit met enige scepsis moet ik eerlijk zeggen. ‘Het graf jubelt’. Ik vond dat een nogal triomfantelijk klinkende titel, als ik in de ondertitel lees waar het over gaat: de dood van een kind. Maar de achterkant van het boekje zegt dat het ook gaat over de worsteling met God van de auteur. ‘Ze schreeuwt en klaagt en is boos op haar God’.

Ik ben gaan lezen en werd geraakt door het tragische verhaal van de dood van niet één, maar twee van de drie zoons van Esta Steyn! Beiden kwamen door een ongeluk om het leven. De eerste zoon verongelukt bij een motorongeluk. Jaren later verdrinkt een tweede zoon tijdens het surfen. Onvoorstelbaar verdrietig. Wat een leed.

De schrijfster verwoordt goed hoe intens haar verdriet is als moeder. Hoe ze schuld ervaart. Had ze niet iets moeten doen, iets moeten laten. Waarom kon zij als moeder haar zoons niet behoeden voor een te vroege dood? Dat is toch je enige roeping als moeder, je kind beschermen tegen de kwade machten van ziekte en dood. Ze beseft dat haar krachten daarin beperkt zijn. En vraagt waarom God haar kinderen dan niet behoedde voor de dood.

De pijn en machteloosheid zijn zeer invoelbaar beschreven. Ik heb de dikke pil Tonio (over de dood van zijn zoon door A.F.Th. van der Heijden) gelezen met mededogen en een idee van hoe het geweest moest zijn, maar er bleef een zekere afstand. Deze moeder schrijft zodat je het lijfelijk ervaart: “Die avond en die hele nacht dacht ze: hij is koud en alleen. Hij heeft niets bij zich. Alleen zijn groene pyjama en zijn pantoffels” (bldz.35). Je zoon achterlaten in dat koude gat in de grond…je wilt hem een deken brengen…Ja dan knijpt bij mij van binnen ook alles samen. Misschien beleeft een moeder dit meer fysiek dan een vader?

Het vertrouwen dat God er is en haar niet alleen laat is, ondanks veel worsteling en twijfel, sterk. De auteur beschrijft een periode van minstens 10 jaar en daar zit tegelijk de zwakte van het boek. Het evenwicht wat iemand eventueel weer terugvindt na zeer traumatische gebeurtenissen zijn moeilijk geloofwaardig samen te vatten in een verhaal van pakweg 130 bladzijdes. Het gaat, voor mijn gevoel, te snel en kan al gauw een gevoel van weerstand oproepen. Zeker wanneer je zelf een kind aan de dood verloren hebt (ikzelf niet) kan het lezen van het boekje ontmoedigen wanneer je nog middenin die strijd met God zit. Aan de andere kant, wie werkelijk met God eruit wil komen kan troost ervaren. Er is licht aan het einde van de tunnel. Deze vrouw getuigt daarvan.

%d bloggers liken dit: