Dieven
Vrijdag lopen we naar het Museum van Volkenkunde, niet ver van waar we een AirBnB hebben in Thessaloniki. We bivakkeren in de nieuwe stad, één en al hoogbouw, maar op een plezierige manier gebouwd. Om problemen met parkeren te vermijden lopen we de meeste afstanden. Dat is ook een leuke manier om de stad ‘op te snuiven’ en dingen te ontdekken die je niet persé zoekt, zoals die dag een grote, open markt in de Chalkidikistraat. We lopen er min of meer tegenaan.

We besluiten er een tijdje rond te lopen. Hadden we dat maar nooit gedaan. We zien veel kleding, veel tassen, zoals op elke markt in de wereld. Maar allengs begint het voedselgedeelte. En dan vind ik het interessant worden. Prachtige fruit en groente, gedroogde vruchten, kazen, enorme kramen met alléén maar olijven. En dan de kramen met oogverblindende, zilver-verse vis: makreel, sardines en soorten waarvan ik de naam niet ken, maar die zo mogelijk nog meer versheid spetteren dan de sardientjes en de makreel tezamen. Oh, wat een schoonheid bij elkaar. Verse inktvis, gamba’s, glinsterend zwarte mosselen, het houdt niet op.
Ik besluit van al dat moois een foto te maken. En dat is het moment waarop onze dag in één seconde verandert van puur plezier in frustratie van het zuiverste soort. Ik zeg het netjes. Ik grijp namelijk in een leegte. Na drie keer mijn tas ondersteboven gekeerd te hebben is het 100% zeker: mijn mobiel is er niet meer. Verschwunden, gepikt, weg! Alle behulpzame Grieken weten onmiddellijk wie het gedaan hebben: de Bulgaren. Dat weet ik niet. Wel dat een of andere gluiperd zijn tengels in mijn tas gestoken heeft en mijn digitale smartbaby gestolen heeft. Ik ben geamputeerd.
Naar de politie. Niet makkelijk te vinden. Als we in Nederland meer blauw op straat wensen, dan weet ik niet wat er op het politieke verlanglijstje van de Grieken staat: we moeten de eerste patrouillerende agent nog tegenkomen hier. Het kost ons nogal wat moeite het politiebureau te vinden dat nergens aan de buitenkant is gemarkeerd met zelfs maar het woord politie. De blauwe hekjes buiten zijn eigenlijk het enige wat ons doet vermoeden dat hier (wellicht) het bureau is. Zijn de Grieken misschien anti-politie door hun militaire verleden?
Binnen spreken we een aardige politieagent in burger. Zijn kantoor ziet er meer dan armetierig uit. Stoeltjes met het schuimrubber eruit puilend, gordijnen met af en toe een haakje en aan de muur vergeelde iconen, uitgeknipt uit een tijdschrift en scheef ingelijst. De man spreekt gelukkig Engels en begint met de aangifte. Tot mijn grote verbazing is de eerste vraag hoe mijn vader en moeder heten. Ik schiet in de lach en zeg dat die allang dood zijn. Ik vind het ontroerend eigenlijk dat ik op mijn zestigste nog beginnen moet met de namen van mijn pappa en mamma. Father: Henk en mother: Coba, schrijf ik op een wit vel papier voor de agent. Ze moesten eens weten. Het zal een reden hebben en ik ben tenslotte nog steeds hun dochter…Na lang wachten is het formulier klaar. In het Grieks. No English? No English. No Deutsch? No Deutsch.
Een rotdag dus.
Duits
Vandaag waren we in de Grieks Evangelische Kerk. Hartje Thessaloniki. Op goed geluk erheen gereden met het voornemen de dienst te ondergaan al zouden we er niets van begrijpen. Maar onze achterbuurvrouw regelt bijna onmiddellijk een tolk voor ons. Een Griekse zuster die in Duitsland opgroeide als kind en simultaan de preek voor ons vertaalt in het Duits. Een Zweedse zuster luistert mee. Na de dienst worden we hartelijk begroet door verschillende mensen, ofwel in het Duits (oudere broers en zussen) ofwel in het Engels (jongeren). Men is heel gastvrij en vriendelijk. De voorganger van vandaag, Alexandros Pipilios komt uit Athene en heeft in Amerika gestudeerd. Hij kent zelfs Nederlandse theologen. Zoals Stefan Paas en Rikko Voorberg. Kleine wereld. Alexandros leidt een gemeente in een achterstandswijk in Athene. Leuke kennismaking!
Doeoeg
Na de dienst zoeken we een terrasje (when in Rome…) voor een kop koffie. Ik neem een dubbele espresso. Verrukkelijk. De Grieken weten hoe je een kop koffie moet zetten. In de zon, met een zacht windje vanaf zee, ah..het leed van de telefoon lijkt lang geleden. Wat doen bezittingen ertoe wanneer je na een mooie kerkdienst-met-avondmaal je zo mag koesteren in de zon en het Licht van Gods liefde?
Als we de auto gaan ophalen uit de garage stoppen we nog even bij een eettentje waar we een quiche-achtige snack kopen voor middageten. De Griekse verkoper wil weten waar we vandaan komen en als ik ‘Nederland’ zeg begint hij te stralen en roept heel hard: Goe Gaat Get?? Hij heeft op de Griekse eilanden gewerkt vroeger en een mondje Nederlands geleerd. Hij spreekt ook goed Engels en we leggen hem een aantal van onze meest prangende vragen over de Griekse taal voor. Hij blijkt een goeie leraar en we leren weer een paar woordjes erbij! Hij zou uren door kunnen gaan, maar er komen nieuwe klanten binnen. We kopen onze broodjes en wensen hem veel succes en zeggen dat we deze week nog weleens terug zullen komen.
Als we de winkel uitlopen en hem in ons beste Grieks groeten horen we opeens, terwijl we al buiten staan: Doe-oe-oeg! Met precies de juiste intonatie. Hoe Nederlands!
Mooi verhaal. Wij hopen in oktober naar Thessaloniki te gaan. Weet je het adres van de evangelische kerk misschien?
LikeLike
Ik moet dat even voor je nakijken, Piet.
LikeLike